tekst: Liorah Hoek / beeld: Marijn van der Waa
Filmfestival Logboek 2002
iorah\'s survival guide logo 125 x125 (bij artikel)
Aflevering 4: zondag 27 januari 2002

sTraaTarTiesT
Het filmfestival is de nieuwjaarsduik voor filmliefhebbend Nederland en filmfestivalverslaafden van over de hele wereld, maar dan zonder soep. Soms komen er veel meer mensen dan mij lief is. Zoals elke filmfestivalbezoeker, die vroeger tijden heeft gekend, klaag ik wel eens over de massaliteit en de drukte. Het oude festival bestaat echter niet meer en zal niet meer terugkomen, tenzij de cinema dood wordt verklaard. Berusten of mijden is dus het devies.

Nou is het eigenlijk ook niet erg dat het zo druk is. Het is namelijk hartstikke leuk om die mensen weer eens te zien. Dan bedoel ik natuurlijk niet alleen de verlegen regisseurs die contact proberen te krijgen met het publiek of die statige Engelsman, die samen met de mannelijke tolk Japans, die met notitieblokje, menig Japanse film inleidt. Het zijn ook die andere mensen die ik elk jaar alleen op het filmfestival zie, even een praatje maak en daarna weer een heel jaar niet of nauwelijks te zien krijg.

Er zijn bekenden waarmee ik vriendschappen zou kunnen aanknopen, ware het niet dat de passie voor film zo'n beetje het enige is wat ons bindt. Of die mevrouw waar ik de naam niet van weet, maar die ik wel eens als postbode door de stad zie fietsen. Het zijn collega's en ex-collega's van diverse allure, elk met hun eigen smaak en hun eigen hoeveelheid filmfestivalbezoek en bijvoorbeeld de ouders van een vriendin uit mijn middelbare schoolperiode. Met sommigen ga ik een hapje eten, met anderen bespreek ik films of klets ik alleen over hoe het het afgelopen jaar is gegaan. Het aantal filmfestivalcontacten groeit gestaag. Meer en meer mensen die ik ken gaan naar het festival en ik leer meer en meer filmfestivalgangers kennen.

Niet alleen voor de filmfestivalganger is het een kwestie van survival. Een geheel andere groep die ook massaal naar het filmfestival trekt zijn de zwervers, de straatkrantverkopers en de straatmuzikanten. Aan de ene kant is het natuurlijk makkelijk om door te lopen en dan naar je maatschappijkritische film te gaan over de zelfkant van de samenleving. Dat is wat ik bijna altijd doe. Alleen al door het verlammende gevoel dat ik onmogelijk al die zwervers iets kan geven. Kiezen welke persoon je geld geeft is bovendien vele malen moeilijker dan kiezen naar welke film je gaat. Lichtelijk bezwaard omzeil ik bij Pathe zowel de met-flyers-en-op-rollerskate-meisjes en de bedelaars. Ik wil niets krijgen en ook niets geven.

Op een avond staan staan twee daklozen voor de schouwburg ruzie te maken.
Dakloze 1: "Je moet gaan werken!"
Dakloze 2 zwaait met z'n straatkrant en mompelt iets.
Dakloze 1: "Zoek toch eens werk!"
In de ddakloze 1 meen ik de rijmelaar te herkennen die al improviserend staat te declameren na de wekelijkse sneak in Lantaren/Venster. Het is een blijkbaar een zwerver met een voorliefde voor alternatief filmpubliek. Waarschijnlijk denkt hij en wie geeft hem ongelijk, dat deze mensen iets van zijn gedichten en van zijn dichterlijk verlangen zullen begrijpen. Dakloze 1: "Ik werk toch ook." Dakloze 2: "Nietus."
Dakloze 1: "Jaaawel! Ik ben straatartiest (dan, met ongewoon veel nadruk op de t's) sTraaTaTiesT.

Op het gebied van de vele sTraaTarTiesTen kan ik mijn pretentie van survivalguide niet waarmaken. Ook ik zou niet weten wat nou een aardige manier is om met hen om te gaan. Maar ik ben de enige niet, zijzelf weten dat dus blijkbaar ook niet.
lees verder »
1/2/3/4/5/6/7/8/9/10