Tonio van Vugt / Portretfoto's Natasja van Loon
De luistertest: Lucky Fonz III
International Submarine Band – Luxury Liner (1968)


‘Is dit Chris Hillman of Gram Parsons, of iets uit die hoek?’

Dit is de International Submarine Band, Parsons’ eerste bandje.
Enthousiast dat hij Parsons’ stem herkent: ‘Goed hè! Niet slecht hè! Dit is zijn jonge stem. Gram Parsons is niet echt een household name, maar hij is wel één van de allerallerinvloedrijkste zangers ooit. Zijn stem zit in zoveel moderne zangers, je hoort hem overal. Je hoort hem in mijn stem, je hoort hem in de stem van Roos van Roosbeef en je hoort hem heel duidelijk in Tim Knol. Zijn frasering is op die van Gram gebaseerd. Als zanger heeft Gram meer blijvende invloed dan met zijn countryrock.’

Kun je uitleggen waar die aparte frasering ’m in zit?
‘Het is een beetje een soulmanier van country zingen. Ik kan het moeilijk uitleggen. Het is in feite die high and lonesome-sound van Hank Williams. Dat hoge, dat eigenlijk net boven je stem ligt: als je hoog en hard zingt, komen er allemaal van die extra tonen bij.’ Lucky pakt spontaan zijn gitaar en zingt Williams’ Lost Highway om de hoge toon te demonstreren: ‘W-e-e-e-e-e-l-l-l-l!!! Het is bijna een punk-achtige benadering, dat all the way zingen.’

Tot nog toe slaat Lucky zich manmoedig en met goed resultaat door de test heen. Het wordt tijd voor wat hedendaagse Nederlandse muziek en enkele niet-poptracks:
Mark Lotterman – Love Is A Mountain Too High (2012)

‘Is dit Nederlands? Het lijkt Peter van Claw Boys Claw wel. Hoezo ken ik dit niet? What the fuck! Goed man! Ik wil heel graag weten wie dit is.’

Dit is Mark Lotterman, een jonge Rotterdamse singer-songwriter.
‘Oh, is dít Mark Lotterman? Dit hoor ik voor het eerst. Mooi, dit. Prachtig. Het is eigenlijk absurd dat ík dit niet ken. Ik zou eens iets samen met hem moeten doen.’
Sef – De Leven (2011)


‘Goed nummer. Sef is mijn labelgenoot op Topnotch. Ik ken ook de sample, die komt uit een hardcore-nummer. Het duurde even voordat ik dit nummer voelde, hoor, Je moet het een paar keer horen. Ik vond het eerst helemaal niks.’

Wat was voor jou de aanleiding om je vorige plaat in het Nederlands te maken?
‘Topnotch wou dat ik een Nederlandstalige plaat maakte. Bovendien had ik al enkele Nederlandstalige liedjes geschreven voor mijn theatershow. En ik wilde graag iets doen waarbij ik geen artistieke compromissen hoefde te sluiten, maar toch een breder publiek zou aanspreken.’

En nu ben je weer teruggekeerd naar het Engels.
‘In het Engels ben ik poëtisch vaardiger en in het Nederlands ben ik makkelijker met spreektaal. Dus mijn Nederlandse teksten zijn prozaïscher. Ik heb een constructieve relatie met het Engels. Veel van mijn favoriete schrijvers schreven ook in het Engels als hun tweede taal, zoals Jack Kerouac, die oorspronkelijk uit Frans-Canada kwam, en Joseph Conrad van Heart of Darkness, die Pools was. Samuel Beckett schreef dan weer veel in het Frans.’
Glenn Gould – Bach: Goldberg Variations, BWV 988, Aria (1955)

‘Dit is Beethoven. Nee, wacht even.’ Lucky aarzelt.’Maar dit is wél Glenn Gould. Speelt hij hier Bach? Ach ja, dat weet ik natuurlijk eigenlijk ook wel. Beethoven was fout ja, haha! Dit is supermooi. Gould heeft zo’n heldere toon, zo’n mooie toets zoals dat heet. De manier waarop-ie de piano aanslaat. Sommige mensen vinden het niet om aan te horen, omdat-ie geen pedaal gebruikt. Hij gaat een beetje snel en hij “smeert” niet, maar voor mij maakt hij juist de melodie en de compositie toegankelijk. Toen je het net opzette dacht ik dat het een intro was van Roosbeef of zo, want ik verwacht de hele tijd popliedjes. Ik was al meteen jaloers. Ik dacht: wíe kan er zo goed piano spelen!’
Allen Ginsberg – Auto Poesy To Nebraska (1967)

Klik hier om te luisteren

Een man draagt een gedicht voor. Lucky reageert al na enkele woorden: ‘Dit is Allen Ginsberg. Dit is Montana of Canada, of zoiets? Auto… Auto… Ik weet het niet meer.’

Ik moet ook even spieken. Auto Poesy to Nebraska.
‘Oh ja, Nebraska!’

Ginsberg is een van je helden. Is hij belangrijk voor je als tekstschrijver?
‘Op een indirecte manier wel. Hij heeft een grote invloed gehad op de jaren-60-generatie. Bob Dylan is gewoon de rocksound van Chuck Berry, maar dan met Ginsberg-teksten. Dylans conceptuele prestatie is dat-ie de spirituele link heeft gezien tussen Berry en Ginsberg en Whitman en de blues, en dus een directe link met moderne pop-muziek en de poëtische voorgangers daarvan. Maar goed, je vraag was hoe hij mij heeft beïnvloed. Ginsberg heeft de vrije vorm en de lange vrije zin teruggebracht in de Amerikaanse poëzie, en dat heeft Dylan overgenomen. Lennon heeft dat mega-eerlijke van hem overgenomen, en die zangers hebben dan weer invloed op mijn manier van denken. Ik heb net Ginsbergs biografie gelezen. Heel interessant.’

Lucky neemt langere pauzes tussen zijn zinnen, de vermoeidheid slaat duidelijk toe. Toch staat hij erop de test af te maken, want er rest nog maar één liedje.
David Bowie – Port Of Amsterdam (van Bowie At The Beeb, 1970)


‘Ah. Van Jacques Brel, en Acda en De Munnik. En van David Bowie dus. Dit vind ik heel mooi. Ik heb deze versie nog nooit gehoord. Dat vind ik interessant aan David Bowie. Van al die dinosauriërs is hij het meest Europees, hij staat deels ook in een cabarettraditie. Heeft hij dit zelf vertaald? Nee? Ik vind het wel mooi, maar ik hoor toch liever Jacques Brel zelf. Het is wel interessant dat hij het in zijn eentje speelt op gitaar. Het is een soloperformance, maar het klinkt heel groot. Hij heeft een mooi gevoel voor dramatiek, het nummer past goed bij hem. Nou, we hebben hem tóch helemaal gedaan, de luistertest!’

De test is behoorlijk uitgelopen en Lucky heeft nog een afspraak buiten de deur, dus we moeten haast maken. Voordat ik ga maak ik nog even gebruik van het toilet. In de huiskamer speelt Lucky een razendsnel, krankzinnig loopje op het keyboard dat er in de hoek staat. Het is een passende afsluiting van een geanimeerde luistertest...

Ehm... Lucky Strike?
Ehm... Lucky Strike?
1/2/3