Tonio van Vugt /Portretfoto’s Natasja van Loon
De luistertest: Berend Dubbe
Frank Zappa • Peaches En Regalia (1969)


‘Ja, Zappa! Peaches En Regalia. Fantastisch. Ik vond die eerste drie Zappa-albums, zoals We’re Only In It For The Money, helemaal te gek. Toen zijn muziek zich in de jaren 80 meer in de richting van de humor ontwikkelde, Joe’s Garage en zo, raakte ik het spoor kwijt. Het werd met al die grappen net een soort hoorspel. Ik zou het misschien wel zonder zang willen horen. Dat heb ik niet vaak met muziek, maar wel met Zappa. Ik heb nog een mooi verhaal: Joost Visser van De Artsen, de band vóór Bettie Serveert waar Peter en Herman (Bunskoeke – TvV) in zaten, had We’re Only In It For The Money op cassette. Joost had per ongeluk ergens halverwege twee seconden van de Dik Voor Mekaar Show eroverheen opgenomen, en ik weet nog precies waar dat stukje zat (imiteert André van Duin): “Nou ja, je moet toch niet denken dat…”, waarna de plaat weer gewoon verderging. We hadden allemaal een kopie gemaakt van Joosts cassette, mét dat stukje Dik Voor Mekaar erbij. Gek genoeg paste dat ook nog heel goed in die collage-achtige muziek. Wanneer ik die plaat nu hoor, hoor ik in gedachten dat stukje nog steeds. Zappa was natuurlijk ook verantwoordelijk voor artiesten als Wild Man Fisher, die drie geweldige platen heeft gemaakt. En Adrian Belew is natuurlijk bij hem begonnen. Dat is een fantastische gitarist die melodisch heel veel kan. Zijn soloplaten zijn helemaal te gek. Zijn hang naar avontuur wordt nooit snobistisch. Volgens mij is hij ook heel aardig. En hij is een geweldige zanger.’

Je zegt niets te hebben met Zappa’s satire, maar hebben we politiek engagement nu niet juist hard nodig in de popmuziek? Zappa zou van Trump geen spaan hebben heel gelaten.
‘Er is bijna niemand die het doet, hè? Maar daar moet je wel een goed hoofd voor bezitten, want Zappa, of je nou van zijn muziek houdt of niet, was wel precies de man daarvoor. Als een Nederlandse zanger of zangeres een nummer over Trump gaat maken krijg ik plaatsvervangende schaamte. Dat duwt mensen misschien zelfs de verkeerde kant op. Maatschappelijk geëngageerde muziek is natuurlijk een slangenkuil. Maar wie dan wel? Misschien “Weird Al” Yankovic? Die zou het wel kunnen, maar wil het waarschijnlijk niet.’
Bonzo Dog Doo-Dah Band • Rhinocratic Oaths (1968)


Spirit In The Sky? Ah, de Bonzo’s! Oók kippenvel. Niet daarnet bij Zappa, maar nu weer wel. Zappa had niet echt een link met Dada en het surrealisme, maar Neil Innes en Vivian Stanshall wel. Die laatste was natuurlijk ook echt gek. Soms maak ik van een Bonzo-cd een mix, dan laat ik de humor even liggen. Ze hebben heel veel puur mooie liedjes gemaakt, zoals Piggy Bank Love of dit nummer. Hier valt de stem, het hoorspel, prima op zijn plaats. Ik hoorde pas op Spotify een BBC-radiosessie-uitvoering van het nummer Keynsham en ik dacht: jezus, dit is gewoon De Artsen. Ik draai de laatste dagen alleen nog maar Keynsham. Ik wil het ook heel graag een keer gaan spelen. Ik heb de Bonzo’s helaas nooit live gezien, ook niet in de reüniesamenstelling zonder Stanshall. Alhoewel: het lijkt me erg genant om zeventigers dit soort humor nog live te zien doen. Ik kon ook niet goed naar Monty Python in The O kijken. En ik moet er niet aan denken tussen publiek te zitten dat alles uit zijn hoofd kent en alles net iets eerder citeert.’

Je speelt zelf natuurlijk ook twintig jaar oud werk. Moet je dat dan wel doen?
‘Goeie vraag. Ik kies dan wel de nummers waar ik nu goed mee kan leven, want sommige dingen van die eerste plaat vind ik echt verschrikkelijk.’

Kun je er nog naar luisteren?
‘Als ik een borreltje op heb. Over drank gesproken, wil je nog een biertje?’
King Crimson • The Court Of The Crimson King (1969)


‘King Crimson. Ja! Robert Fripp. The Court Of The Crimson King. Ik moet wel bekennen dat dit me allemaal iets te sprookjesachtig is. Het kwartje viel bij mij bij albums als Starless And Bible Black en Red en nummers als 21st Century Schizoid Man. En bij die zoge- naamde rode, blauwe en gele trilogie (Discipline, Beat en Three Of A Perfect Pair – TvV) uit het begin van de jaren 80. Dat is toch wel iets compleet anders. Toen dacht ik echt: holy fuck. Wéér Adrian Belew, én Tony Levin op bas, én Bill Bruford uit Yes op drums. Toen Discipline net uit was heb ik ze live gezien, in een circustent op de Amstelveenseweg. Bruford stond helemaal rechts, dus niet in het midden zoals andere drummers, en je kon precies zien wat hij deed. Bruford is de allergrootste. Vorig jaar heb ik ze ook gezien in Utrecht. Met drummer Pat Mastelotto en nog twee drummers. Dat zijn twee drummers te veel. Het was wel goed, maar het haalt het niet bij Discipline.’

Toen ik een vorige keer hier was had je de plaat van Giles, Giles and Fripp opstaan, de groep waar Fripp in speelde vóór de oprichting van King Crimson. Betekent Fripp iets speciaals voor jou?
‘Nee, ik vind hem eigenlijk een beetje onuitstaanbaar. Er hangt zo’n aura om hem heen. Ik ken mensen die hem als een orakel zien. Ik vind hem een zeer getalenteerd persoon, maar voor mij is het de combinatie van die vier mensen die de Discipline-band zo goed maakt.’
Goblin • Zomb (1978)


‘Goblin, hè? De soundtrack van Dawn of the Dead. Mijn favoriete zombiefilm, in het winkel- centrum. Ik leerde Goblin kennen door deze film. Supergoed. Het is ook een beetje King Crimson-achtig. Goblin wordt door de serieuze progmuziekliefhebber altijd gezien als wel aardig, maar niet serieus genoeg. Maar ik vind dit een geweldige soundtrack.’

Hoe vaak heb je Dawn of the Dead gezien?
‘Wel een keer of vijf, zes. Het is niet alleen een goede zombiefilm, maar schetst ook een heel mooi beeld van eenzaamheid. Volgens mij hebben we dat allemaal wel een keer gehad, zo’n droom waarin je ‘s nachts bent opgesloten in een warenhuis. Toen ik hem voor het eerst zag was ik zeventien. Het is horror, het is gore, en heel opwindend als je ervoor openstaat. Horrorsoundtracks heb ik ook altijd verzameld. Vraag me niet waarom, want een soundtrack als Scanners ga je niet echt opzetten, maar het zijn wel dingen die ik fysiek wil bezitten.’

Wat was de laatste soundtrack die je kocht?
It Follows, met die prachtige uitgerekte noten, en de soundtrack van die film waarin Scarlett Johansson een buitenaards wezen speelt (Under The Skin – TvV). En Hans Zimmer die voor de Inception-soundtrack Non, je ne regrette rien van Edith Piaf digitaal heeft uitgerekt tot anderhalf uur, en daar dan strijkers overheen heeft gearrangeerd, dat vind ik toch vrij kick-ass.’

Dilemma: moet een soundtrack slechts ondersteunend zijn, of mag hij flink de aandacht trekken, waarmee hij misschien zijn doel voorbijschiet?
‘Als je Psycho of Vertigo van Bernard Hermann hoort, dan is de soundtrack wel ondersteunend, maar hij zegt ook: ik ben óók belangrijk. En ook al zie je de film er niet bij: juist die John Williams- en Bernard Hermann-soundtracks, of Jerry Goldsmith, kun je heerlijk thuis draaien.’

‘Maatschappelijk geëngageerde muziek is een slangenkuil.’
‘Maatschappelijk geëngageerde muziek is een slangenkuil.’
lees verder »
1/2/3/4