Tonio van Vugt
Berberian Sound Studio info
*****
Peter Strickland
31-01-2013 12:30 Pathé 7

Omdat ik regisseur Peter Strickland heb geïnterviewd, heb ik Berberian Sound Studio twee keer gezien. En dan wordt bevestigd wat ik de eerste keer óók al vond: dit is een heel bijzondere film. Ik moet het dan ook oneens zijn met het oordeel van collega Marinus de Ruiter: het is wat mij betreft één van de hoogtepunten van dit IFFR. De film zit vol kleine details en grapjes de oplettende kijker, zoals de geluidsbanden met de mantelklok die de aan heimwee lijdende Gilderoy afdraait, en de onbedoelde woordgrapjes in de brieven van zijn moeder (‘I hope you’re coping allright with the food down there’).

Strickland besloot om regisseur te worden na het zien (en hóren) van Eraserhead, en het is dan ook niet verwonderlijk dat BSS - meer nog dan het een ode is aan de Italiaanse giallo - de sfeer ademt van het werk van David Lynch (er is natuurlijk wel een directe lijn te trekken van bijvoorbeeld Dario Argento’s Suspiria naar de droomwerelden van Lynch). Voor wie hem op het festival gemist heeft: de film zal eind april uitgebracht worden in de Nederlandse filmhuizen. Het interview met Strickland kunt tezijnertijd in Zone lezen.
Marinus de Ruiter
Berberian Sound Studio info
*****
Berberian Sound Studio

Het idee achter Berberian Sound Studio is fantastisch. Wat we zien is betrekkelijk saai: een donkere studio in de jaren ’70 waar filmgeluid opgenomen wordt. Veel prikkelender is wat we horen: doodsreutels, galmende kerkers en krijsende heksen. We volgen Gilderoy, een Britse geluidstechnicus en geluidenmaker die ingehuurd is door de Italiaanse sensatiefilmer Santini. Langzaamaan verliest Gilderoy de controle over het geluid en wordt hij meegesleept in de gruwelijke beeldenstroom van Santini.

In Santini's film worden schedels ingeslagen, haren uitgetrokken en intieme delen bewerkt met gloeiende poken, maar noem het alsjeblieft geen horror! Met zijn heksenfilm wil hij een eerlijk beeld geven van waar de mensheid toe in staat is, legt de gladde Italiaan uit aan de stijve, verlegen Engelsman, die morrend instemt.

Wanneer Santini zich later toch de woorden ‘ultieme horror’ laat ontglippen is het al te laat: Gilderoy heeft zich met volle overgave in het project gestort en kan voor zijn gevoel niet meer terug. We zien niet wat hij op zijn netvlies krijgt, maar de geluiden doen het ergste vermoeden. Het blijkt in ieder geval te veel voor een man van middelbare leeftijd wiens ultieme kick het uitvliegen van een nestje tjiftjafs in de tuin van zijn moeder is.

Prachtig wordt in beeld gebracht hoe Gilderoy in de studio vol vintage apparatuur te werk gaat, hoe hij het ijzingwekkende gegil van de actrices vastlegt, hoe hij twee excentrieke foleyartiesten (geluidenmakers) aanstuurt om op meloenen in te hakken die de opengebarsten schedels moeten verklanken. Je zou Berberian Sound Studio kunnen omschrijven als een psychologisch drama, maar vaak voeren de tragikomische elementen de boventoon.

Al vanaf het moment dat hij binnenstapt kan Gilderoy zich moeilijk staande houden tussen de losbandige actrices en de grijpgrage macho’s in de Italiaanse studio. Geen wonder dus dat hij op een gegeven moment zichzelf verliest en geen verschil meer ziet tussen film en werkelijkheid. Jammer aan Berberian Sound Studio is dat dit proces zo traag verloopt dat verveling om de hoek loert.

In film domineert beeld over geluid. Regisseur en musicus Peter Strickland probeert dit om te draaien in Berberian Sound Studio. Hij slaagt daar maar ten dele in; zeker in de laatste fase verzinkt de film in vage visuele effecten. Toch is een bioscoopbezoek de moeite waard voor iedereen met een bovengemiddelde interesse in geluid, al is het alleen al vanwege de adembenemende kwaliteit van de soundtrack.

Mooie extra’s zijn de muziek van Broadcast, de gastrollen (o.a. de absurdistische performance-kunstenaars The Bohman Brothers) en de inside jokes; ‘Berberian’ zou bijvoorbeeld een Italiaanse verbastering van ‘barbarian’ kunnen zijn, maar het verwijst tegelijk naar stemkunstenares Cathy Berberian. En van de filmoperateur is alleen een zwarte leren handschoen te zien, net als bij de moordenaars in de echte Italiaanse horrors uit de jaren ’70.