Marcel Ruijters
De kinderen van de wind 6: Het kleine meisje Bois-Caïman 1 - François Bourgeon
*****
De langverwachte doorstart van Bourgeons meesterwerk

De kinderen van de wind van François Bourgeon mag een van de meest invloedrijke stripseries van de jaren '80 genoemd worden. Sindsdien zijn de historische strips in Frankrijk niet te tellen. Een zo gezwollen reputatie werkt in je nadeel als je twee decennia later de draad weer oppakt. Voor de sceptici stel je per defenitie teleur, net als zovele popgroepen die in de jaren '80 populair waren en geconfronteerd met een pensioengat, tot een amechtige reünie besluiten. Maar om nu alvast een oordeel weg te geven: de schade valt alleszins mee.

Dit komt om te beginnen omdat Bourgeon voor een psychologisch slimme openingszet heeft gekozen, namelijk een sprong in de chronologie van zijn vertelling. We zien in het bij de nieuwe uitgever 12 bis verschenen zesde deel Het kleine meisje Bois-Caïman Boek 1 zijn idealistische heldin Isa de Marnaye terug wanneer zij bijna een eeuw oud is. Het jaar is 1863. Voorbij is het tijdperk van de gepoederde pruiken, de laatste veldslagen van de Amerikaanse burgeroorlog vinden plaats. Net als bij de start van het eerste deel van de reeks is er sprake van twee Isa's. Ter herinnering: een persoonsverwisseling was de katalysator voor alle stormachtige verwikkelingen. Isabeau de Marnaye en Agnes de Roselande waren 8 jaar toen ze door een domme streek voorgoed van identiteit verwisselden. Isa (dus eigenlijk: Agnes) werd voor vijf jaar in een kil klooster weggestopt en zinde sindsdien slechts op wraak op haar dubbelgangster, maar raakte op haar eerste zeereis betrokken in kwesties die groter bleken dan het onrecht dat háár was aangedaan. Nu volgen we in de eerste instantie haar achterkleindochter Zabo (óók een afkorting van 'Isabeau') in het door de burgeroorlog verscheurde Louisiana. Behalve de strijd tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten van de VS, spelen ook de moeizame verhoudingen tussen Franstalige en Angelsaksische blanken, de Cajuns, de Indianen en natuurlijk de onderdrukte zwarten. Zabo lijkt maar weinig op de idealistische Isa (die immers zelf enkele jaren van opsluiting in een klooster heeft gekend). Zabo komt uit een gefortuneerde Zuidelijke familie, die door de burgeroorlog en persoonlijke rampspoed alles is kwijtgeraakt. Zabo heeft zodoende een cynische instelling. Samen met de Franse fotograaf Quentin Coustans belandt ze bij een van de weinige verre familieleden die ze nog heeft. Isa de Marnaye woont in een geïsoleerd landhuis in de binnenlanden van Louisiana en vult haar dagen met tekenen en het schrijven van haar memoires. Voordat ze elkaar zien, is de lezer al een kleine vijftig pagina's gevorderd. Dán pas wordt de draad echt opgepakt en leren we hoe het haar vergaan is sinds ze in 1782 op het eiland Santo Domingo de vrijheid vond en haar geliefde Hoël voor altijd moest laten gaan.
Om haar vrijheid en die van haar metgezellen te winnen, was Isa genoodzaakt een zeereis op een slavenschip te ondernemen. Hierna lukt het haar niet om zich te ontrekken aan de slavenhandel, hoezeer ze die ook verafschuwt*); ze treedt in dienst van de plantagehoudster Claire de Magnan. Wel sluit ze enkele vriendschappen met zwarten. Hierdoor zal ze bij de uitbraak van een slavenopstand aan de dood ontsnappen, zij het op het nippertje.

Het kleine meisje Bois-Caïman Boek 1 eindigt met een subtiele cliffhanger. Zoals eerder opgemerkt komt het verhaal maar traag op gang. Dat hoeft op zich geen bezwaar te zijn. In de eerste vijf delen buitelden de intriges zozeer over elkaar heen, dat Bourgeon vaak twintig of meer paneltjes per pagina nodig had om zijn eigen vertelling bij te houden. Het is jammer dat we voorlopig nog niet zo veel te weten komen van Zabo. Haar balts met Quentin wordt wel heel omfloerst in beeld gebracht en bij een breeduitgesponnen confrontatie met een troepje Zuidelijke deserteurs zakt Bourgeon nogal door het ijs als tekenaar van actiescènes. Hij is op dit vlak op zijn best door zijn decoupage; hij zal altijd sterk afhankelijk zijn van foto's en historische documentatie. Daar staat tegenover dat de kleuren er schitterend uitzien. Het is een genot om te zien wat een ouderwets mooie resultaten ecoline nog altijd geeft. Dit is op zichzelf al goed voor een dikke waarderingsster. Je moet er niet aan denken dat iemand als Bourgeon ooit met digitale middelen zou moeten gaan inkleuren. Brr. Het siert hem ook dat hij niet de makkelijkste weg heeft gekozen, namelijk op dezelfde voet verder gaan en Isa en Hoël elkaar hollywoodiaans laten terugvinden temidden van spannende piratenavonturen. Of Zabo interessant genoeg is voor de hoofdrol die haar is gegeven, moet echter nog blijken. Een definitief oordeel over deze doorstart laat dus nog op zich wachten, maar je pakt er automatisch de eerste vijf delen bij en voor je het weet ben je weer een paar uurtjes verder. Dat punt is alvast binnen.

*) NB: Natuurlijk is De kinderen van de wind een bevlogen aanklacht tegen de slavenhandel, maar wie meent Bourgeon van politiek correcte boodschapperigheid meent te kunnen beschuldigen, dient bij herlezing van de reeks ook te letten op de wreedheden die Afrikanen elkaar aandoen, zoals bijvoorbeeld in de straf die de vorst van Dahomey voor ontrouwe haremvrouwen heeft bedacht: ze worden levend door mieren verslonden. De auteur toont fijntjes aan dat Afrikanen al aan slavernij deden, lang voordat blanke kopers zich aandienden.

De kinderen van de wind 6: Het kleine meisje Bois-Caiman 1 - Francois Bourgeon
12Bis, € 17,95, hardcover
ISBN 9782356480958