Het Bluegrass Festival strijkt voor de vierde keer neer op het sfeervolste plein van R’dam-noord: het Pijnackerplein. Op 28 en 29 juni kun je daar genieten van rootsmuziek uit de jaren 40 en 50 van Amerika: bluegrass, swamp-blues, hillbilly, country, folk, western-swing en rockabilly. Bekijk hier het programma met wel 17 bands. Extra bijzonder is het optreden van Les Primitifs du Futur, een band waar Robert Crumb mede-oprichter van was. Het festival is gratis toegankelijk en dat is nog lang niet alles: Doe mee met de jamsessies en workshops door bekende bluegrass-artiesten of luister naar de live interviews en hoor waardoor zij geïnspireerd raakten en wat hen motiveert als artiest.

Strips krijgen dit jaar een zeer prominente plaats. In een speciaal ontworpen tent en de Cartoon Gallery ontdek je zelf hoe cartoons gemaakt worden, leer jezelf tekenen en bekijk je wat voor talenten er zijn. Er is werk van o.a. Wasco, Marcel Ruijters, Sandra de Haan en Alice Kok te zien. Op de grote pick-nick weide kun je genieten van de zon, culinaire snacks en speciale biertjes. Ook voor kinderen is er van alles te doen. Op de festivalmarkt is Zone 5300 weer te vinden met nieuwe strips, sterk afgeprijsde buitenkansjes en signerende tekenaars. Bij onze stand zal Marloes Messemaker portretjes tekenen van de bezoekers. We zijn beide dagen van 12:00 tot 22:00 aanwezig. Het gaat vast weer erg gezellig worden, dus kom vooral even langs!

Sandra de Haan
Slint - Tivoli/Vredenburg - 5 juni
*****
Het splinternieuwe muziekpaleis Tivoli/Vredenburg naast Utrecht CS is een indrukwekkend bouwsel. Pas als je de vier roltrappen omhoog bent gegaan om de Pandorazaal te bereiken merk je pas hoe hoog het eigenlijk is. Daar, met uitzicht over de stad, speelde Slint, een legendarisch bandje uit Louisville, Kentucky. Ze worden beschouwd als de eerste postrock-band, een genre dat inmiddels alweer geschiedenis is. Hun nog altijd grote populariteit hebben ze te danken aan slechts twee platen: Tweez (1989) en Spiderland (1991). De laatste 23 jaar hebben ze, op een nogal minimaal ep-tje na, niets meer uitgebracht. Dat heeft hun populariteit niet geschaad, integendeel zou je bijna denken. Slint is er een cultband mee geworden. De kleine zaal was behoorlijk vol gestroomd met voornamelijk veertigers (waaronder maar een handjevol vrouwen). Daar hoefde je je met een grijze coupe even niet oud te voelen.

In Paradiso speelde Slint in 2007 een hele plaat integraal na, noot voor noot. Dat er ook nu niet geïmproviseerd of verrast zou gaan worden viel wel te verwachten. Bands die oude successen live blijven spelen zonder nieuwe albums te maken krijgen nogal eens kritiek. Slint niet; deze mannen worden overal steevast met een soort heilig ontzag ontvangen. Okee, die platen waren dan ook wel erg goed, maar toch. Bijzonder is het wel. De zanger leek de idolate reacties van het publiek wel grappig te vinden: “You guys are too easy!”. Hij had wel een beetje gelijk. Wie ging de meest voor de hand liggende vraag van de dag stellen: “Got any new songs?!” Niemand. We hadden een prima avond met z’n allen. Dat ga je niet verstoren met kritiek. Wat het nieuwe pand nog mist aan rock-‘n-rollsfeer wordt ruimschoots goed gemaakt door het veel betere geluid. Slint klonk simpelweg perfect, haarscherp. De zanger was eerst wat slecht te horen, maar dat werd later beter. Er werd bijna maniakaal nauwkeurig gespeeld, zonder dat het saai werd. Oordoppen waren (op een enkele uitbarsting na) niet eens nodig. Als eerste toegift kwam daar zowaar iets dat op een nieuw nummer leek! Let wel: ‘be careful what you wish for’. Het stak nogal schamel af tegen de uitstekende set die ze net gebracht hadden. Tijd om moe maar voldaan naar huis te gaan.

Sandra de Haan
Felix Kubin met Mitch & Mitch
*****
Zaterdag 14 december - WORM, Rotterdam.
De Duitse electropop-componist Felix Kubin is aardig productief geweest. Onlangs verscheen zijn nieuwe soloplaat Zemsta Plutona, waarop hij zoals altijd een ironisch soort futurisme mixt met een oost-Europees aandoende retrosound. Ondertussen is hij ook met de Poolse groep Mitch & Mitch aan de slag geweest, resulterend in een toernee door tien landen is slechts veertien dagen. Een negenkoppige rock & roll bigband met veel electronica. In elk land deden ze één show, waarvoor ze elke dag honderden kilometers moesten rijden. Daarom waren ze nu ‘totally fucked’, zo legde Kubin even uit voor aanvang van deze allerlaatste show in WORM. ‘Especially these guys’, wijzend naar het trio Tomek, Tomek en Darek, de saxofonist, trombonist en trompettist van het gezelschap. Ja ja, een blazerssectie, dit was geen gewone band. Twee drummers, twee gitaristen (die ook electronica en diverse percussie-instrumenten bedienden) en een bassist. Dirigent en ster van de avond was natuurlijk zanger-toetsenist Kubin, maar hij had een geduchte concurrent in de man die achter de dubbele vibrafoon stond. In razend tempo vulde hij met vier stokken in de hand de toetsenpartijen aan, beloond met uitzinnig gejoel van het publiek.

Bijna alle nummers in de set waren speciaal voor deze samenwerking geschreven; slechts zo’n drie tracks waren bewerkingen van oudere Kubin-werkjes, zoals het bijzonder geslaagde Antarktis Slow Rock. De composities wemelden van de tempowisselingen, breaks en andere zaken die bijzonder veel concentratie en repetitietijd vergen. Kubin’s waarschuwing dat de band op z’n tandvlees liep had achterwege kunnen blijven; er werd scherp en energiek gespeeld en de interactie tussen band en publiek werkte ook goed mee. Naast de complexere composities werd er af en toe ook lekker simpel rechtdoor gerockt met de gitaren, zoals op het wat saaiere Narzissmus Und Musik (opgedragen aan de Rotterdamse componist Harry Merry, de volgens Kubin enige niet-narcistische mens op aarde). Voor de afwisseling ook best lekker. Het concert was anderhalf uur later begonnen dan gepland, vanwege computerproblemen. Maar dat was allemaal vergeten zodra dit feestje begon. Zeer geslaagd concert. De tracks zijn op de cd Bakterien & Batterien verschenen bij zijn label Gagarin Records. Op de gedeeplinkte pagina’s zijn enkele fragmenten te horen.

Bluegrass Festival op het Pijnackerplein - 28 & 29 juni
Op 28 & 29 juni organiseert Kito Events weer een Bluegrass Festival in Rotterdam-Noord, een brede mix van Amerikaanse rootsmuziek met de wortels in de jaren 40 en 50: swamp-blues, hillbilly, oldtime-country, folk en rockabilly. Vrijdag bevat het live programma 3 bands en start om 19:00. Zaterdag zijn er bands van 12:00 tot middernacht. Bekijk het programma hier. Naast muziek is er ook een festivalmarkt. Je vindt er onder andere de mooiste ukelele’s, stapels vinylplaten, prachtige lederen accessoires, vintage kleding en andere (ambachtelijk vervaardigde) producten. Zone 5300 heeft ook een kraam met strips, small press en magazines. Er schuiven diverse tekenaars aan: Marcel Ruijters, Evalien, Robert vd Kroft, Kenny Rubenis, Tonio van Vugt, Sandra de Haan en wie weet nog meer.

Ook zijn er kinderworkshops, een strip-expo en een wedstrijd: Ben jij een flatpickers, stringpickers oftewel een echte snaarplukker? Ben je professioneel muzikant of amateur? Geef je dan nu op voor de The Fellowship Of Acoustics Flatpickers wedstrijd. Alle instrumenten zijn denkbaar, banjo, gitaar, mandoline, contrabas etc. Als het maar snaren heeft! Meer hierover lees je hier.
(De flyer is ontworpen door Kito zelf, het rechter ontwerp is van Marcel Ruijters).
Op zaterdag 30 juni vindt op het Pijnackerplein in Rotterdam Noord het Pijnackerplein Bluegrass Festival plaats. Een Raw Music festival in het Oude Noorden, gratis toegankelijk. Van 11:30 tot 00:00 treden er op deze bijzondere plek diverse nationale en internationale bands op uit de wereld van de authentieke Bluegrass, Hillbilly, Folk en Rockabilly. De organisatie van het festival is in handen van Stichting Kito Events. Kom genieten van dampende Bluegrass en gruizige Country, op het onontdekte pareltje van het Oude Noorden, het Pijnackerplein. Er is ook een festivalmarkt, waar Zone 5300 een kraam heeft.

Optredens: Het festival wordt afgesloten door niemand minder dan Lucky Tubb and the Modern Day Troubadours. Lucky Tubb, neef van Country legende Ernest Tubb, speelde onder andere met Hank III en Wayne Hancock en staat garant voor echte Amerikaanse Hillbilly Honkytonk van de allerhoogste plank. De New Yorkse Banjo virtuoos Morgan O’Kane wordt begeleidt door twee Hackensaw boys. Met z’n drieën zullen zij het publiek met hun bedwelmende speelstijl meezuigen, het diepe zuiden van Amerika in, waar de roots liggen van de meeste zo niet alle hedendaagse muziek. Ook de Blue Grass Boogiemen uit Nederland treden op. Met hun professionele High speed Bluegrass behoren zij tot de beste internationale Bluegrass bands van dit moment. Ook te zien: The Jolenes (Traditionele Bluegrass van charmante dames uit Londen), Tio Gringo (Brabantse Country trash), Halfway Station, Gritty Indie Folk (Rotterdam), Jesus Evil Highway, Dark grass, The Fournicators en Hillbilly Bluegrass Punk.

Programma: Met de Bluegrass Workshop van De Blue Grass Boogiemen, willen wij buurtbewoners en iedereen die nog nooit met deze muziekstijl in aanraking is geweest kennis laten maken met deze aanstekelijke, bijzondere en relatief nieuwe volksmuziek uit Amerika. Met een jamsessie tussen autochtone (Bluegrass) en allochtone (Turkse/Marokkaanse) muzikanten zal geprobeerd worden de culturen uit het Oude Noorden dichter bij elkaar brengen. Om NIEUW Bluegrass talent te stimuleren is er de Budweiser Budvar Talent Show, hoofdprijs: een groot geldbedrag! De illustratie links is gemaakt door Marcel Ruijters. Meer info over het festival op: www.bluegrassfestival.nl.
*****
Podium Grounds, Rotterdam (zaterdag 22 oktober)
Zanger Han Buhrs bracht in 2006 vier ervaren muzikanten bij elkaar uit verschillende windstreken. Gitarist René van Barneveld speelde eerder in de rock-rapgroep Urban Dance Squad. Luc Ex was tot 2002 zo’n twintig jaar bassist geweest van The Ex. De Bulgaarse Tatiana Koleva komt uit de modern klassieke hoek en speelt hier vibrafoon en slagwerk. Een opmerkelijke combinatie als deze wil je na erover gelezen te hebben liefst meteen live horen. Zou Rubatong klinken als de som der delen: rock plus jazz, blues en modern gecomponeerd, gebracht met een geëngageerde punk-attitude? Of toch heel anders? Gelukkig kon zaterdag al de proef op de som worden genomen.

Podium Grounds adverteert met een ludiek commentaar op het veelbesproken Rotterdamse live-circuit: ’Watt, maar dan open. Dunya, maar dan droog’. Een podium voor wereldmuziek is niet de plek waar je zo’n experimentele act zou verwachten. Toch kwam Rubatong in deze kleine Delfshavense club de nieuwe cd aanprijzen. Het publiek van voornamelijk veertig-plussers werd getrakteerd op een vlammende set met uitstekend geluid.

De verschillende achtergronden binnen Rubatong springen natuurlijk het meest in het oog, maar dit aspect verdween al snel naar de achtergrond. Want niet de verschillen, maar wat de muzikanten gemeen hebben is waar Rubatong om draait. Allemaal hebben ze een goedgevulde rugzak om uit te putten. Han Buhrs is een vocalist die zich niet beperkt tot één genre: hij doet aan jazz, rock, wereldmuziek en improvisatie of een combinatie daarvan. Hij zoekt de grenzen op van wat nog zingen is (soms aangevuld met loops en effecten). Koleva is docent bij het Codarts Conservatorium en heeft over de hele wereld met talloze groepen en orkesten gespeeld, waaronder De Volharding, het Asko-Schönberg, Concertgebouworkest, theatergroep Hollandia en Orkater. Luc Ex speelde ook met Four Walls geïmproviseerde muziek en heeft de beperkingen van punk allang achter zich gelaten. Hij gooit zijn hele fysiek in het trekken aan die akoestische bassnaren. De wat introverte René van Barneveld kan zo’n beetje alles uit zijn telecaster halen wat hij maar wil en de klassiek geschoolde precisie van Koleva houdt ten slotte alles bij elkaar. Het hechte samenspel van deze flexibele geesten is puur genieten.

Han Buhrs bespeelt zijn publiek als een charismatisch acteur. Zijn rauwe stem is de ene keer fluisterend, poëtisch, dan weer samengebald in een explosieve rant. “He had a severe case of winter in his head” werd voelbaar gemaakt door een noise-uitbarsting. Amerikaans Engels ligt hem het beste. Daarin kan hij grommen, krijsen en mompelen als het neefje van Tom Waits. Af en toe is er een uitstapje naar Duits en Frans, maar de directheid van het Nederlands maakt toch het meeste indruk. De beginzin “Is er iets? Wat is er?” leverde een van de mooiste momenten van de avond op. Ook een tekst bestaande uit bijna alleen maar woorden met een F was een fijn staaltje jazzpoëzie vol humor en dagelijkse ergernissen van de fatale fiscus tot frutselende filatelisten.

Het enige minpunt was de dronken dj, die tussen de nummers door hinderlijk de aandacht trok. Na een modern gecomponeerd stuk met Koleva’s vibrafoon in de hoofdrol, leverde de opmerking “Nou, dat was wel erg vreemd hoor!” een wat genant moment op. Maar een professional laat zich daar natuurlijk niet door afleiden. Buhrs introduceerde het volgende stuk met “Daar gaan we nu wat aan doen”, gevolgd door een bluesy nummer dat rockte als een gek. Hopelijk gaat Grounds vaker acts boeken die te experimenteel zijn voor Rotown en te rock-achtig voor Worm. Luister U-Turns op YouTube.
*****
23 september - Schouwburg Rijswijk. Op tournee door Nederland tot en met 24 december.
De buitenwijk van Rijswijk die de schouwburg omcirkelt waar Moke haar theatertournee gaat beginnen oogt mistroostig. De truien en afgezakte broeken in de foyer zijn ook niet direct uit een hippe Grolsch-reclame weggelopen, maar de vijf muzikanten uit Amsterdam zijn onverstoorbaar cool. Op een volledig zwart toneel staan ze te wachten terwijl een harteklop langzaam overgaat in een flatline. Als My Death begint en alleen zanger Felix Maginn aangelicht wordt door een slingerende huiskamerlamp klinkt hij meer als Bowie dan Scott Walker.

Moke gaat het theater in met muziek van een aantal van hun helden als Echo & The Bunnymen, Duran Duran, U2 en Bruce Sprinsteen. Nummers over dood en afscheid nemen, vriendschap en verlies zijn als een langgerekte videoclip achter elkaar gemonteerd. De jaren-tachtig melancholie van een aantal nummers is terug te vinden in gestileerde belichting en filmbeelden. Minimalistische shots van harten, bloemen en deuren die traag opengaan, maar ook crash-test dummies bij het refrein van There is a Light That Never Goes Out van The Smiths. The Drugs Don’t Work van The Verve gaat automatisch over in Steets of Philadelphia van Bruce Springsteen. Maginn kruipt zo in de songs dat het lijkt of het eigen nummers van Moke zijn. Na de verplichte pauze wordt de flow weer slim opgepakt met een gedicht van Robert Graves, waarna het tempo flink opgevoerd wordt. This Plan van Moke’s eerste cd blijkt naadloos in The Killing Moon van Echo & the Bunnymen te passen. Het geluidsniveau in de laatste nummers wordt flink opgerekt, een finale waarin de bescheiden gitarist Phil Tilli het pluche helemaal van de stoelen speelt.

Als het licht langzaam dooft en het overdonderde publiek al bijna op wil staan is er nog een verrassing: aan de rechterkant van het toneel floept een spot aan en Maginn geeft als afsluiter nog een onvermoede Elvis-persiflage ten beste. Om nog na te genieten is er van de Moke-versies een cd, met een door The Stone Twins prachtig vormgegeven boekje. Het is alleen te koop in de theaters, waar het door de heren met groot plezier wordt gesigneerd, zoals te zien op de foto met gitarist gitarist Phil Tilli op de voorgrond.

Zone 5300 is zondag 3 juli op Metropolis Rotterdam
Op zondag 3 juli is Zone 5300 te vinden op het Metropolis festival in het Rotterdamse Zuiderpark. Op deze 23e editie kun je gratis genieten van onder andere Les Savy Fav, The Vaccines, Kleine Viezerik, Black Milk, Kurt Vile en Pop Up Animal Kids. Bekijk hier het hele programma.

Tussen de bandjes door kun je op de festivalmarkt cd’s, zonnebrillen, posters, buttons, T-shirts en rare hoedjes scoren. Kom dan meteen even bij onze stand het Zone 5300-zomernummer halen, alleen op Metropolis voor de kennismakingsprijs van €5 (in plaats van €6,75). Ook op de boekentafel: nieuwe aanwinsten in de webshop van Kim Duchateau (Roodheidswaanzin), Tim van Enthoven (Binnenskamers), Rob van Barneveld (Rood Gras #2), Milan Hulsing (Stad van Klei), Windig & de Jong (Heinz, The Graphic Novel), Floris van Oudshoorn (Swamp Thing 4), Daniel Clowes (De ideale man), Het Amsterdam van Theo van den Boogaard en de prachtige box met vijf boekjes van Nora Krug (Roodkapje Redux).

Check ook even onze speciale festivalaanbiedingen! met kortingen tot wel 40%. Diverse tekenaars (waaronder Nozzman en Ckoe) signeren hun boeken en maken een unieke tekening op jouw tas, petje, of shirt. Het belooft mooi weer te worden dus het pijnloos inkten van bovenarmen behoort ook tot de mogelijkheden. Tot ziens in het park!

Bas de Koning
Concertverslag: Portishead
Woensdag 15 juni - Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht
Naar een concert van het Britse triphopcombo Portishead ga je niet voor de interactie tussen band en publiek. Verbazing alom dus toen de introverte zangeres Beth Gibbons besloot om na de toegift Roads van het podium af te springen en een rondje door de zaal te lopen. Portishead laveerde deze avond tussen avontuur en retrospectief. Het avontuur kwam voornamelijk van de laatste plaat Third (2008), maar het publiek beviel vooral de crowdpleasers van het debuut Dummy (1994). De rauwe techno-elektronica van de laatste plaat verhield zich echter moeizaam met de jazzy triphop sound van weleer. Zo viel je van het intense The Rip ineens in het soepel groovende Glory Box om daarna weer te switchen naar het duistere Magic Doors. Portishead hinkte deze avond op twee gedachten.

Werd bij de meer recente nummers nog enigszins geïmproviseerd, de oude nummers werden identiek aan de plaatversie uitgevoerd. Geen scratch, beat of gitaaraanslag werd gewijzigd. De vraag drong zich op waarom een band die duidelijk het avontuur niet schuwt er niet voor had gekozen een nieuwe draai te geven aan de oude nummers om zo een veel consistentere set te creëeren. Oude nummers een nieuwe draai geven kunnen ze namelijk wel: Wandering Star kreeg een bijna minimalistische make over. De ijskoude benadering van dit nummer tilde het naar een hoger plan, wat bij andere oude nummers zoals het eerder genoemde Glory Box en Sour Times gemist werd. Ondanks dit punt van kritiek viel er veel te genieten in Vredenbrug. Hunter, Chase The Tear en het repetitieve Machine Gun werden met verve neergezet, begeleid door zwart/wit videokunst. Een van de toegiften was het intense We Carry On. Laten we dat laatste hopen want bands als Portishead zijn dun gezaaid.

Peter ter Mors
Josh T. Pearson + voorprogramma: Hannah Peel.
*****
Donderdag 19 mei in De Duif, Amsterdam.
Enigzins gehaast loop ik om half acht binnen bij De Duif. In deze voormalige katholieke kerk zal volgens planning op dat moment het concert van Josh T. Pearson beginnen. Deze kerk is een mooie plek voor een zwaarmoedige zanger die zijn liedjes vol stopt met relieuge verwijzingen. Bij binnenkomst zit de bebaarde Texaan rustig met twee jonge vrouwen aan de rand van het podium. Met enig argwaan, ingegeven door verhalen over pistoolzwaaien en messentrekkerij, loop ik op hem af en maak een foto. Die verhalen blijken mee te vallen: een vriendelijke glimlach is mijn deel. Nadat de roodharige Ierse schone Hannah Peel een meer dan verdienstelijk voorprogramma heeft gegeven betreedt om half tien eindelijk Josh T. het podium. Als zijn akoestische gitaar na enig gerommel is ingeplugd en de eerste akkoorden zijn aangeslagen voert een lichte huiver door de kerk. Dit is veel te hard en de microfoon lijkt zijn stem niet te verdragen. Maar gaandeweg het openingsnummer Sweetheart, I Aint Your Christ vindt hij zichzelf, en zijn publiek weer terug. Het nummer duurt minstens tien minuten en zijn stem wordt langzaam zachter en minder grillig.

Als het nummer ten einde is lijkt hij zichtbaar opgelucht en begint meteen grappen te maken. Dat het jammer is dat er minder meiden dan jongens naar zijn show komen, maar dat jongens gelukkig meer platen kopen na de show en een artiest ook moet leven. De geest lijkt nu uit de fles. Nu ik hem zie spelen valt me pas op dat hij zijn gitaar niet aanslaat maar tokkelt alsof het een ukelele is. Dat doet hij soms zo woest en manisch dat het lijkt alsof hij in zijn eentje The Jesus And Mary Chain van het podium probeert te spelen. Hij heeft een bezwerende, soms lamenterende stem en als hij dan ook nog op zijn knieën zakt en met zijn bebaarde hoofd omhoog kijkt naar het plafond is het bijbels tafereel helemaal compleet. Hij lijkt zelf net zo onder de indruk van wat er gebeurt als het publiek. Tussen de nummers praat hij als een stand-up comedian. ‘I don’t like the way he is holding that child,’ zegt hij terwijl hij naar een kitscherig beeld in de hoek wijst, alsof hij het voorafgaande probeert te relativeren.

Als hij het na ruim een uur voor gezien houdt is meteen duidelijk dat er geen toegift komt. Niet erg, dit was meer dan een mens verdragen kan. Terwijl hij na het optreden staat te signeren vraag ik hem waarom hij het meest indringende nummer van de cd, Honeymoon’s Great! Wish You Were Her, niet heeft gespeeld. In dat nummer bezingt hij hoe hij verliefd werd op iemand anders dan zijn eigen vrouw. ‘No man, that’s too emotional,’ zegt hij.‘ It felt good last year when I recorded it, but I can’t play it anymore.’ Als hij mijn lp signeert met de tekst Upon this rock I will build my church beken ik hem dat ik athaeist ben, waarop hij met klem stelt dat ik toch vooral de bijbel moet lezen. ‘But only the new testament, son.’ Als ik in de lieve ogen van deze woeste reus kijk begrijp ik dat hij het niet zegt om me te bekeren, maar omdat hij hoopt dat ik er, net als hij, troost in zal vinden. Onder: twee door Peter gemaakte foto's.

Sandra de Haan
Nik Bärtsch's RONIN info
*****
Jazz @ Lantaren / Venster, Rotterdam. 1 april
Vijf in het zwart geklede mannen nemen plaats in het donker terwijl de rookmachine alvast de toon zet. RONIN is op toernee om zijn derde cd Llyria te promoten. In lange stukken bouwen de mannen uit Zürich langzaam de spanning op. Bandleider en componist Nik Bärtsch speelt vaak lange tijd maar 2 of 3 noten op de Steinway, perfect gedubbeld door de bassaxofoon. De langharige bassist Björn Meyer lijkt met zijn zessnarige Westone zo uit een symfo-rockband geplukt. Zelf noemen ze hun door Japanse rituele muziek geïnspireerde stijl zen-funk. Melodisch is hun minimalisme soms wat saai: veel herhaling, weinig breaks. Maar die paar simpele noten scheppen juiste alle ruimte voor een enorme hoeveelheid details, tegenritmes en sfeervolle pianolagen. De superswingende grooves blijken de ideale speeltuin voor percussionist Andi Pupato. De blikvanger van de band maakt veel indruk met diverse shakers, bellen en een intrigerend metalen vat dat met elke slag exact het sonar-geluid uit de film Das Boot maakt.

In de muziek van RONIN lijkt timing belangrijker dan de noten. RONIN gaat over het perfecte samenspel, met z'n vijven één organisme zijn. Jazz kun je het nauwelijks noemen: elke noot lijkt vast te staan, ondersteund door de uitgekiende computergestuurde lichtshow, die geen ruimte laat voor improvisatie. Dit is modern gecomponeerde head music. Ook al swingt de band de pan uit, hun Zwitserse precisie komt soms wel wat klinisch over. Gelukkig lachen Meyer en Bärtsch af en toe genietend naar elkaar, wat de uiterst serieuze performance wat lucht geeft.

Voor de klassieke jazz-solo, waarin door bassist of drummer even een heel eigen pad wordt ingeslagen, is in RONIN geen ruimte. Die strenge aanpak zet het publiek op het verkeerde been; het lijkt een slimme strategie. Bassaxofonist Sha lijkt lang een gehoorzaam radertje in de machine, tot hij een altsax pakt en een bijna lyrische Arabische melodie inzet, die in één klap het mooiste moment van de avond oplevert. Zou hij daarom Sha (Sjah) heten? Ook Bärtsch gaat een paar keer onverwacht expressief te keer met handen en stokken ín de piano.

Jaga Jazzist speelde een paar dagen eerder in dezelfde zaal. RONIN heeft duidelijk raakvlakken met deze Noren, met één groot verschil: dosering. Jaga Jazzist speelt met 9 man die allemaal voortdurend hun zegje willen doen, wat vaak een vermoeiende overdaad oplevert. Daar heeft RONIN geen moment last van: ze spelen geen noot te veel. Het geluid in zaal 1 van het nieuwe L/V-gebouw op de Kop van Zuid was al even perfect als de muziek, met precies het juiste volume (zo moet het dus, heren geluidstechnici!). Dat leverde een heerlijk avondje minimal jazzrock op.
Uit je cowboyhoed met Bob Wayne and The Outlaw Carnies
02-02-2011 20:00
Niet alleen kan Kito een aardig cartoontje tekenen (zie hieronder), hij is ook nog eens organisator van diverse festivals waarin bluegrass een opmerkelijke hoofdrol speelt. En The Bluegrass Outlaw Party, in de nieuwe Rotterdamse club Heidegger (Grotekerkplein 70), belooft een bijzonder evenement te worden: er zijn optredens van The Fournicators (hillbillypunkgrass uit Rotterdam met leden van The Uke Box) en Jesus Evil Highway, een rauwe combinatie van western swing, bluegrass en outlaw country met een diepzwart randje, eveneens uit Rotterdam.

De hoofdact is Bob Wayne and The Outlaw Carnies uit Amerika: 'truck driven, gun totin, meth snortin, true American Bluegrass,' aldus de heren zelf. Bobs referenties zijn in orde: hij is roadie geweest bij Hank Williams III (voor wie twijfelt of zoiets nou écht referenties oplevert: Lemmy Kilmister was ooit roadie bij Jimi Hendrix).
Verder wordt de muziekfilm You see me laughin’ van Mandy Stein vertoond, over de levens van onder andere R.L. Burnside, Junior Kimbrough en T-Model Fordand. Bluegrass is al jaren niet dood, het ruikt zelfs weer helemaal fris.
Kaartjes kosten €10,00, de avond begint om 20.00 uur,

Mark van Lochem
Ellen ten Damme' Cirque Stiletto
*****
Een fascinerend en curieus spektakel, waarbij je wilt blijven zitten voor de volgende rit
Elllen ten Damme is een bijna ongrijpbaar fenomeen. Ze is al jarenlang een bekende naam, maar bijna niemand weet precies waarvan. Toch heeft ze al een lange carrière achter zich. Met haar eerste bandje The Hit stond ze als 16-jarige al in het voorprogramma van jaren-80-poprockers Mr Mister. In de jaren daarna was ze onder meer in de running voor de hoofdrol in de Nederlandse Speelfilm Honneponnetje (als troostprijs mocht ze de titelsong zingen onder de naam Ellen D.), miste ze op een haar na een gouden kalf voor haar rol in de film De tranen van Maria Machita en ging ze vervolgens voor haar grote passie: muziek. Na enkele cd’s in de jaren 90 die weinig tot niets deden, leek het alsof haar carrière een stille dood zou sterven. Ze week uit naar Duitsland waar ze in verschillende films speelde en in grote arena’s zong, samen met Udo Lindenberg. Ook zou ze bijna door Duitsland zijn uitgezonden voor het songfestival; het nummer Plattgefickt werd echter nét niet gekozen. Uiteindelijk ontdekte Nederland haar steeds meer en meer. Haar cd Impossible Girl werd goed ontvangen en dankzij haar aanwezigheid in uitverkochte shows als De vrienden van Amstel Live en goed gekozen deelname aan diverse tv-progamma’s werd ze steeds bekender. Vorig jaar ging het roer om en verscheen de uitstekende cd Durf Jij, met teksten van Leonard Ilja Pfeijffer.



Afgelopen zomer kreeg ze de kans van haar leven: ze mocht in Carré Cirque Stiletto presenteren. Alhoewel, presenteren… Cirque Stiletto is een kunst- en vliegshow met Ellen als piloot: een mix van circus, revue, rockconcert en burlesque. Tweeënhalf uur lang wordt het publiek getrakteerd op weergaloze acts die naadloos overgaan in zang- en dansnummers. Al in de eerste tien minuten hangt Ellen hoog in de piste met een circusartiest, waar ze een nummer zingt terwijl beiden een luchtdans uitvoeren. Volkomen natuurlijk gaat een act van een slangenmeisje over in Baby (Hit Me) One More Time van Britney Spears, dat naadloos vervloeit in Ian Dury’s Hit Me With Your Rhythm Stick en een messenwerpact waarbij de zenuwen van het publiek behoorlijk getest worden. Ellen lijkt in deze omgeving eindelijk volledig tot bloei te komen. Dansen, zingen (waarbij ze even makkelijk schakelt van een overtuigende Nina Hagen naar Lady Gaga) en acrobatiek: werkelijk alles doet ze. (In haar tienerjaren was ze fanatiek turnster, door haar lenigheid komt ze nu moeiteloos mee met de circusartiesten.)
Het heeft vele jaren geduurd, maar eindelijk heeft multitalent Ellen ten Damme een format bedacht waarin ze haar veelzijdigheid volledig kwijt kan. Met een show als deze zou ze nog jaren kunnen doorgaan én voortdurend een nieuw publiek winnen.
Birdfest - een nieuw muziekfestival in Rotterdam
De podia mogen het er dan moeilijk hebben, Rotterdam blijft festivalstad nummer één. Onder het voormalige station van de Hofpleinlijn zal op 7, 8 en 9 oktober de eerste editie van een nieuw muziekfestival plaats vinden. Multiculti Rotterdam is DE crossoverstad van Nederland. Birdfest brengt daarom het beste van alle werelden samen: soul, jazz, latinfunk, hip hop, Braziliaans, boogie, Afro-beat, folk, disco en soulvolle house, plus diverse kruisbestuivingen. Er staan films, bands en vele dj’s op het programma dat u hier kunt lezen.

Alvast wat klinkende namen: New Earth Group, Benji B., Grammaphone Radio & Norman Jay (UK), Kaidi Tatham Quartet (UK), Jono McCleery (UK), Andre Dadi & Friends, Christian Prommer Drumlessons (D) en the Analog deejay team. U kunt er ook nog gepast southern style dineren. En daarna tot diep in de nacht swingen.
Bouw je eigen twaalfsnarige Moodswinger onder leiding van Yuri Landman. Het Rotterdamse podium voor avantgardistisch entertainment heeft weer eens iets bijzonders in de aanbieding. Op zaterdag 23 en zondag 24 oktober kun je er tijdens The Home Swinger DIY Workshop je eigen snaarinstrument bouwen onder leiding van niemand minder dan Yuri Landman. Landman bouwde snaarinstrumenten voor onder andere Liars, Blood Red Shoes, The Dodos, Sonic Youth, het Kronos Ensemble en Jad Fair. De workshop is echt niet alleen voor techneuten. Je hoeft geen praktische of theoretische voorkennis te hebben.

Wat is een Moodswinger? 'De Moodswinger is een twaalfsnarig electrisch instrument, waarbij door middel van een extra verplaatsbare brug de klank van het snaarinstrument verandert in klok- of bel-achtige geluiden. De techniek is gebaseerd op het werk van Glenn Branca en de met schroevendraaier geprepareerde gitaren van Sonic Youth. Ook bekend van Harry Partch, die het verwerkte in zijn Kitara-instrumenten,' aldus Landman. Hij ontwikkelde een speciaal toonsysteem met kleurindicaties waarmee de theorie achter de werkwijze van zijn voorgangers duidelijk in kaart gebracht wordt.

De tweede dag van de workshop wordt aan het voorbereiden van de presentatie gewijd. Die vindt plaats op zondagmiddag om 16:00 uur in het WORM gebouw en is gratis toegankelijk voor iedereen die nieuwsgierig is naar hoe zo'n ding nou klinkt. Je kunt je opgeven bij lukas@wormweb.nl. Workshopdata: zaterdag 23 / 12:00 - 16:00 uur en zondag 24 / 12:00 - 16:00 uur. Kosten: € 120 (inclusief materiaal). Na afloop kun je je eigen Moodswinger mee naar huis nemen. Adres: Achterhaven 148 (Delfshaven).

Michael Minneboo
Een avond met John Lennon-liedjes
Maandagavond vond de Nowhere Boy - A night with John Lennon avond plaats in de Melkweg te Amsterdam. Nederlandse artiesten als Beatrice van der Poel, Daniël Boissevain, Marcel de Groot en Tim Knol zongen een liedje van Lennon. Popprofessor Leo Blokhuis praatte de vertolkingen aan elkaar.

De avond was georganiseerd door Het Parool en A-film, de distributeur van de film Nowhere Boy, over de jonge dagen van Lennon, geregisseerd door de Engelse regisseuse Sam Taylor-Wood. Helaas kon ik niet bij de filmvertoningen zijn, die waren uitverkocht voordat de inkt op de kaartjes droog was. Ik was wel bij de optredens, in een afgeladen Grote Zaal in de Melkweg. En ik heb genoten.

Sinds ik The Beatles als 12-jarige ontdekte op de zolderkamer heb ik al een zwak voor de meest rebelse Beatle en de liefde en bewondering nam in de afgelopen jaren alleen maar toe. Toen ik vorig jaar maart in New York was heb ik dan ook Het Dakota Building bezocht en Strawberry Fields in Central Park, een eerbetoon aan Lennon die jarenlang in New York woonde.



Wat de optredens maandagavond vooral duidelijk maakten is hoe krachtig Lennons composities zijn en hoe sprekend zijn teksten. Ook nu nog. Of moet ik zeggen juist nu nog, want de boodschap van Vrede in de wereld, maar ook de meer persoonlijke verhalen die in zijn liedjes zitten, zijn nu nog net zo relevant als toen. Dat vond het publiek dat de meeste teksten uit volle borst meezong, ook.

Jammer dus dat de artiesten, die allen twee liedjes ten gehore brachten, vaak moesten spieken van een blaadje. En dan nog kwamen de teksten er niet altijd foutloos uit. Ja, ja, noem mij een purist. Het stond gewoon slordig, onvoorbereid.

En dat terwijl de vertolkingen van sommige artiesten indrukwekkend waren. Tim Knol stal ieders hart met zijn vertolkingen van 'Love' en in de tweede set 'Jealous Guy'. De jongen uit Hoorn met het aparte zachte stemgeluid kreeg de hele zaal stil. Kees Prins was een leuke verrassing met 'A Hard Days Night' en 'Nowhere Man'.



Henk Hofstede waagde zich aan 'Strawberry Fields' en 'I am the Walrus'. Het was apart om deze studionummers live te horen. Dat gold ook voor 'Tomorrow Never Knows' uitgevoerd door Leona - een gewaagd stukje waarbij de redelijk in de buurt wist te komen van Beatle-soundtrack, inclusief achterstevoren klinkende gitaar.

Overigens meneer Hofstede, John zong aan het einde van 'Strawberry Fields' "cranberry sauce", niet "I buried Paul" wat u maandag zo ludiek aan het einde van het liedje zong. Ken uw klassiekers.

Het ging nog even mis toen Annet Malherbe te hard op de bel sloeg en deze op het podium tuimelde, een fles water omstootte en het publiek nat spatte. Niet dat dit echt de pret drukte. Rock-'n-roll in de polder, weet je wel.

De avond werd afgesloten met 'The Ballad of John and Yoko' en dat was tot mijn opluchting het enige wat over Yoko hoorden. Gelukkig haalde niemand het in zijn hoofd om een imitatie Yoko neer te zetten, want hoeveel ik Lennon ook bewonder en van zijn muziek kan genieten, het feit dat hij zijn vrouw liet mee blèren op sommige tracks mag toch zeker als een dwaling worden gezien. Ach, imperfectie is wat helden menselijk maakt. En Lennon blijft een held. Ook dertig jaar na zijn voortijdige dood.

Lees ook de recensie van Nowhere Boy.
Sandra de Haan
Laurie Anderson & Basel Sinfonietta
*****
21 maart in De Doelen, Rotterdam
De koeienletters op de concertposter lieten er geen twijfel over bestaat: Laurie Anderson zou de ster zijn van dit avondvullende programma vol nieuwe Amerikaanse muziek. Het begon met een spektakelstuk van adhd-componist John Zorn: For Your Eyes Only. Humorvol en entertaining. Modern gecomponeerd betekende deze avond vooral VEEL en HARD, een geluidsstorm waar de afzonderlijke instrumenten vaak amper meer te horen waren, wat natuurlijk de bedoeling was. Geen pretje voor een tinnituslijder in ieder geval. Maar ik dwaal af: waar was Laurie Anderson? Na lang wachten zette het orkest Fratres in, een alom geliefd stuk van Arvo Pärt. Anderson legde er een tekst overheen, met de bekende trage dictie en perfecte timing. Dat ze haar vocoder in zou zetten viel natuurlijk te verwachten, maar niet dat ze zo goed als onverstaanbaar zou zijn. De zaallichten gingen aan; het was de bedoeling dat er meegelezen zou worden. Als het kopen van programmaboekjes niet in je systeem zit heb je dan wel een probleem. Want juist Anderson’s droogkomische teksten heb ik altijd haar sterkste punt gevonden, meer nog dan haar muziek. Maar Fratres is natuurlijk verre van grappig. Wat ik nog net opving: “When you lose your country, you lose your heart.”

Na de pauze bracht Anderson het tragische reisverhaal van Amelia Earhart, die als eerste vliegenier in 1935 over de Stille Oceaan vloog. Anderson praatte nu gelukkig zonder vocoder, maar was in fluistermodus nog steeds niet optimaal te volgen. Haar gebruik van de elektrische viool was wel een welkom rustpunt na al het orkestrale geweld, maar tegelijk ook wat braaf. Het synthesizertapijtje eronder was zelfs behoorlijk duf. Hier had ik toch meer van verwacht. Met dit tweede stuk was Anderson’s inbreng meteen ten einde. Conclusie: geen ster van de avond dus, maar een wat fletse bijrol. Fans van Het Basel hadden een prima avond, afgaand op het gejoel en geklap na afloop van het apocalyptische Dystopia (Gordon). Voor Anderson-adepten was het beduidend minder.
Sandra de Haan
17 maart in Amsterdam: Hét feest ter ere van Serge Gainsbourg
17 maart in Bitterzoet - Amsterdam
Striptekenaar Joann Sfar heeft een film over Serge Gainsbourg gemaakt, waarin filmmateriaal gemixt is met animaties van zijn hand. Op 17 maart, de dag voordat de schitterende film over zijn heldenleven in première gaat in Nederland, wordt Serges muzikale nalatenschap gevierd in het Amsterdamse Bitterzoet met clips, muziek en live acts. En nog veel meer: optredens van Flora Dolores, The Spinshots, Serge van Duijnhoven (dichter en schrijver), La Secte Citron (theater en muziek) en Paris-Maastricht (muziek). Alles wat Gainsbourg zo bijzonder maakte, zijn erotisch geladen teksten, zijn jazzy nummers, de disco, de reggae, de psychedelica, het komt allemaal aan bod. Twintig jaar na zijn dood is Gainsbourg een ikoon geworden voor kunstenaars, modeontwerpers, muzikanten, schrijvers en dj's. Je t'aime...moi aussi!

DJ’s Natashka en Guuzbourg draaien fijne Franse plaatjes uit de sixties & seventies. In de rooksalon kunt u naar hartelust in artistieke poses op sofa’s hangen en van uw Gitanes en Pernod genieten. Joann Sfar die week in Amsterdam, dus is de kans niet geheel denkbeeldig dat hij speciale gast zal zijn. Hanco Kolk, ontwerper van de flyer, zal er in ieder geval ook zijn, evenals Jose Luis Garcia Lechner, die het blauwe portret van Serge maakte. Kom vast in de stemming voor hét feest ter ere van het enfant terrible en provocateur par excellence met Natashka’s online radio Oh-la-la, waar ook meer te lezen is over de film en deze door haar georganiseerde soiree.

Aanvang: 21:00, entree: 10 euro. Adres: Spuistraat 2, Amsterdam.
Sandra de Haan
Dinosaur Jr live in Watt, 26 augustus.
*****
Precies 21 jaar geleden waren de gitaarnoiserockers Dinosaur Jr voor het laatst in Rotterdam. Nu waren ze terug en alles was weer even zoals toen, al oogt de geblondeerde J Mascis wat verweerd, is de drummer kaal en lijkt bassist Lou Barlow wat vermoeid. De stampvolle zaal vol veertigers had er duidelijk zin in, een tripje down memory lane. De nieuwste plaat Farm van Dinosaur Senior mag dan weer erg goed zijn, de menigte ging duidelijk het meest uit z’n dak bij oude nummers als The Wagon, Out There, Freak Scene en Feel the Pain. Mascis’ haren wapperden in de bijna zichtbare geluidsstorm die uit de muur van zes Marshall versterkers kwam. Hij kon zich vaak maar met moeite verstaanbaar maken. Niet dat het de fans iets kon schelen: die zongen toch wel mee. Oordoppen waren helaas weer onmisbaar (wanneer gaat iemand daar nu eens wat aan doen?!).

Er kwam een fijne set voorbij met nummers van veel verschillende albums, voor elk wat wils dus. Hoogtepunt was een zinderende uitvoering van Kracked en Sludgefeast, de beste nummers van You’re Living all over me (uit 1987). Het powertrio is zo te zien nog lang niet toe aan stoppen. Een minpuntje was de zo goed als afwezige communicatie met het publiek. En de eerste toegift was nogal een anticlimax: een veel te lange freaky solo zonder kop of staart over wat repeterende akkoorden heen gesmeerd. Wel leuk was de afsluiter, weer een nummer uit de oude doos: de Cure-cover Just Like Heaven. En toen was het weer augustus 2009 en tijd om de roes uit te slapen.

*****
This ain’t no party! This ain’t no disco!

Het is niet de meest logische keuze om stoelen te plaatsen tijdens een concert dat uitnodigt tot dansen. Maar het heeft in elk geval één groot voordeel: stoelen = theater = je klep houden als er op het podium iemand zingt! En van David Byrne mócht er trouwens best gedanst worden, ook al waren de stoelen er op zijn eigen - beleefde doch dringende - verzoek neergezet, en kon je tussen die krengen je kont niet keren. Van Byrne mocht je ook net zoveel foto’s maken als je wilde met je mobiel of digiritsratsklik, al had hij ‘a word of technical advise for those in the back: a flash probably won’t do any good.’ Verder: ‘We’re here to facilitate you.’ En hoe.

Voor wie zich bij de naam David Byrne achter de oren krabt: van 1977 tot 1988 was hij de drijvende kracht achter het New Yorkse Talking Heads, die in hun 12-jarig bestaan laveerden tussen kunstacademiepunk, new wave, funk, wereldmuziek, americana en pure gitaarpop. Daarnaast (en daarna) onderhield Byrne een solocarrière die evengoed alle hoeken van het universum verkende: balletmuziek, opera, Latijns-Amerikaanse dansmuziek en ambient, om maar een greep te doen.

Veel van het beste dat Byrne op plaat zette, kwam echter vooral voort uit de samenwerking met Brian Eno aan het eind van de jaren 70: van de Talking Heads-platen More Songs About Buildings and Food, Fear of Music en Remain in Light tot het polyritmische electro-ambient-avontuur My Life in The Bush Of Ghosts, waarmee Byrne en Eno het begrip sample op de kaart zette. Geen wonder dat het zwaartepunt van de set op die samenwerkingen lag - en nee, dat is geen nostalgie of cashing in, maar een terugkeer naar een stuk geschiedschrijving (en het besef dat zijn meeste soloplaten nét of helemaal niet dat niveau haalden). Het publiek, waaronder veel middelbaar met vleespetten, kende zijn geschiedenislesjes goed: ‘And you may ask yourself, well, how did I get here?’

Het is net als bij andere artiesten die weer plezier vinden in het spelen van hun ‘jeugdzonden’ (van Morrissey tot McCartney): de jarenlange podiumervaring in combinatie met muzikanten wier vakmanschap dat van de oorspronkelijke bands (Smiths, Beatles, Talking Heads) overstijgen, verlenen oude songs een onverwacht nieuwe grandeur. En als je zoals Byrne een schoenendoos of vijf hebt om uit te putten… Zo ging het tandem Heaven/Air van Fear of Music door merg en been, een lichamelijke, welhaast religieuze ervaring die echt niet alleen te wijten was aan het zuurstofgebrek in de tot de nok gevulde Rabozaal. Born Under Punches (The Heat Goes On), Life During Wartime , zelfs schier onmogelijk live te spelen materiaal van My Life in The Bush Of Ghosts: het klonk allemaal alsof het gisteren is geschreven in plaats van 30 jaar terug.

Een concert dus om door een ringetje te halen, een enkele uitglijder uitgezonderd; Home, van de recente Byrne/Eno-collaboratie Everything That Happens Will Happen Today, is dan misschien een muzikaal uitstapje dat Byrne nou eenmaal móést proberen, maar deze draak zou zelfs voor BZN nog te palingpop zijn. Gelukkig, het briljante I Feel My Stuff, van diezelfde plaat, vormde het hoognodige tegengif tegen deze stinker. En beroepsnerd Byrne mag zijn quirkiness dan grotendeels hebben verloren, en zijn neurotische falset en coupe brunette alweer jaren terug hebben ingeruild voor een natuurlijker stemgeluid en een spierwitte borstelkop, zijn theatrale streken is hij niet kwijt. Drie dansers, ‘kleinkunstacademie’ in grote rode letters op hun voorhoofd geschreven, buitelden over het podium, Byrne, band en elkaar. Maar dat gaf niet, het klopte zelfs wel: Byrne zelf was immers de grootste clown. En nee, die tutu’s tijdens Burning Down The House, die zagen we niet aankomen.

Lassowerpen en ukeleleworkshops behoren óók tot de mogelijkheden
Wie geen zin heeft in North Sea Jazz, wegens jazzhekel, te dure kaartjes of ongezellig Ahoy, heeft op zaterdag 11 juli een prettig alternatief. Voorwaarde is wel dat u geen jeuk krijgt op de verkeerde plekken van country en bluegrass. Wij in elk geval niet, en van acts met namen als The Hillbilly Stringpickers en The Ranch House Favourites krijgen wij spontaan zin. Ook Zone-favoriet The Uke Box is van de partij, en geeft zelfs een ukeleleworkshop voor wie durft (ach, u moet maar denken: een ukelele is ook maar een viersnarige, in de was gekrompen gitaar). En dat is maar één van de vele fesitivalextraatjes: wie wil leren lassowerpen grijpt nú zijn kans. Initiatiefnemer van dit evenement is overigens cartoonist en closet redneck Kito, die u natuurlijk o.a. kent uit de papieren Zone 5300.

Het Bluegrass & Country Festival, 11 juli van 12.00 tot 22.00 uur op het Pijnackerplein in het Oude Noorden, Rotterdam. Toegang gratis. Meer info hier.

Mark van Lochem
10CC: old wild men? info
*****
Terug van weggeweest: Donna, Art, Mandy (en Graham)
‘10CC Live in Concert’ stond er op de poster die mijn aandacht trok. 10CC, die bestonden toch al jaren niet meer? Nader onderzoek leverde op dat mede-oprichter Graham Gouldman uitgebreid tourt onder die naam, samen met vier andere muzikanten, en dat ze momenteel heel Nederland aandoen. Ik stond in dubio: zou dit de zoveelste muzikant zijn die onder zijn succesnaam zijn zakken wilde vullen met een slap aftreksel van wat eens een grote band was, of had Graham Gouldman nog wat te bewijzen? Enerzijds is het songwriterschap van Graham Gouldman boven iedere twijfel verheven (zelfs de Pixies hebben een song van hem gecoverd), anderzijds had hij had zich vorig jaar misnoegd uitgelaten over de miskenning en onderwaardering die 10CC ondanks het commerciële succes altijd ten deel was gevallen. Slechts één manier om er achter te komen: het redelijk goedkope kaartje kopen.

Die avond van de 2e maart vulde de foyer van het Chassé Theater in Breda zich met een verzameling vijftigers en veertigers die waarschijnlijk net zo nieuwsgierig waren als ik. Om precies 20.00 uur denderde het nieuwe nummer Son Of Man uit de speakers de zaal in, dat Graham Gouldman in 2006 schreef met voormalig 10CC-lid Kevin Godley onder de naam GG06. De band kwam op en zette het de laatste tijd weer zeer actuele Wall Street Shuffle in, waarna andere klassiekers als Good Morning Judge en I’m Mandy Fly Me volgden. De vrees dat de huidige incarnatie van 10CC uitsluitend composities van Graham Gouldman en Eric Stewart zou spelen bleek ongegrond toen Life Is A Minestrone en The Dean And I werden ingezet, respectievelijk een Stewart/Creme- en Godley/Creme-compositie. Het bleek sowieso niet de Graham Gouldman Show: een hoofdrol was weggelegd voor zanger/gitarist/percussionist Mick Wilson, die haarfijn de vaak hoge zangpartijen van Eric Stewart en Kevin Godley voor zijn rekening nam.

Natuurlijk kwamen hits als Dreadlock Holiday, Donna, I’m Not In Love en Art For Art’s Sake voorbij, en de uitsmijter was een lange uitvoering van het Beach Boys-achtige Rubber Bullets, waarbij het tot theaterstoelen veroordeelde publiek eindelijk ging staan; eindelijk een echt concertgevoel. Maar het leukst en verrassendst waren de uitvoeringen van The Second Sitting For The Last Supper, een integrale Feel The Benefit, de metalpoprocker Silly Love en een obscure Godley/Creme-compositie, het niet van zelfspot gespeende Old Wild Men.

Hoewel de band de plaatuitvoeringen soms op een een bijna Todd Rundgren-achtige wijze tot in perfectie wist te kopieëren, wat afbreuk deed aan een live bandgevoel, heb ik genoten van de verrassende set met werkelijk fantastisch samenzang - zo goed als de Beach Boys in hun hoogtijdagen. Het mooiste moment kwam dan ook halverwege de show, toen Graham Gouldman uitsluitend met gitarist Rick Fenn en Mick Wilson driestemmige, akoestische versies van Bus Stop en No Milk Today ten gehore bracht, twee hits die Gouldman in de sixties schreef voor respectievelijk The Hollies en Herman’s Hermits.
Wie wil genieten van twee uur klassieke Engelse artrock door topmuzikanten: 10cc is t/m 4 april dit jaar nog op 17 plaatsen in Nederland te zien, en de concerten zijn nog lang niet uitverkocht.