Alex van Bergen Bravenboer
Sleater-Kinney - No Cities To Love
*****
(Sub Pop / Konkurrent)
Het valt niet mee een eerlijke mening te vormen over de laatste plaat van een band die ooit zo ongelofelijk goed was. Hiermee verraad ik meteen al de belangrijkste conclusie, want inderdaad ik redeneer vanuit het verleden: Sleater-Kinney was ooit ongelofelijk goed. In 1995 wisten de drie vrouwen, meeliftend met de riot grrrl stroming, uit te groeien tot een rockband die men niet kon negeren. De kwaliteit van hun zeven platen was misschien niet altijd even constant, maar ieder album bevatte steevast een aantal nummers van uitzonderlijke klasse. De songs waren fel, spannend en persoonlijk. Niet in de laatste plaats vanwege de gedreven zang van Corin Tucker die de nummers een ruw randje meegaven. Ik wil niet te veel bij het verleden stil staan, maar luister toch eens naar One More Hour, de voor mij persoonlijk beste break-up song ooit.

Tien jaar na hun vorige plaat The Woods is Sleater-Kinney terug met No Cities To Love. In dezelfde bezetting nog wel liefst dus het kan niet misgaan, zou je zeggen. Helaas, er ging ergens toch iets niet helemaal zoals het zou moeten. Verdwenen is de geweldige zang van Tucker, de teksten zijn saai en vervelend en het tempo ligt overal te laag. Na minstens tien keer tien keer naar ieder nummer afzonderlijk geluisterd te hebben, kan ik niet anders dan concluderen dat Sleater-Kinney zich liet meeslepen door de illusie dat dit materiaal zich kon meten met hun vorige werk. Toch is No Cities To Love een album geworden waarvoor de bandleden zich niet hoeven te schamen. Fangless en het Franz Ferdinand-achtige Bury Our Friends zijn aardige liedjes die het live prima zullen doen. (Paradiso, 19 maart) Echter, voor wie hoopte dat Sleater-Kinney in staat was het hoge niveau van weleer te halen: koude kermis, weet u wel.