*****
(Polyvinyl / Sonic Rendezvous)
Ooit begonnen als het soloproject van Joshua Hodges mag Starfucker zich met deze tweede plaat al een echte band noemen. Met Reptilians schaart de band uit Portland, Oregon, zich in het rijtje van hippe electro-pop combo’s als MGMT, Hot Chip en Vampire Weekend. Met de strak drummende Keil Corcoran en geproduceerd door Jacob Portrait (The Dandy Warhols) doet Starfucker niet voor eerder genoemde bands onder. Singles Julius en Bury Us Alive zijn fris tintelende retro-popliedjes vol zoemende synths, stuiterende beats en door drugs en fuzz vervormde zang. Death as a fetish wordt kort ingeleid door een filosofische verhandeling over de dood als inspiratie voor het leven, waarna de band weer richting het heelal schiet.

Al vrij snel wordt duidelijk dat Starfucker werkt met een vast stramien in het achterhoofd. Zonder nu meteen het label eentonig of space-gazers op Reptilians te plakken moet wel gezegd worden dat de nummers na verloop van tijd allemaal op elkaar beginnen te lijken. Alleen The white of Noon valt uit de toon door juist met een simpele songstructuur te werken waardoor het waarachtig een liedje in plaats van een psychedelische trip wordt. Dit wil echter niet zeggen dat Reptilians een slecht album is of dat Starfucker niet creatief genoeg is om een goed album te maken. Hodges heeft duidelijk een visie. De vraag is alleen of hij in staat zal zijn er meer variatie in aan te brengen. Wat hij nu heeft afgeleverd is een sonische trip dat als album niet zo lang blijft hangen.