Peter Moerenhout
Maximilien Gaultier & Christophe Le Roy - Gauguin - Buiten gebaande paden
*****
(Le Lombard)
Gauguin, de welbekende en ons zeer dierbare zuipende, rondneukende, revolterende, Franse schilder is een dankbaar onderwerp voor een biografie. Dat moeten ook scenarist Gaultier (niet de bekende zanger die je “ooit gekend hebt”) en tekenaar Le Roy gedacht hebben. En gelijk hebben ze.

Deze prachtig uitgegeven strip: groot formaat, mooi papier, harde kaft, is in mijn ogen meer een kijkboek dan een echt verhaal. De tekeningen zijn immers fantastisch. De locatie waar het verhaal zich afspeelt vraagt daar ook naar: het grootste deel van het boek situeert zich af op de Marquesaseilanden, die deel uitmaken van Frans-Polynesië. Subtropische, groene jungles doorspekt met de kleurenpracht van weldadige fauna en flora en af en toe het bruin van mooi welvende, naakte eilandbewoonsters. Opmerkelijk is dat de tekeningen er zeer organisch uitzien, maar blijkbaar toch ingekleurd zijn door een derde auteur: Marie Galopin. (Valt het u ook op dat het merendeel van de inkleurders eigenlijk inkleursters zijn? Is inkleuren niet macho genoeg misschien? Of is dat gewoon het gevolg van uitgevers en tekenaars die lang geleden dat, in hun ogen, inferieure taakje eens door de secretaresse liet proberen?)

Mensen die verwachten veel bij te leren over het leven van Gauguin komen bedrogen uit en lezen beter de Wikipedia pagina over de schilder. Het boek gaat vooral over de laatste twaalf levensjaren van de man. Gedurende die periode trok hij zich terug op voornoemde exotische eilanden. Hij zocht daar rust, nabijheid tot de natuur en trachtte afstand te creëren van de moderne maatschappij die hij als betuttelend en bourgeois ervoer. Dat hij zich daar elke dag lam kon zuipen en extreem jonge meisjes kon neuken zal misschien ook in zijn beslissing zich daar te vestigen meegespeeld hebben. De auteurs zwaaien niet met een vermanend vingertje, noch hebben zij een plot voorhanden. In deze strip worden losse scènes aan elkaar geregen die samen een boeiende karakterschets vormen van een toch wel vrij getroebleerd kunstenaar. Dit boek is tevens geen lofzang op eigen subject, een valkuil waar biografieën soms in trappen. Gauguin wordt afgebeeld als een mens van vlees en bloed. Ja, hij was een artiest par excellence en ja, hij was een groot denker en bevrijder die opkwam voor wat hij dacht dat goed was, maar hij had ook zeer duistere kanten en was niet altijd de meest aangename mens om mee te leven.

De scènes over Gauguin worden afgewisseld met die van schrijver Victor Segalen die, na de dood van Gauguin, naar zijn laatste woon- en rustplaats reisde om de schilder en zijn drijfveren te proberen ontrafelen. Hoewel deze scènes hun nut bewijzen omdat ze het verhaal een beetje voortstuwen en de nevenpersonages die Gauguin gekend hebben de kans geeft om te vertellen over hun eerdere relatie en over hun gedachten hieromtrent, zijn ze saaier dan de hoofdmoot van het boek. Segalen is simpelweg een veel saaier personage dan Gauguin zelf. Gelukkig is daar dat prachtige tekenwerk van Gaultier. De tekeningen doen wat denken aan wat Matthieu Bonhomme doet in zijn reeks Esteban, maar dan zoals gezegd, veel kleurrijker. Gaultiers tekeningen lijken volledig opgetrokken uit kleurpotlood. Ik zeg “lijken” omdat in deze tijden de computer natuurlijk nooit veraf is en er op zijn minst wel hier en daar iets digitaal gearceerd of geretoucheerd zal zijn. Niettemin: prachtige tekeningen. De ruwe lijnen evoceren ook met glans het karakter van het hoofdpersonage. Bij gebrek aan genoeg kluiten om een echte Gauguin te kopen overweeg ik enkele platen uit dit album aan de muur te hangen.