Oh ja, en schrijf alvast in uw agenda: het volgende IFFR vindt plaats van woensdag 21 januari tot en met zondag 1 februari 2009.
Zo dan! Het zit er weer op. 7 recensenten (4 schrijvers en 3 striptekenaars) zagen in 10 dagen gezamenlijk meer dan 70 films die gewaardeerd werden van 5 sterren tot een absolute 0, waarbij men het lang niet altijd met elkaar eens was (zie Brian de Palma’s Redacted en Pen-ek Ratanaruangs Ploy). Hier volgt de toptien van films die u volgens ons niet had mogen missen - en in een aantal gevallen hoeft dat gelukkig ook niet, omdat ze na het festival nog gaan draaien.
Zone 5300’s IFFR-toptien 2008
1. Persepolis
Het is nog niet eerder gebeurd dat de publieksfavoriet ook de lijst van Zone 5300 aanvoert. Maar je moet dan ook een hart van graniet hebben om níét volkomen meegevoerd te worden door deze meer dan geslaagde verfilming van Marjane Satrapi’s autobiografische bestseller-strip; de film is zelfs beter dan het boek, vanwege de scherpe timing en komische noten van regisseur Vincent Paronnaud (en Iron Maiden in de soundtrack). De KPN publieksprijs voor Persepolis is € 7500 groot, een bedrag dat prijsuitreiker Rutger Hauer de opmerking ‘That’s ehm… nice…’ en het publiek een besmuikt gelach ontlokte. Enfin, Satrapi en Paronnaud kunnen er in elk geval de ticket naar de Oscar-uitreikingen op 24 februari van betalen.
Vanaf 28 februari in de Nederlandse bioscoop.
2. [REC]
De vanaf dag één gedoodverfde festivalkneiter die George A. Romero een run for his money gaf. Een camerateam gaat mee met een ploeg brandweerlui voor een nachtelijk reality-tv-programma en krijgt veel meer actie voor de lens dan waar ze op rekenden. Meer bloed ook. Een tot in de puntjes verzorgde horrorachtbaan die beslist niet alleen door de genreliefhebbers werd gesmaakt.
Ook nog te zien op het Amsterdam Fantastic Film Festival in april.
3. I’m Not There
Wat Todd Haynes eerder niet lukte met het Bowie-geïnspireerde Velvet Goldmine, levert hem dit keer wél de nodige critical acclaim op: een parallelle biopic in de vorm van een mozaiëkfilm, waarin Bob Dylan door zes verschillende acteurs wordt gespeeld. Wat op papier uiterst gekunsteld lijkt, levert op het doek een grappige en gedurfde cinematografische parel op, met grote liefde voor het onderwerp gemaakt en met een showstelende, terecht Oscar-genomineerde Cate Blanchett als beatnik-Bob.
Vanaf 13 maart in de Nederlandse bioscoop.
4. Cargo 200
‘We hebben vliegen’, verontschuldigt de moeder van politiekapitein Zhurov zich, als ze een gast in haar appartement ontvangt. De Sovjet-Unie anno 1984 is duidelijk niet het enige dat in staat van ontbinding verkeert in deze film, een met liters wodka geïnjecteerde Russische variant op The Texas Chainsaw Massacre van de maker van Brat. Hard, smerig en onverbiddelijk.
5. Let The Right One in
Een volbloed horrorfilm die tegelijkertijd een feel good movie is, kan dat ? Jazeker! Tomas Alfredsson bewijst het met een mix van Zweedse jeugdfilm en onvervalste splatter. Het leven van Oskar, ouders gescheiden, voortdurend gepest op school, verandert drastisch wanneer de mysterieuze, androgyne Eli naast hem komt wonen. Eli is net als hij 12 jaar, maar dan al heel lang, en hij leeft van mensenbloed. Met een onvergetelijke apotheose in het schoolzwembad en een sleutelrol voor de grootste horreur van de jaren ’80: de kubus des doods.
6. No Country For Old Men
Niet te verwarren met No Country Music For Old Men, waarin sheriff-in-ruste Tommy Lee Jones de hele dag naar de radio wil luisteren maar dat niet mag van zijn vrouw, waarna hij zijn dubbelloops eerst op haar richt en vervolgens het hele stadje op bloederige wijze over de kling jaagt. In No Country For Old Men echter is Javier Bardem de onvergetelijke slechterik (en dan bedoelen we ook ‘onvergetelijk’ en ‘slechterik’), die achter Josh Brolin aanzit die er met een paar miljoen gevonden dollars vandoor is. Echo’s van de Coen Brothers’ eigen Blood Simple en Fargo, maar ook Sam Raimi’s A Simple Plan, in een film die kiest voor een strak smoel en gevatte oneliners in plaats van de koddigheid van recente Coen-producties. Opvallend: Bardem, Jones en Brolin delen gedurende de film nimmer een scène met elkaar.
Vanaf 14 februari in de Nederlandse bioscoop.
7. The Darjeeling Limited
Slapstick, excentrieke karakters en spiritueel ontwaken tijdens een treinreis van drie Amerikaanse broers door India op zoek naar hun moeder: Wes Anderson maakte met zijn vaste cast een film zoals alleen Wes Anderson die steeds maakt (screwball-komedies c.q. -drama’s als Rushmore en The Royal Tenenbaums), maar ditmaal weet hij tussen alle malligheid door ook het hart te beroeren. De fotografie en art direction zijn wederom prachtig; een lust voor oog, brein, hart en -vooruit- lachspieren.
Vanaf 28 februari in de Nederlandse bioscoop.
8. La France
Eén van de origineelste fims van het festival met surrealisme dat het nu eens niet van de schockeffecten hoeft te hebben. Een als man verklede vrouw is op zoek naar haar echtgenoot aan het front in WOI en sluit zich aan bij een groepje rondlopende soldaten. Waar is het regiment naar op weg? De acteurs barsten nu en dan in authentiek onvast gezang uit — als The Zombies met absurdistische Franse teksten. Net een mannelijke 8 femmes, maar dan niet zoetsappig en veel beter.
9. Ploy
Thaise flegma en esthetiek in vormgeving, karakters en verhaal in deze Stranger Than Paradise-meets-Lost In Translation door Pen-ek ‘6ixtynin9’ Ratanaruang. Dang en Wit brengen hun eerste nacht in een hotel in een jetlag-vacuüm door, en het vrijgevochten meisje Ploy bespoedigt met haar komst een sluimerende huwelijkscrisis tot uitbarsting. Droom en werkelijkheid lopen door elkaar, en in een andere kamer vindt zinnelijke seks plaats van een vooropgezette ongedwongenheid die het echtpaar al lang is kwijtgeraakt. Traag en hypnotiserend zoals alleen Aziaten dat kunnen.
10. Small Gods
Een Engelse titel en een debuterend regisseur met een Griekse naam (Dimitri Karakatsanis), maar Nederlands gesproken: dit is Belgisch en behoorlijk goed! Elena is een jonge vrouw met verdomd weinig levensgeluk die na een zelfmoordpoging met desastreuze gevolgen uit het ziekenhuis wordt weggehaald door de mysterieuze David. Waarna een psychologische thriller annex road movie zich ontvouwt in de vorm van een raamvertelling. Kleurrijke karakters, offbeat humor en enkele zeer spannende momenten houden de vaart er goed in.
Onbetwist evenement van het festival: het optreden van The Melvins bij de korte films van Cameron Jamie in Luxor. Bij de ingang werden oordopjes uitgereikt aan eventuele nietsvermoedende festivalgangers, maar die waren er nauwelijks: 99% van de bezoekers was gekomen om The Melvins te zien. Hoewel, zien… alleen zij die vooraan zaten hadden enig zicht in het donker op de haardos van bandleider King Buzzo. Gehoord werden The Melvins des te meer.
Onvervalste stinkers waren er uiteraard ook, maar de meest gehypte (en dus hardst tegenvallende) was zonder twijfel Able Danger, een complotfilm waar zowel 9/11-vorsers als niet-ingewijden geen touw aan vast konden knopen. Zij die dus ondanks alle verwoede pogingen geen kaartje konden krijgen voor één van de voorstellingen kunnen nu dus weer gerust gaan slapen.
En, wat waren úw hoogtepunten van het IFFR?
(Met dank aan MR, HvdR, JV en Waa)
Opvallend was het enorme aantal mozaïekfilms op dit festival. Vaak een zwaktebod, waarbij gekozen wordt voor wat belevenissen van willekeurige personages, bij gebrek aan één sterk verhaal. Zo ook bij deze film.
Met een aardig rolletje als 'pervert' voor Sulevi Peltola, de memorabele alcoholistische stofzuigerverkoper uit Frozen Land en vast Kaurismäki-acteur.
De tweede plaats voor de publieksprijs is een variatie op The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover, maar dan met Braziliaanse sjeu. Kok en hoertje doen aan ruilhandel in natura. Met fraaie voedselporno, van mieren in de gevangenis, tot carpaccio in de Italiaanse keuken met klasse.
Door de constructie met twee symmetrische verhaallijnen, weet je ruimschoots van te voren hoe het allemaal gaat aflopen, en is de spanning al snel weg.
(De film is inmiddels aangekocht door Cinemien, en gaat in Nederland in roulatie.)
Misschien wordt het tijd voor een verzamelprogramma kluchten, geprogrammeerd door John Lanting. De zoveelste op het festival in dit genre, ditmaal een Kirgizische, inclusief overspel met de buurvrouw, verwarring over voordeuren en het lijk van een derde vrouw in de badkuip.
Absurd slecht.
Oef, dat klinkt suf: vrouwtjes kijken in een Frans stadje, door de ogen van een blauwogig vlasbaardje dat op zoek is naar die ene, en verder helemaal niks. Wellicht dat er een aardig kort filmpje van te maken valt. Er een complete speelfilm mee vullen, dat lijkt kijkertje pesten.
Maar: bijna twee uur lang slaat de verveling niet toe. Op een festival met heel veel middelmatigheid is dat knap.
Haynes’ film is gebaseerd op de verschillende kanten van de enigmatische bard/provocateur/zuurpruim, een Arnon Grunberg-avant-la-lettre-met-gitaar, die nog steeds miljoenen adepten over de hele wereld in de ban houdt met zijn zorgvuldig gecultiveerde ongrijpbaarheid. De naam Dylan valt nooit in de film; de door zes verschillende acteurs gespeelde incarnaties zijn vernoemd naar karakters uit Dylan-songs (Jude Quinn), diens helden (Arthur Rimbaud, Woody Guthrie) of een Dylan-gerelateerd filmpersonage (Billy the Kid). De rollen zijn voor o.a. Christian Bale (die voor de gelegenheid weer eens op commando is afgevallen), de vorige week overleden Heath Ledger en Richard Gere als Billy, die zich mag uitleven in een hippiewestern die een onofficiële sequel is van Sam Peckinpah’s Pat Garrett & Billy the Kid. De jonge Dylan (Woody Guthrie) wordt gespeeld door het zwarte acteurtje Marcus Carl Franklin, de enige wiens stem ook in daadwerkelijk in de liedjes te horen is.
De opvallendste rol is echter die van Cate Blanchett (die daarvoor een Oscar-nominatie kreeg) als de hippe beatnik Quinn, die meer Dylan is dan Dylan zelf, de imitatie voorbij. Blanchett heeft ook meteen de beste oneliners, stuk voor stuk regelrecht ontleend aan interviews met Dylan (Journalist: ‘Jude! One word for your fans? Jude: ‘Ocelot.’) - het managemant van Dylan stuurde Haynes alle ooit gepubliceerde teksten en interviews, waaruit hij naar hartelust kon kiezen.
Haynes’ film - een mozaïek dat is opgebouwd uit onderling zeer verschillende segmenten, waarbij de filmstijl (Fellini, Peckinpah) is aangepast aan de personages - is intelligent, opwindend, gedurfd en grappig, vol popculturele referenties die niet alleen te begrijpen zijn voor Dylan-aficionado’s (zie de hilarische scène met vier helium-Beatles). Legendarisch is het gerucht dat folkzanger Pete_Seeger, ooit een groot Dylan-supporter, zó kwaad werd over diens switch van akoestische naar elektrisch op het Newport Folk Festival, dat hij een poging ondernam om de apparatuur te saboteren tijdens het optreden. Uiteraard kwam ook deze scène in de film terecht.
Het is meer dan verdiend dat Haynes met zijn nieuwste film nu wel de waardering krijgt die hij voor Velvet Goldmine moest ontberen. Wellicht was de wereld destijds nog niet klaar voor een muziekfilm die op zo’n drastische manier alle conventies overboord zette. I’m Not There gaat nog een paar stappen verder door ook het narratieve element op de schop te zetten, maar ditmaal ontsnapt Haynes op glorieuze wijze aan alle kritiek. Een meesterlijk film, en een must voor iedereen die zich ook maar een beetje muziek- dan wel filmliefhebber noemt.
I’m Not There draait na het festival vanaf 13 maart in de Nederlandse bioscopen.
You, the Living bestaat helemaal uit losse scènes die allemaal één grap bevatten. Voorbeeld: een man kijkt strak voor zich uit, achter een halfgeblindeerd raam. Links komt een rollator het beeld in schuifelen. Zie prentje boven: humor om te lachen.
Het zijn sketches met licht absurdistische ondertoon, zoals je die vaak bij de publieke omroepen kunt zien. Alleen, ditmaal is alles met een estethische saus overgoten en er zijn wat dwarsverbanden, zodat het net een mozaïekfilm lijkt; erg mager voor een speelfilm van anderhalf uur. Bij het cabareteske televisieprogramma ontbreken gelukkig nog de pretenties.
Zinloos geweld uit Polen: twee zestienjarige jongens vermoordden uit stoerdoenerij op bloedige wijze een man. Niels Laupert stortte zich voor zijn afstudeerfilm op de geschiedenis, sprak met de jongens (die inmiddels 10 jaar vastzitten) en andere betrokkenen, en verplaatste de handeling naar Duitsland. De bedoeling was een zo droog mogelijk verslag te maken van de toedracht, waar net als bij Elephant motieven en duiding achterwege blijven.
Maar Sieben Tage Sonntag is geen Elephant. De stijl is nogal onvast, en met z'n streven naar zoveel mogelijk realisme — de regisseur heeft bewust details weggelaten of afgezwakt die over the top waren — wordt Poolse uitzichtloosheid automatisch de belangrijkste verklaring voor de daad.
De zenuwachtige handycam volgt met close-ups een keurige, charmante heer, op pad in Buenos Aires. Hij blijkt een serie-overvaller van scholen, totdat een zenuwachtige serveerster roet in het eten gooit.
De kleine film, ontstaan uit improvisaties van de acteurs, is een aardige stijloefening.
Een investeerder voelt aankomen dat hij vermoord gaat worden en krijgt het er benauwd van. De huurmoordenaar komt langs voor een beleggingsadvies, waarna het aanstaande slachtoffer hem confronteert met zijn opdracht.
Vaardige thriller, maar ook niet veel meer dan dat.Genomineerd voor de VPRO Tiger Awards, en geproduceerd door de VPRO, zodat uitzending op TV gegarandeerd lijkt.