En dat was het weer...
Terwijl het Zone 5300-team nog aan het herstellen is van een week van
krappe bioscoopstoelen, voorverpakte broodjes en vele blikken bier, kunnen
we alvast vaststellen dat het programma van het afgelopen Amsterdam
Fantastic Film Festival weer bijzonder was. Wat hierbij opvalt is dat veel
van de beste titels slechts met één been in het horror- of
sciencefictiongenre staan en, zoals 'Calvaire', 'The Machinist' en
'Nothing', zelfs potentiële arthouse-hits zijn.
Voor de fans van onversneden horror en science fiction was de oogst niet optimaal. Voor de gore moest vertrouwd worden op zombiekomedies als 'Dead Meat', 'Night of the Living Dorks' en 'Sars War', maar waar de één qua budget tekortschoot ('Dead Meat'), miste de ander een echt goeie bimbo ('Sars War'). Voor good, clean horrorfun boden 'Saw' en Jeff Lieberman’s sympathieke 'Satan’s Little Helper' uitkomst. Een groot deel van het horrorprogramma was door de programmeurs doelbewust in de smoezelige hoek gedrukt. Het “How far can too far go?”-programma bestond voornamelijk uit oude titels (vaak DVD-projectie) die problematisch zijn omdat ze of te vrouwonvriendelijk zijn ('Ilsa, She-Wolf Of The SS', 'I Spit On Your Grave') of te dicht in de buurt van een snuffmovie komen ('Men Behind The Sun', 'Africa Addio'). De enige recente titel in dit programmaonderdeel, 'Murder-Set-Pieces', is op beide fronten problematisch. Voor de rechtgeaarde horrorfan was dit niet de beste editie van het festival, met als dieptepunten de prequel van 'The Exorcist' en het waardeloze 'Tamara', waarin alleen de jeugdpuisten van de cast voor vertier zorgden.
Ook de serieuze sciencefiction-fan kon eigenlijk alleen terecht bij 'Ghost in the Shell 2: Innocence', omdat de twee andere sf-films parodieën betrof. Vooral 'The Hitchhikers Guide To The Galaxy' getuigde van heel weinig affiniteit met het genre en is helaas als komedie jammerlijk mislukt. Dat valt ook wel te verwachten van regisseur Garth Jennings die eerder een documentaire over de humorloze band R.E.M. regisseerde. Dat de film desondanks een respectabele negende plaats op de publiekswaardering scoort, zal komen door de toegewijde volgelingen van het boek. Iets dergelijks geldt ook voor de vijfde plaats waarop 'Steamboy' eindigde. Als je niet a priori van manga houdt, is 'Steamboy' een wel heel lange zit. Daarentegen wist de film 'Kung Fu Hustle' - een hybride martial-artskomedie - zelfs de meest verstokte martial-artssceptici voor zich te winnen. Deze wervelwind aan inspiratie en talent won niet voor niets de publieksprijs.
Hoewel het AFFF van dit jaar het voor een deel moest hebben van arthouse-films was de sfeer voor de horrorliefhebber weer bijzonder prettig, met leuke 16mm-filmpjes in het Melkweg Café, een te gek optreden van Claudio “Goblin” Simonetti met zijn band Daemonia, een masterclass van animatieveteraan Ray Harryhausen en, niet in het minst, door de enigmatische aanwezigheid van Paul Naschy. Het programmeren van Naschy’s 'Operation Terror' was een gouden zet van de organisatie en het was bijzonder om de volstrekt weirde film - met de man zelf in de zaal - op het grote doek te kunnen zien.
Ondanks de punten (puntjes) van kritiek is het bewonderenswaardig hoe het programma al die verschillende aspecten van de genrefilm weet te presenteren. Die diversiteit is te prijzen en het maakt de groei van het festival mogelijk. Maar het zou wel mooi zijn als in het vervolg het hart van het festival zou bestaan uit een handvol horror- en sciencefiction-hits. Vooropgesteld dat die nog worden gemaakt natuurlijk.
Voor de fans van onversneden horror en science fiction was de oogst niet optimaal. Voor de gore moest vertrouwd worden op zombiekomedies als 'Dead Meat', 'Night of the Living Dorks' en 'Sars War', maar waar de één qua budget tekortschoot ('Dead Meat'), miste de ander een echt goeie bimbo ('Sars War'). Voor good, clean horrorfun boden 'Saw' en Jeff Lieberman’s sympathieke 'Satan’s Little Helper' uitkomst. Een groot deel van het horrorprogramma was door de programmeurs doelbewust in de smoezelige hoek gedrukt. Het “How far can too far go?”-programma bestond voornamelijk uit oude titels (vaak DVD-projectie) die problematisch zijn omdat ze of te vrouwonvriendelijk zijn ('Ilsa, She-Wolf Of The SS', 'I Spit On Your Grave') of te dicht in de buurt van een snuffmovie komen ('Men Behind The Sun', 'Africa Addio'). De enige recente titel in dit programmaonderdeel, 'Murder-Set-Pieces', is op beide fronten problematisch. Voor de rechtgeaarde horrorfan was dit niet de beste editie van het festival, met als dieptepunten de prequel van 'The Exorcist' en het waardeloze 'Tamara', waarin alleen de jeugdpuisten van de cast voor vertier zorgden.
Ook de serieuze sciencefiction-fan kon eigenlijk alleen terecht bij 'Ghost in the Shell 2: Innocence', omdat de twee andere sf-films parodieën betrof. Vooral 'The Hitchhikers Guide To The Galaxy' getuigde van heel weinig affiniteit met het genre en is helaas als komedie jammerlijk mislukt. Dat valt ook wel te verwachten van regisseur Garth Jennings die eerder een documentaire over de humorloze band R.E.M. regisseerde. Dat de film desondanks een respectabele negende plaats op de publiekswaardering scoort, zal komen door de toegewijde volgelingen van het boek. Iets dergelijks geldt ook voor de vijfde plaats waarop 'Steamboy' eindigde. Als je niet a priori van manga houdt, is 'Steamboy' een wel heel lange zit. Daarentegen wist de film 'Kung Fu Hustle' - een hybride martial-artskomedie - zelfs de meest verstokte martial-artssceptici voor zich te winnen. Deze wervelwind aan inspiratie en talent won niet voor niets de publieksprijs.
Hoewel het AFFF van dit jaar het voor een deel moest hebben van arthouse-films was de sfeer voor de horrorliefhebber weer bijzonder prettig, met leuke 16mm-filmpjes in het Melkweg Café, een te gek optreden van Claudio “Goblin” Simonetti met zijn band Daemonia, een masterclass van animatieveteraan Ray Harryhausen en, niet in het minst, door de enigmatische aanwezigheid van Paul Naschy. Het programmeren van Naschy’s 'Operation Terror' was een gouden zet van de organisatie en het was bijzonder om de volstrekt weirde film - met de man zelf in de zaal - op het grote doek te kunnen zien.
Ondanks de punten (puntjes) van kritiek is het bewonderenswaardig hoe het programma al die verschillende aspecten van de genrefilm weet te presenteren. Die diversiteit is te prijzen en het maakt de groei van het festival mogelijk. Maar het zou wel mooi zijn als in het vervolg het hart van het festival zou bestaan uit een handvol horror- en sciencefiction-hits. Vooropgesteld dat die nog worden gemaakt natuurlijk.
Garth Jennings
15-06-2005 20:00 Filmmuseum Cinerama 1
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel
bewezen is’.
Een oer-Engels fenomeen waar de Amerikanen zich tegenaan bemoeien; we
hebben in het verleden kunnen zien waar dat toe leidde (‘League of
Extra-Ordinairy Gentlemen’). Dus fikken af van Douglas Adams!!!
De toets: Eerst was er het radiohoorspel, toen kwam het boek, daarna het vervolg op het boek, daar vervolgens weer een radiohoorspel van en nog meer boeken en uiteindelijk een BBC-televisieserie. Die bewees dat, hoe zeer je ook je best doet, het über-ironische maar in wezen zwaar filosofische sciencefiction-epos ‘The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy’ toch voornamelijk onverfilmbaar bleek. De dialogen en commentaren leken bij monde van de acteurs toch minder gevat dan op papier, en sommige vondsten, zoals het tweede hoofd van Zaphod Beeblebrox, leden ernstig onder het BBC-budget, of liever gezegd, het gebrek daaraan.
Om meteen met het eerste goede nieuws te beginnen: Garth Jennings’ debuutfilm ziet er fantastisch uit, tot en met de twee hoofden van Beeblebrox. Het is een heerlijk schmierende, zelfingenomen en megalomane rol van Sam Rockwell, en niet geheel toevallig is voor deze rol een Amerikaan gecast. Martin ‘The Office’Freeman is de perfecte Arthur Dent, en Mos Def als Ford Prefect is ook, ehm, prefect gekozen. Wat betreft de vertaling van de boeken is uiteraard voor compactheid gekozen, en de meeste grappen zijn daardoor overbekend bij de fans (voor hen die de boeken nooit hebben gelezen is het natuurljik een heel ander verhaal), maar zullen door onberispeljke uitvoering en de timing toch hun effect hebben. Er is weliswaar een nieuw karakter geïntroduceerd in de film (John Malkovich’ Humma Kavula) en ook de love story tussen Trillian (een appetijtelijke Zooey Deschanel) en Arthur wordt dikker aangezet, maar de film is in zijn wezen zo trouw aan het boek als een verfilming mogelijkerwijs maar kan zijn zonder 1 op 1 te worden. Voeg daarbij tot slot de voice-over van Stephen Fry, de stem van Alan Rickman als de depressieve robot Marvin en de slimme en grappige animaties die The Guide illustreren, en uw film kan niet meer stuk.
Twee adviezen: blijf zitten tijdens de aftiteling. En vergeet niet een handdoek mee te nemen.
Wie de film niet kan zien tijdens de slotnacht vanavond om 20.00 uur in Cinerama 1, moet nog even geduld hebben tot 4 augustus, dan gaat de film ook in onze bioscopen draaien.
De toets: Eerst was er het radiohoorspel, toen kwam het boek, daarna het vervolg op het boek, daar vervolgens weer een radiohoorspel van en nog meer boeken en uiteindelijk een BBC-televisieserie. Die bewees dat, hoe zeer je ook je best doet, het über-ironische maar in wezen zwaar filosofische sciencefiction-epos ‘The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy’ toch voornamelijk onverfilmbaar bleek. De dialogen en commentaren leken bij monde van de acteurs toch minder gevat dan op papier, en sommige vondsten, zoals het tweede hoofd van Zaphod Beeblebrox, leden ernstig onder het BBC-budget, of liever gezegd, het gebrek daaraan.
Om meteen met het eerste goede nieuws te beginnen: Garth Jennings’ debuutfilm ziet er fantastisch uit, tot en met de twee hoofden van Beeblebrox. Het is een heerlijk schmierende, zelfingenomen en megalomane rol van Sam Rockwell, en niet geheel toevallig is voor deze rol een Amerikaan gecast. Martin ‘The Office’Freeman is de perfecte Arthur Dent, en Mos Def als Ford Prefect is ook, ehm, prefect gekozen. Wat betreft de vertaling van de boeken is uiteraard voor compactheid gekozen, en de meeste grappen zijn daardoor overbekend bij de fans (voor hen die de boeken nooit hebben gelezen is het natuurljik een heel ander verhaal), maar zullen door onberispeljke uitvoering en de timing toch hun effect hebben. Er is weliswaar een nieuw karakter geïntroduceerd in de film (John Malkovich’ Humma Kavula) en ook de love story tussen Trillian (een appetijtelijke Zooey Deschanel) en Arthur wordt dikker aangezet, maar de film is in zijn wezen zo trouw aan het boek als een verfilming mogelijkerwijs maar kan zijn zonder 1 op 1 te worden. Voeg daarbij tot slot de voice-over van Stephen Fry, de stem van Alan Rickman als de depressieve robot Marvin en de slimme en grappige animaties die The Guide illustreren, en uw film kan niet meer stuk.
Twee adviezen: blijf zitten tijdens de aftiteling. En vergeet niet een handdoek mee te nemen.
Wie de film niet kan zien tijdens de slotnacht vanavond om 20.00 uur in Cinerama 1, moet nog even geduld hebben tot 4 augustus, dan gaat de film ook in onze bioscopen draaien.
Stephen Chow
13-06-2005 20:00 Filmmuseum Cinerama 1
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel
bewezen is’.
Deze keer: Wanneer het martial arts-genre niet serieus wordt genomen en de
zoveelste post-modernistische make-over krijgt, rest er slechts een traan
voor een eens zo glorieus genre.
De toets: Na eerst een lange lijst van films te hebben genoemd die we niet te zien zouden krijgen (‘Land Of The Dead’, ‘Batman Begins’, ‘Fantastic Four’, ‘The Cat In The Hat’), kondigde Mr. Horror de film die we wél zouden gaan zien aan met de woorden: “Als jullie de eerst vijf minuten hebben gezien zullen jullie denken, wat een nepper, maar na afloop zul je moeten bekennen dat je nog nóóit zoiets gezien hebt.” En aldus bekenden wij.
Wie ‘Shaolin Soccer’heeft gezien, weet ongeveer wat-ie van regisseur en acteur Stephen Chow kan verwachten: sublieme martial arts met zwaar cartooneske elementen. Bruce Lee meets Looney Tunes zeg maar, al doet zo’n omschrijving geen recht aan het spektakel dat u voorgeschoteld krijgt in ‘Kung Fu Hustle’ (originele Hong Kong-titlel: ‘Gong fu’). Chow speelt Sing, een man van twaalf kruimeldiefstallen en dertien ongelukken, die zich uitgeeft voor een lid van de gevreesde Axe Gang. De kijker weet dat dat niet zo’n heel slim idee is, want in de openingsscene hebben we de bende dan al leren kennen als een uiterst wreed en gewetenloos stel bijlslingerende psychopaten. Sing raakt aldus betrokken bij een strijd tussen de Axe Gang en de kleurrijke bewoners van een arme wijk, die niet zo maar over zich heen laten lopen. Niets is wat het lijkt, wanneer onder meer een nichterige kleermaker en een sullige echtgenoot zich tot ware martial arts-experts ontpoppen, en ook Sing onvermoede kanten heeft. De sublieme vondsten in deze schitterend vormgegeven en inventief geregisseerde film variëren van huurmoordenaars met dodelijke koto’s tot dikke huisvrouwen die over een vernietigend stemgeluid blijken te beschikken (in de film aangeduid als ‘de Leeuwenbrul’), en de verwijzingen naar andere films beperken zich nu eens niet tot ‘The Matrix’en ‘Crouching Tiger, Hidden Dragon’, maar strekken zich uit naar ‘The Shining’ en ‘Gangs Of New York’. Chow verstaat de kunst om een spoof te maken die geen spoof is, maar een pracht van een eerbetoon aan alle films die Chow gemaakt hebben tot wat hij nu is: een actieregisseur met een hoogstpersoonlijke visie en flair. ‘Kung Fu Hustle’ is een verrassingsfilm in elke betekenis van het woord. ‘Kung Fu Hustle’ is vanaf 14 juli in de Nederlandse bioscopen te zien.
De toets: Na eerst een lange lijst van films te hebben genoemd die we niet te zien zouden krijgen (‘Land Of The Dead’, ‘Batman Begins’, ‘Fantastic Four’, ‘The Cat In The Hat’), kondigde Mr. Horror de film die we wél zouden gaan zien aan met de woorden: “Als jullie de eerst vijf minuten hebben gezien zullen jullie denken, wat een nepper, maar na afloop zul je moeten bekennen dat je nog nóóit zoiets gezien hebt.” En aldus bekenden wij.
Wie ‘Shaolin Soccer’heeft gezien, weet ongeveer wat-ie van regisseur en acteur Stephen Chow kan verwachten: sublieme martial arts met zwaar cartooneske elementen. Bruce Lee meets Looney Tunes zeg maar, al doet zo’n omschrijving geen recht aan het spektakel dat u voorgeschoteld krijgt in ‘Kung Fu Hustle’ (originele Hong Kong-titlel: ‘Gong fu’). Chow speelt Sing, een man van twaalf kruimeldiefstallen en dertien ongelukken, die zich uitgeeft voor een lid van de gevreesde Axe Gang. De kijker weet dat dat niet zo’n heel slim idee is, want in de openingsscene hebben we de bende dan al leren kennen als een uiterst wreed en gewetenloos stel bijlslingerende psychopaten. Sing raakt aldus betrokken bij een strijd tussen de Axe Gang en de kleurrijke bewoners van een arme wijk, die niet zo maar over zich heen laten lopen. Niets is wat het lijkt, wanneer onder meer een nichterige kleermaker en een sullige echtgenoot zich tot ware martial arts-experts ontpoppen, en ook Sing onvermoede kanten heeft. De sublieme vondsten in deze schitterend vormgegeven en inventief geregisseerde film variëren van huurmoordenaars met dodelijke koto’s tot dikke huisvrouwen die over een vernietigend stemgeluid blijken te beschikken (in de film aangeduid als ‘de Leeuwenbrul’), en de verwijzingen naar andere films beperken zich nu eens niet tot ‘The Matrix’en ‘Crouching Tiger, Hidden Dragon’, maar strekken zich uit naar ‘The Shining’ en ‘Gangs Of New York’. Chow verstaat de kunst om een spoof te maken die geen spoof is, maar een pracht van een eerbetoon aan alle films die Chow gemaakt hebben tot wat hij nu is: een actieregisseur met een hoogstpersoonlijke visie en flair. ‘Kung Fu Hustle’ is een verrassingsfilm in elke betekenis van het woord. ‘Kung Fu Hustle’ is vanaf 14 juli in de Nederlandse bioscopen te zien.
Wat zullen we vanavond eens sneaken?
13-06-2005 20:00 Filmmuseum Cinerama 1
Geen 'Land Of The Dead", zoveel is duidelijk. En ook geen 'Batman Begins',
waar vervolgens heel wat mensen op inzetten. Nee, we gaan vanavond om 20.00
uur in Cienrama 1 iets heel anders voor de kiezen krijgen. En de
geruchtenmachine fluisterde ons in dat het wel eens een van de hoogtepunten
van het festival zou kunnen worden. We kunnen een tipje van de sluier op
lichten, en geven u twee aanwijzingen: 'Shaolin Soccer' en 'Axe Gang'. Dan
weet de goede verstaander genoeg, denken we...
Conor McMohan
12-06-2005 18:00 Filmmuseum Cinerama 3
Een ruziënd koppel raakt per auto verdwaald op het Ierse platteland.
Ze rijden een lokale boer van zijn sloffen. Als ze de arme man in de auto
hijsen doet zich het eerste zombie-incident van de film voor. Met een krik
wordt hem de hersens ingeslagen. Jammer dat de man hierbij in zijn nek
gebeten wordt. Het meisje vlucht en krijgt daarbij hulp van een doodgraver
die met zijn schop de hoofden van loslopende zombies inslaat. Oorzaak van
de zombie-epidemie is een uit de hand gelopen gekkekoeienziekte die binnen
een mum van tijd alle Ierse koeien tot moordende monsters heeft gemaakt.
Onlangs is in Nederland de eerste mens overleden aan de gevolgen van deze
ziekte, en dat na jaren van incubatie. In deze film slaat de ziekte direct
over. Het is jammer dat we hierbij haast geen van die koeien in actie zien.
Naar verluid laten koeien zich erg moeilijk regisseren. In ‘Paul
Schrader’s Exorcist: the Original Prequel’ zit ook al een
vleesetende koe en daarvoor heeft men gebruik moeten maken van digitale
animatie. Voor dat soort nieuwlichterij had men voor Dead Meat geen geld.
Ondanks het erg lage budget is vooral het eerste halfuur goed geslaagd, met
een paar hilarische slapstickmomenten en prachtige locaties en camerawerk.
Als de nacht inzet verliest de film kwaliteit en richting en lijkt men door
de ideeën heen te zijn. In het nachtelijke duister zien we haast niets
meer en moeten we vertrouwen op de geluidsbaan die door de Ierse accenten
vaak onverstaanbaar is. Gelukkig klautert de film weer omhoog met een prima
zombie-orgie in een oude ruïne. Na die scène gaat de film
helaas als een nachtkaars uit, alsof de makers gewoon hebben gefilmd tot
het geld op was. Voor een dergelijke film zijn de 80 minuten die hij duurt
ruim voldoende maar de film mist een goede afwikkeling. Ondanks de
minpunten is het toch een aanrader.
Vooraf stond de superieure korte Portugese zombiefilm ‘I’ll See You in my Dreams’ aangekondigd, maar die draaide helaas niet. Informeer of hij woensdag wel voor ‘Dead Meat’ draait, want dit is een korte film die u niet mag missen!
‘Dead Meat’ draait nog op woensdag 15-06 om 22:30 in Cinerama 1. Als u gaat, is het raadzaam helemaal achter in de zaal te gaan zitten want het scherm van Cinerama 1 is misschien een flinke maat te groot voor het digitaal geschoten ‘Dead Meat’.
Vooraf stond de superieure korte Portugese zombiefilm ‘I’ll See You in my Dreams’ aangekondigd, maar die draaide helaas niet. Informeer of hij woensdag wel voor ‘Dead Meat’ draait, want dit is een korte film die u niet mag missen!
‘Dead Meat’ draait nog op woensdag 15-06 om 22:30 in Cinerama 1. Als u gaat, is het raadzaam helemaal achter in de zaal te gaan zitten want het scherm van Cinerama 1 is misschien een flinke maat te groot voor het digitaal geschoten ‘Dead Meat’.
Héctor Carré
10-06-2005 16:00 Filmmuseum Cinerama 2
Het valt al een tijd op, de grote hoeveelheid horrorfilms die uit Spanje
komt. Toegegeven, onder deze stroom aan paellahorror vinden we zelden
meesterwerken - 'The Machinist' uitgezonderd - maar wel een hele hoop goed
gemaakte middenmoot die als zodanig goed te verteren is. Daarbij zijn deze
Spaanse horrorfilms ook nog eens erg divers. Op dit festival draaien
bijvoorbeeld een ode aan de klassieke horror ('Blood Red'), een sexy
horrorkomedie ('Ferpect Crime') en daarnaast de ouderwetse,
psychologische horrorfilm 'La Promesa'. Die diversiteit geeft aan dat
horror in Spanje niet strikt voor een tienerpubliek wordt gemaakt. 'La
Promesa' wordt gedragen door de fantastische actrice Carmen Maura die op
intense wijze de psychologische neergang van een oude dame speelt. Deze
vrouw, Gregoria, wordt al jaren onderdrukt door haar botte echtgenoot en,
eerlijk is eerlijk, daar heeft hij ook wel redenen toe. Gregoria heeft
regelmatig religieuze, epileptische aanvallen en dat kan flink op de
zenuwen gaan werken. In één van haar aanvallen slaat ze in
verwarde
toestand op de vlucht. Het lot brengt haar bij een echtpaar dat net een
nanny zoekt voor hun moeilijke zoontje. Gregoria weet een hele tijd de
goede schijn op te houden, maar langzamerhand wordt duidelijk dat ze zo
gek is als een deur en beginnen er doden te vallen. We weten al van 'The
Servant', ‘Turn of the Screw’ en 'Nightcomers' waar slecht
personeel toe in staat is, maar in
'La Promesa' wordt de neergang van Gregoria met verrassend veel compassie
uitgewerkt. Hoewel er behoorlijk wat overeenkomsten zijn - diep religieuze
vrouw op leeftijd wordt moorddadig - blijft 'La Promesa' op deze manier
ver bij een film als 'Killer Nun' vandaan.
Alex de la Iglesia
11-06-2005 17:45 Filmmuseum Cinerama 1
Gladjakker en verklaard vrijgezel Rafael (Guillermo Toledo) heeft als
hoogste doel in het leven: afdelingshoofd worden op de damesafdeling van
de grote kledingwinkel waarin hij werkt. Het is er hemels. De hele dag
brengt hij door tussen de lingerie en de bloedmooie verkoopsters. Rafael
wordt gedwarsboomd in zijn streven door collega Don Antonio, die er
dezelfde ambities op na houdt. Als Rafael door Antonio overgeplaatst
dreigt te worden naar de afdeling "grote maten" is het hek van de dam en
spietst Rafael zijn rivaal op een kledinghaak. Rafael zit nu niet alleen
met een lijk in zijn maag, het blijkt ook nog eens dat het lelijke eendje
van de afdeling Lourdes (toffe rol van Monica Servera) getuige was van de
moord. Prompt dwingt ze Rafael seks met haar te hebben en op
den duur zijn er zelfs trouwplannen. De la Iglesia ('Action Mutante', 'El
Dia de la Bestia') leeft zich uit in campy details, zodat de film een
soort
'Are You Being Served' op LSD is. Muziek en vormgeving van de film zijn
daarbij perfect. De scène waarin Lourdes het lijk van Don Antonio
wegwerkt
met behulp van een slagersmes en verbrandingsoven, maakt de film alleen al
de moeite waard om te gaan zien.
Nog te zien: maandag 13-06 18:00 Cinerama 1
Nog te zien: maandag 13-06 18:00 Cinerama 1
Paul Schrader
11-06-2005 20:00 Filmmuseum Cinerama 1
Paul Schrader zette zich er toe een Exorcist-episode te maken maar kwam
met een soort miniversie van 'Zulu' op de proppen. Producent Morgan Creek
verwierp het materiaal en probeerde het opnieuw met Renny Harlin wiens
versie een tijd terug in de bioscopen draaide. Dit verklaart de vreemde
titel van 'Paul Schrader's Exorcist: the Original Prequel', wat toch
eerder
klinkt als een National Lampoon-parodie.
In 'Paul Schrader's Exorcist: the Original Prequel' verliest vader Merrick (Stellan Skarsgard) zijn geloof als hij medeplichtig wordt gemaakt aan een brutale executie van willekeurige burgers door Duitse soldaten in WO2. We treffen hem een paar jaar later als archeoloog in Afrika alwaar hij onder een 5e eeuwse kerk een Pazuzu-tempel ontdekt. Probleem is dat Merrick wordt vergezeld door Britse soldaten, die weinig geduld met de plaatselijke bevolking hebben. Wanneer twee soldaten eindigen als ritueel vermoorde lijken in een blasfemisch tableau in de antieke kerk, volgt een confrontatie. Dit alles is verschrikkelijk saai in beeld gebracht. Haast alle aspecten van de film worden gekenmerkt door ideeënarmoede. Vooral de belichting is schandalig. Echt dieptepunt is het onscherpe camerawerk van Vittorio Storaro van wie we toch wat mogen verwachten omdat hij niet alleen 'Apocalypse Now' deed, maar ook bijvoorbeeld 'The Bird with the Crystal Plumage'. Voeg bij dit alles hemeltergende muziek van o.a. Trevor Rabin en schaarse digitale effecten die treurig stemmen, en vernield is uw film. Dit is een prul van de eerste orde die niet betrapt kan worden op enige filmische kwaliteit.
Nog zien: dinsdag 14-04, 16:00 Cinerama 1
In 'Paul Schrader's Exorcist: the Original Prequel' verliest vader Merrick (Stellan Skarsgard) zijn geloof als hij medeplichtig wordt gemaakt aan een brutale executie van willekeurige burgers door Duitse soldaten in WO2. We treffen hem een paar jaar later als archeoloog in Afrika alwaar hij onder een 5e eeuwse kerk een Pazuzu-tempel ontdekt. Probleem is dat Merrick wordt vergezeld door Britse soldaten, die weinig geduld met de plaatselijke bevolking hebben. Wanneer twee soldaten eindigen als ritueel vermoorde lijken in een blasfemisch tableau in de antieke kerk, volgt een confrontatie. Dit alles is verschrikkelijk saai in beeld gebracht. Haast alle aspecten van de film worden gekenmerkt door ideeënarmoede. Vooral de belichting is schandalig. Echt dieptepunt is het onscherpe camerawerk van Vittorio Storaro van wie we toch wat mogen verwachten omdat hij niet alleen 'Apocalypse Now' deed, maar ook bijvoorbeeld 'The Bird with the Crystal Plumage'. Voeg bij dit alles hemeltergende muziek van o.a. Trevor Rabin en schaarse digitale effecten die treurig stemmen, en vernield is uw film. Dit is een prul van de eerste orde die niet betrapt kan worden op enige filmische kwaliteit.
Nog zien: dinsdag 14-04, 16:00 Cinerama 1
Katsuhiro Otomo
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel
bewezen is’.
Deze keer: De nieuwe animatiefilm van Katsuhiro Otomo, de man die voor het
laatst een deuk in een pakje boter sloeg met ‘Akira’ eind jaren
‘80, daar zit in dit tijdperk van 3D-computeranimatie toch geen
digitale hond op te wachten?
De toets: En inderdaad blijkt bovenstaande stelling helaas maar al te waar, want ‘Steamboy’ krijgt inderdaad vooralsnog geen release in Nederland - in feite wordt de film slechts in vijf andere landen buiten Japan uitgebracht. Distributeurs en producenten spelen blijkbaar liever op veilig met computergeanimeerde dieren in post-modernistische, ironische blockbusters, en dat is een schaarsteaanbod, hoe leuk die films ook zijn. Niet dat er in ‘Steamboy’geen computers gebruikt zijn, integendeel, maar het visueel overdonderende eindresultaat voelt desondanks als een ouderwetse lijnanimatie-ervaring waar Disney nog een puntje aan kan zuigen.
Zeven jaar trok Otomo uit voor zijn nieuwste, dus de opvallende overeenkomsten met Miyazaki’s ‘Howl’s Moving Castle’ zullen eerder op toeval berusten dan op de traditionele strijd tussen concurrerende animatiestudio’s. Ook ‘Steamboy’ speelt zich af in het Europa van de 19e eeuw, in dit geval Londen, en ook hier is de hoofdrol weggelegd voor een gigantisch mechanisch bewegend bouwwerk. Maar waar in ‘Howl’s Moving Castle’ mafgie een centrale rol spelede, daar wordt in ‘Steamboy’ de strijd tussen Goed en Kwaad beslecht tegen de achtergrond van de Industriele Revolutie en het allesverslindende grootkapitaal, compleet met verwijzingen naar Dickens en ‘Gone With The Wind’.
Otomo geeft hier en daar de indruk zich behoorlijk te hebben laten meeslepen doro zijn epos en de visuele mogelijkheden die de stof biedt; het ziet er allemaal prachtig uit, en herhaald kijken zal nieuwe details prijsgeven, maar de film voelt wat lang aan en had met een iets compacter scenario een meesterwerk kunnen zijn. Maar de beste animatiefilm van het jaar is ook geen slechte verdienste.
‘Steamboy’ is nog eenmaal te zien op een groot scherm, dus wees erbij op maandag 13-06 om 17:45 uur in Filmmuseum Cinerama 1!
De toets: En inderdaad blijkt bovenstaande stelling helaas maar al te waar, want ‘Steamboy’ krijgt inderdaad vooralsnog geen release in Nederland - in feite wordt de film slechts in vijf andere landen buiten Japan uitgebracht. Distributeurs en producenten spelen blijkbaar liever op veilig met computergeanimeerde dieren in post-modernistische, ironische blockbusters, en dat is een schaarsteaanbod, hoe leuk die films ook zijn. Niet dat er in ‘Steamboy’geen computers gebruikt zijn, integendeel, maar het visueel overdonderende eindresultaat voelt desondanks als een ouderwetse lijnanimatie-ervaring waar Disney nog een puntje aan kan zuigen.
Zeven jaar trok Otomo uit voor zijn nieuwste, dus de opvallende overeenkomsten met Miyazaki’s ‘Howl’s Moving Castle’ zullen eerder op toeval berusten dan op de traditionele strijd tussen concurrerende animatiestudio’s. Ook ‘Steamboy’ speelt zich af in het Europa van de 19e eeuw, in dit geval Londen, en ook hier is de hoofdrol weggelegd voor een gigantisch mechanisch bewegend bouwwerk. Maar waar in ‘Howl’s Moving Castle’ mafgie een centrale rol spelede, daar wordt in ‘Steamboy’ de strijd tussen Goed en Kwaad beslecht tegen de achtergrond van de Industriele Revolutie en het allesverslindende grootkapitaal, compleet met verwijzingen naar Dickens en ‘Gone With The Wind’.
Otomo geeft hier en daar de indruk zich behoorlijk te hebben laten meeslepen doro zijn epos en de visuele mogelijkheden die de stof biedt; het ziet er allemaal prachtig uit, en herhaald kijken zal nieuwe details prijsgeven, maar de film voelt wat lang aan en had met een iets compacter scenario een meesterwerk kunnen zijn. Maar de beste animatiefilm van het jaar is ook geen slechte verdienste.
‘Steamboy’ is nog eenmaal te zien op een groot scherm, dus wees erbij op maandag 13-06 om 17:45 uur in Filmmuseum Cinerama 1!
Jeff Lieberman
10-06-2005 22:00 Filmmuseum Cinerama 2
Bij mij thuis geldt Jeff Liebermans ‘Squirm’ uit 1976 als de
ultieme datefilm. Nadat ik het eerder probeerde met ‘Dawn Of The
Dead’ en Dario Argento-films, was het uiteindelijk
‘Squirm’ die mijn vriendinnetje over de streep trok en haar
zowaar tot horrorfan bekeerde. Liebermans tweede klassieker, ‘Just
Before Dawn’ uit 1980, heeft ook al die elementen die
‘Squirm’ tot zo’n sympathieke film maakten: provinciaalse
inteelt, horroreffecten die vooral lekker “vies” zijn (i.t.t.
“ziek”), een redelijk gezonde benadering van puberale
seksualiteit en een keur aan vreemde karakters. Van Lieberman hebben we
sinds 1980 niets meer vernomen. Nu heeft hij dan met geld van een
enthousiaste fan een poging gewaagd om de leukste aspecten van de oude
horrorfilm-voor-een-tiener-publiek opnieuw leven in te blazen en hij slaagt
daar wonderwel in.
Dougie, een kleine nerd die verslaafd is aan het computerspelletje ‘Satans’s Little Helper’, gaat tijdens Halloween op zoek naar de ware Satan om hem zijn diensten aan te bieden. Een buurman is zijn tuin aan het optuigen met verminkte lichamen die wel erg echt lijken. Dougie, door zijn favoriete computerspel volledig verblind voor de werkelijkheid, leidt het sujet naar zijn eigen huis, alwaar een kat-en-muis-spel aanvangt. Als een klassieke lowbudget-horrorfilm leunt de film vooral op een slim plot en vreemde karakters, zoals de permanent stonede moeder (Amanda Plummer) van het joch. De sterkste feature van de film is echter de beeldschone zus van Dougie (Katheryn Winnick), die haar seksuele aantrekkingskracht op een heel frisse en onbezoedelde manier inzet.
Dit is, zeker voor een op DV geschoten cheapie, een heel geslaagde film en het is wederom een aanrader als datefilm. Petje af, Jeff!.
Nog te zien: zaterdag 11-06 20:00 Cinerama 2.
Dougie, een kleine nerd die verslaafd is aan het computerspelletje ‘Satans’s Little Helper’, gaat tijdens Halloween op zoek naar de ware Satan om hem zijn diensten aan te bieden. Een buurman is zijn tuin aan het optuigen met verminkte lichamen die wel erg echt lijken. Dougie, door zijn favoriete computerspel volledig verblind voor de werkelijkheid, leidt het sujet naar zijn eigen huis, alwaar een kat-en-muis-spel aanvangt. Als een klassieke lowbudget-horrorfilm leunt de film vooral op een slim plot en vreemde karakters, zoals de permanent stonede moeder (Amanda Plummer) van het joch. De sterkste feature van de film is echter de beeldschone zus van Dougie (Katheryn Winnick), die haar seksuele aantrekkingskracht op een heel frisse en onbezoedelde manier inzet.
Dit is, zeker voor een op DV geschoten cheapie, een heel geslaagde film en het is wederom een aanrader als datefilm. Petje af, Jeff!.
Nog te zien: zaterdag 11-06 20:00 Cinerama 2.
Mamoru Ashii
10-06-2005 18:00 Filmmuseum Cinerama 1
Om verschillende redenen is de originele ‘Ghost in the Shell’
naast ‘Akira’ zo’n beetje dé mangaklassieker aller
tijden. Niet alleen is de film thematisch interessant, het ziet er allemaal
ook nog eens veel beter uit dan wat we gewend zijn van manga (sorry voor de
fans…). Niet alleen zijn de achtergronden verbluffend - dat zien we
wel vaker - maar design en uitvoering van de personages zijn bovendien
spectaculair, met gave geanimeerde schaduwen en het ontbreken van irritante
grote ogen (sorry voor de fans…).
‘Ghost in the Shell 2: Innocence’ gaat verder op dezelfde voet en heeft als troef in elk geval dat de film er wederom fantastisch uitziet en, net als het voorgaande deel, wonderlijk intuïtief in elkaar lijkt te zijn gezet. We bevinden ons nu in 2032. Een nieuw fenomeen doet zich voor bij een bepaald type huishoudrobots. Ze vermoorden eerst hun ‘baas’ om vervolgens de hand aan zichzelf te leggen. De cyborgagent Batou en zijn partner vinden uit dat het eigenlijk clandestiene seksrobots betreft, wat hun vreemde gedrag overigens niet meteen verklaart. Suïcide schijnt onder cybernetische wezens erg schaars te zijn en dit geeft aanleiding tot filosofische dialogen over de aard van ‘leven’ en het verschil tussen een automaat en een mens. Op veel plekken worden deze dialogen een soort hypnotische soundtrack voor het spektakel van lichteffecten en camerabewegingen dat zich voor je ogen ontspint en het geheel schommelt je haast in slaap. Dat een film slaapverwekkend is, geldt over het algemeen niet als aanbeveling, maar in dit specifieke geval leidt het tot het aparte effect dat je in een schemerwereld terechtkomt tussen waken en slapen, en komen de droomachtige beelden ongefilterd je brein binnen.
Zoals gezegd ziet het er weer adembenemend uit, hoewel duidelijk beknibbeld is op de daadwerkelijke (lijn)animatie (veel “pratende monden”). De algehele overbelichting kennen we van NASA opnames en van Kubrick’s ‘2001’. ‘Ghost in the Shell 2’ baadt zo in een buitenaards schijnsel en presenteert een wereld met een heel andere logica en welhaast andere natuurwetten.
Nog te zien: zondag 12-6 16:00 in Cinerama 1
‘Ghost in the Shell 2: Innocence’ gaat verder op dezelfde voet en heeft als troef in elk geval dat de film er wederom fantastisch uitziet en, net als het voorgaande deel, wonderlijk intuïtief in elkaar lijkt te zijn gezet. We bevinden ons nu in 2032. Een nieuw fenomeen doet zich voor bij een bepaald type huishoudrobots. Ze vermoorden eerst hun ‘baas’ om vervolgens de hand aan zichzelf te leggen. De cyborgagent Batou en zijn partner vinden uit dat het eigenlijk clandestiene seksrobots betreft, wat hun vreemde gedrag overigens niet meteen verklaart. Suïcide schijnt onder cybernetische wezens erg schaars te zijn en dit geeft aanleiding tot filosofische dialogen over de aard van ‘leven’ en het verschil tussen een automaat en een mens. Op veel plekken worden deze dialogen een soort hypnotische soundtrack voor het spektakel van lichteffecten en camerabewegingen dat zich voor je ogen ontspint en het geheel schommelt je haast in slaap. Dat een film slaapverwekkend is, geldt over het algemeen niet als aanbeveling, maar in dit specifieke geval leidt het tot het aparte effect dat je in een schemerwereld terechtkomt tussen waken en slapen, en komen de droomachtige beelden ongefilterd je brein binnen.
Zoals gezegd ziet het er weer adembenemend uit, hoewel duidelijk beknibbeld is op de daadwerkelijke (lijn)animatie (veel “pratende monden”). De algehele overbelichting kennen we van NASA opnames en van Kubrick’s ‘2001’. ‘Ghost in the Shell 2’ baadt zo in een buitenaards schijnsel en presenteert een wereld met een heel andere logica en welhaast andere natuurwetten.
Nog te zien: zondag 12-6 16:00 in Cinerama 1
Nick Palumbo
11-06-2005 00:00 Filmmuseum Cinerama 1
Menig hormonaal overactieve puber werd gefascineerd door de scène in
John Irving’s ‘Hotel New Hampshire’ waarin een broer en
zus besluiten net zo lang en hard seks met elkaar te hebben tot ze van
schraalheid en uitputting volledig afgekickt zijn van het eeuwige gegeil op
elkaar. Het idee is dat je van verslavingen af kan komen door extreme
oververzadiging. Dat is misschien ook de reden dat de klassieke pusher
altijd net te weinig heroïne geeft aan de behoeftige junk.
Van die wijsheid heeft regisseur, producent en scenarist Nick Palumbo weinig begrepen, getuige zijn volstrekt abjecte seriemoordenaarsfilm ‘Murder-Set-Pieces’, een film die zich letterlijk wentelt in dood vlees en pornografische martelingen. Hoofdpersoon is een Duitse, nazistisch ingestelde fotograaf (Sven Garrett) die graag dure hoeren oppikt om ze vreselijk bruut te verkrachten en vervolgens in zijn geheime kelder aan deprimerende martelingen te onderwerpen, waarna de tot pulp gereduceerde jongedames een langzame dood sterven. In plaats van een enkel geval eruit te lichten en die met enige opbouw in een werkelijk verhaal te plaatsen, kiest Palumbo ervoor dit krankzinnige ritueel zo’n 30 keer aan ons voor te schotelen met een minimum aan variatie. Door deze opzet komt de film dicht in de buurt van hardcore porno waarin de cumshot is vervangen door geisers van bloed. Palumbo toont hierbij talent voor zowel de pornografische delen van het ritueel alsmede voor het gore-element. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de film er bijzonder goed uitziet.
Een dergelijke combinatie van seks en geweld is niet voor niets taboe. ‘Murder-Set-Pieces’ weet met deze cocktail aan prikkels sommige kijkers in een hormonale identiteitscrisis te storten. Op zich hoeft dit niets nieuws te zijn voor de doorgewinterde horrorliefhebber die graag gevaarlijk spel speelt met zijn brein. Halverwege de film echter gaat de moordenaar over tot het slashen van heel jonge meisjes en wordt zelfs een éénjarige baby blootgesteld aan de vleesgeworden snuffmovie die de hoofdpersoon is. Je gaat je ernstige zorgen maken om het totale gebrek aan ethiek bij de makers. In de context van de rest van de film, die zoals gezegd dicht bij pornografie in de buurt komt, is deze scène zeldzaam deprimerend en afkeurenswaardig. Dat de film juist door dit soort zieke ingevingen hoogst waarschijnlijk een klassieker gaat worden, is een frustrerende gedachte, maar het is wel een mechanisme dat zo’n beetje inherent is aan het gore-genre.
Je vraagt je wel af wat dan de volgende stap gaat zijn. Of zou deze film dan toch de overdosis blijken waardoor gore-liefhebbers massaal naar ‘Bambi’ gaan kijken?
Nog te zien op zondag 12-06 om 20:00 uur in Melkweg Cinema
Van die wijsheid heeft regisseur, producent en scenarist Nick Palumbo weinig begrepen, getuige zijn volstrekt abjecte seriemoordenaarsfilm ‘Murder-Set-Pieces’, een film die zich letterlijk wentelt in dood vlees en pornografische martelingen. Hoofdpersoon is een Duitse, nazistisch ingestelde fotograaf (Sven Garrett) die graag dure hoeren oppikt om ze vreselijk bruut te verkrachten en vervolgens in zijn geheime kelder aan deprimerende martelingen te onderwerpen, waarna de tot pulp gereduceerde jongedames een langzame dood sterven. In plaats van een enkel geval eruit te lichten en die met enige opbouw in een werkelijk verhaal te plaatsen, kiest Palumbo ervoor dit krankzinnige ritueel zo’n 30 keer aan ons voor te schotelen met een minimum aan variatie. Door deze opzet komt de film dicht in de buurt van hardcore porno waarin de cumshot is vervangen door geisers van bloed. Palumbo toont hierbij talent voor zowel de pornografische delen van het ritueel alsmede voor het gore-element. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de film er bijzonder goed uitziet.
Een dergelijke combinatie van seks en geweld is niet voor niets taboe. ‘Murder-Set-Pieces’ weet met deze cocktail aan prikkels sommige kijkers in een hormonale identiteitscrisis te storten. Op zich hoeft dit niets nieuws te zijn voor de doorgewinterde horrorliefhebber die graag gevaarlijk spel speelt met zijn brein. Halverwege de film echter gaat de moordenaar over tot het slashen van heel jonge meisjes en wordt zelfs een éénjarige baby blootgesteld aan de vleesgeworden snuffmovie die de hoofdpersoon is. Je gaat je ernstige zorgen maken om het totale gebrek aan ethiek bij de makers. In de context van de rest van de film, die zoals gezegd dicht bij pornografie in de buurt komt, is deze scène zeldzaam deprimerend en afkeurenswaardig. Dat de film juist door dit soort zieke ingevingen hoogst waarschijnlijk een klassieker gaat worden, is een frustrerende gedachte, maar het is wel een mechanisme dat zo’n beetje inherent is aan het gore-genre.
Je vraagt je wel af wat dan de volgende stap gaat zijn. Of zou deze film dan toch de overdosis blijken waardoor gore-liefhebbers massaal naar ‘Bambi’ gaan kijken?
Nog te zien op zondag 12-06 om 20:00 uur in Melkweg Cinema
Paul Etheredge-Ouzts
10-06-2005 22:00 Filmmuseum Cinerama 1
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel
bewezen is’.
Deze keer: Een slasher! Kon u niet iets originelers bedenken, meneer
Etheredge-Ouzts? Oh, u hééft iets originelers bedacht! Een
gay-slasher! E-nig-jes!
De toets: Een gay-slasher is natuurlijk een leuke nouveauté en dat is mooi meegenomen, maar ook op andere fronten levert ‘Hellbent’ wat er beloofd wordt: het is een old school-slasher waarin netjes wordt voldaan aan de verwachtingen van een verwend festivalpubliek. Waar de film zich in positieve zin onderscheidt van veel genregenoten is het feit dat je als kijker binnen no-time gehecht raakt aan dat bonte gezelschap nichten dat hun ondergang tegemoet gaat, en dat je eigenlijk stiekem hoopt dat ze het allemaal zullen redden. Het zal ook een van de redenen zjin dat regisseur Etheredge-Ouzts nergens is beschuldigd van homohaat; omdat dat het eigenlijk niet uitmaakt of het hetero’s, homo’s of gillende blonde bimbo’s met big kazunga’s zijn die op bloederige wijze over de kling worden gejaagd door een gemaskerde, immer zwijgende vreemdeling met duistere motieven. Het zijn tenslotte allemaal mensen zoals u en ik. Zoals de verlegen en onzekere homo, die, vlak voordat hij letterlijk zijn hoofd zal verliezen door tussenkomst van een zeis, nog even een vreugdesprongetje maakt omdat hij zojuist het telefoonnummer van zijn favoriete hunk heeft gekregen.
De film zou van mij vijf sterren hebben gekregen, maar er gaat er eentje af vanwege het overmatig gebruikte cliché in de epiloog, die ik hier uiteraard niet zal verklappen. Desalniettemin: een verfrissend hoogtepunt op het festival!
En u kunt hem nog zien op dinsdag 14-06 om 18:00 uur in Filmmuseum Cinerama 3
De toets: Een gay-slasher is natuurlijk een leuke nouveauté en dat is mooi meegenomen, maar ook op andere fronten levert ‘Hellbent’ wat er beloofd wordt: het is een old school-slasher waarin netjes wordt voldaan aan de verwachtingen van een verwend festivalpubliek. Waar de film zich in positieve zin onderscheidt van veel genregenoten is het feit dat je als kijker binnen no-time gehecht raakt aan dat bonte gezelschap nichten dat hun ondergang tegemoet gaat, en dat je eigenlijk stiekem hoopt dat ze het allemaal zullen redden. Het zal ook een van de redenen zjin dat regisseur Etheredge-Ouzts nergens is beschuldigd van homohaat; omdat dat het eigenlijk niet uitmaakt of het hetero’s, homo’s of gillende blonde bimbo’s met big kazunga’s zijn die op bloederige wijze over de kling worden gejaagd door een gemaskerde, immer zwijgende vreemdeling met duistere motieven. Het zijn tenslotte allemaal mensen zoals u en ik. Zoals de verlegen en onzekere homo, die, vlak voordat hij letterlijk zijn hoofd zal verliezen door tussenkomst van een zeis, nog even een vreugdesprongetje maakt omdat hij zojuist het telefoonnummer van zijn favoriete hunk heeft gekregen.
De film zou van mij vijf sterren hebben gekregen, maar er gaat er eentje af vanwege het overmatig gebruikte cliché in de epiloog, die ik hier uiteraard niet zal verklappen. Desalniettemin: een verfrissend hoogtepunt op het festival!
En u kunt hem nog zien op dinsdag 14-06 om 18:00 uur in Filmmuseum Cinerama 3
Nick Palumbo
11-06-2005 00:00 Filmmuseum Cinerama 1
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel
bewezen is’.
Deze keer: Een se-rie-moor-de-naars-film! Kon u niet iets originelers
bedenken, meneer Palumbo?
De toets: Een film die zo controversieel, ziek en bloederig is, dat ze hem niet in The Night Of Terror durfden te programmeren: dat belooft wat, dus gingen we er eens goed voor zitten. Na afloop lag er slechts één vraag op onze lippen: waartoe dient dit alles? Of, zoals de Engelsen zo toepasselijk zeggen: what’s the bloody point? Seriemoordenaar Sven Garrett jaagt er volgens de catalogus in anderhalf uur 30 slachtoffers doorheen, maar we waren eerlijk gezegd halverwege een beetje de tel kwijt. Het is niet zozeer het geweld dat ging tegenstaan, maar het lineair vertelde verhaal, waarin nauwelijks enige ontwikkeling zit. Er wordt geen enkele empathie gekweekt met de moordenaar of zijn slachtoffers, zoals dat in films als ‘Ed Gein’ en ‘Henry, Portrait Of A Serial Killer’ wel gebeurde, ondanks de harde, realistische sfeer van die films. En daar ligt één van de grootste problemen van ‘Murder-Set-Pieces’: Palumbo’s pogingen om de motieven van de moordenaar te verklaren werken averechts. Dus je grootvader was een nazi, en je moeder je hield ervan om in flashbacks met haar kontje te draaien op de treinrails? Nou en? Vermoord je daarom kleine meisjes en draag je slechte poezie voor terwijl je je slachtoffers martelt? Kom kom, meneer Palumbo, kom er nu maar eerlijk voor uit dat je gewoon sleazy exploitation beoogde, en zelfs daar niet in geslaagd bent. Want net als het interessant gaat worden met een kettingzaag, wordt er laf weggedraaid met de camera. En ook de thrillerachtige wending aan het slot komt minstens een uur te laat, in elk geval voor mijn luid snurkende buurman.
‘Murder-Set-Pieces’ is niets anders dan grafische porno, maar dan heel slechte. Enig lichtpuntje in de film is de kleine bijrol van Tony ‘Candyman’ Todd als eigenaar van een pornoshop, waar Garret om de snuff-movie ‘Nutbag’ vraagt (Palumbo’s debuutfilm). In de tirade die volgt laat Todd zien als enige wel te kunnen acteren.
Eén van de weinigen die een ontmoeting met Garrets personage overleeft is een baby, vermoedelijk een cameo van de regisseur. Is meteen ook verklaard waarom hij ter elfder ure heeft afgezegd voor het festival. Jammer, want we hadden een paar pittige vraagjes voor hem...
Nog te zien op zondag 12-06 om 20:00 uur in Melkweg Cinema
De toets: Een film die zo controversieel, ziek en bloederig is, dat ze hem niet in The Night Of Terror durfden te programmeren: dat belooft wat, dus gingen we er eens goed voor zitten. Na afloop lag er slechts één vraag op onze lippen: waartoe dient dit alles? Of, zoals de Engelsen zo toepasselijk zeggen: what’s the bloody point? Seriemoordenaar Sven Garrett jaagt er volgens de catalogus in anderhalf uur 30 slachtoffers doorheen, maar we waren eerlijk gezegd halverwege een beetje de tel kwijt. Het is niet zozeer het geweld dat ging tegenstaan, maar het lineair vertelde verhaal, waarin nauwelijks enige ontwikkeling zit. Er wordt geen enkele empathie gekweekt met de moordenaar of zijn slachtoffers, zoals dat in films als ‘Ed Gein’ en ‘Henry, Portrait Of A Serial Killer’ wel gebeurde, ondanks de harde, realistische sfeer van die films. En daar ligt één van de grootste problemen van ‘Murder-Set-Pieces’: Palumbo’s pogingen om de motieven van de moordenaar te verklaren werken averechts. Dus je grootvader was een nazi, en je moeder je hield ervan om in flashbacks met haar kontje te draaien op de treinrails? Nou en? Vermoord je daarom kleine meisjes en draag je slechte poezie voor terwijl je je slachtoffers martelt? Kom kom, meneer Palumbo, kom er nu maar eerlijk voor uit dat je gewoon sleazy exploitation beoogde, en zelfs daar niet in geslaagd bent. Want net als het interessant gaat worden met een kettingzaag, wordt er laf weggedraaid met de camera. En ook de thrillerachtige wending aan het slot komt minstens een uur te laat, in elk geval voor mijn luid snurkende buurman.
‘Murder-Set-Pieces’ is niets anders dan grafische porno, maar dan heel slechte. Enig lichtpuntje in de film is de kleine bijrol van Tony ‘Candyman’ Todd als eigenaar van een pornoshop, waar Garret om de snuff-movie ‘Nutbag’ vraagt (Palumbo’s debuutfilm). In de tirade die volgt laat Todd zien als enige wel te kunnen acteren.
Eén van de weinigen die een ontmoeting met Garrets personage overleeft is een baby, vermoedelijk een cameo van de regisseur. Is meteen ook verklaard waarom hij ter elfder ure heeft afgezegd voor het festival. Jammer, want we hadden een paar pittige vraagjes voor hem...
Nog te zien op zondag 12-06 om 20:00 uur in Melkweg Cinema
Speculaties over de verrassingsfilm van maandag
De verrassingsfilm, oftewel sneak preview. Altijd weer goed voor
speculaties en gonzende geruchten. Zo fluistert men voorzichtig maar
hoopvol dat de verrassingsfilm dit keer wel eens de langverwachte opvolger
van George A. Romero's klassieke zombie-drieluik zou kunnen zijn: 'Land Of
The Dead', van de hand van de meester zelf. Wordt de film tenslotte niet
zeer binnenkort in roulatie gebracht? En liggen er niet overal op het
festival al flyertjes van? Het zou natuurlijk dé sneak van het jaar
zijn, hoe onwaarschijnlijk ook. Maar die geruchten, die geruchten worden
steeds hardnekkiger...
Wordt vervolgd...
Wordt vervolgd...
Joon-Ho Bong
Gezien: International Film Festival Rotterdam 2004
Het Zuid-Koreaanse 'Memories of Murder' (2003) van Joon-Ho Bong was vorig
jaar één van
de verrassingen van het filmfestival te Rotterdam. De film kreeg al een
kleine
uitbreng in de bioscopen en kan eigenlijk nauwelijks horror genoemd worden.
Dat de
film desondanks op het AFFF draait, zal met een persoonlijke voorkeur van
de
programmeurs van het festival te maken hebben. En dat is begrijpelijk,
omdat het een
film is die je makkelijk in je hart sluit.
'Memories of Murder' is een op feiten gebaseerde film over de duistere periode tussen 1986 en 1991 waarin een seriemoordenaar het Zuid-Koreaanse platteland onveilig maakte. Steeds als het regent heeft de moordenaar het voorzien op Koreaanse schoonheden die hij op het land wurgt met panty's terwijl hij ze seksueel misbruikt. De film concentreert zich op het hopeloze onderzoek van een lokale rechercheur die naast een tekort aan materieel en personeel te kampen heeft met een tekort aan intelligentie. Als er versterking komt uit Seoul, in de vorm van een specialist op het gebied van seksuele moorden, geeft dit aanleiding tot animositeit tussen de lokale krachten en deze gladde nieuweling. Ondertussen wordt het ene dwaalspoor ingeruild voor het andere en deinst men er niet voor terug een aantal mannen te martelen omdat ze dan wel een boeventronie hebben of omdat ze geestelijk invalide zijn. Het wordt steeds duidelijker dat men eigenlijk geen enkele clou heeft. De kracht van de film zit hem in het lage tempo en de vele terloopse scènes, zoals die waarin de martelaars en de gemartelde gemoedelijk een kopje noedelsoep nuttigen terwijl ze naar oude Koreaanse copshows zitten te kijken. De mannen raken verder verwijderd van een oplossing van de zaak en in het hart van de film groeit een steeds groter vraagteken.
Niet voor niets scoort de film hoog onder cinefielen, want de film zit vol verwijzingen naar uiteenlopende politiefilms. Met name Orson Welles' 'Touch of Evil' heeft thematisch veel overeenkomsten met ‘Memories of Murder’. De Clint Eastwood-klassieker 'Play Misty for Me' lijkt ook een grote invloed te hebben gehad op de regisseur. Zoals gezegd heeft de film weinig van doen met horror of fantasy pur sang. Toch is het zeker een aanrader en is het wellicht die ene film op het festival waar u uw teergevoelige vriend of vriendin mee naartoe kan nemen.
'Memories of Murder' draait nog op woensdag 15-6 om 17:45 in Cinerama 3.
'Memories of Murder' is een op feiten gebaseerde film over de duistere periode tussen 1986 en 1991 waarin een seriemoordenaar het Zuid-Koreaanse platteland onveilig maakte. Steeds als het regent heeft de moordenaar het voorzien op Koreaanse schoonheden die hij op het land wurgt met panty's terwijl hij ze seksueel misbruikt. De film concentreert zich op het hopeloze onderzoek van een lokale rechercheur die naast een tekort aan materieel en personeel te kampen heeft met een tekort aan intelligentie. Als er versterking komt uit Seoul, in de vorm van een specialist op het gebied van seksuele moorden, geeft dit aanleiding tot animositeit tussen de lokale krachten en deze gladde nieuweling. Ondertussen wordt het ene dwaalspoor ingeruild voor het andere en deinst men er niet voor terug een aantal mannen te martelen omdat ze dan wel een boeventronie hebben of omdat ze geestelijk invalide zijn. Het wordt steeds duidelijker dat men eigenlijk geen enkele clou heeft. De kracht van de film zit hem in het lage tempo en de vele terloopse scènes, zoals die waarin de martelaars en de gemartelde gemoedelijk een kopje noedelsoep nuttigen terwijl ze naar oude Koreaanse copshows zitten te kijken. De mannen raken verder verwijderd van een oplossing van de zaak en in het hart van de film groeit een steeds groter vraagteken.
Niet voor niets scoort de film hoog onder cinefielen, want de film zit vol verwijzingen naar uiteenlopende politiefilms. Met name Orson Welles' 'Touch of Evil' heeft thematisch veel overeenkomsten met ‘Memories of Murder’. De Clint Eastwood-klassieker 'Play Misty for Me' lijkt ook een grote invloed te hebben gehad op de regisseur. Zoals gezegd heeft de film weinig van doen met horror of fantasy pur sang. Toch is het zeker een aanrader en is het wellicht die ene film op het festival waar u uw teergevoelige vriend of vriendin mee naartoe kan nemen.
'Memories of Murder' draait nog op woensdag 15-6 om 17:45 in Cinerama 3.
Christian Molina
09-06-2005 16:00 Filmmuseum Cinerama 2
Jacinto Molina (1934), beter bekend als Paul Naschy, mag dit jaar een
Lifetime Achievement Award in ontvangst nemen op het AFFF. Films van deze
productieve acteur/regisseur overspoelden in de vroege jaren '70 het
continent en je kunt gerust stellen dat het begrip 'Spaanse horror' heel
wat minder belletjes zou doen rinkelen als Paul Naschy zijn ziel en
zaligheid er niet in had gestopt. Naast acteren en regisseren draaide hij
zijn hand niet om voor het schrijven van scripts, het produceren van zijn
eigen films en bovendien deed Naschy, in de voetsporen van de oude Lon
Chany, vaak zijn eigen grime. Dat in een dergelijk profiel ook de nodige
ijdelheid past, mag niet verbazen. Neem bijvoorbeeld de film 'Blue Eyes of
the Broken Doll' (1973) waarin Naschy, op zijn eigen scenario, geile
bedscènes heeft met de gehele vrouwelijke cast. Naschy werd in de
jaren
'80 overbodig gemaakt door de oprukkende televisie en een afnemende
interesse in traditionele horror. De Nederlandse videoreleases van zijn
films op het Sunrise-label vallen trouwens nog steeds op door de prachtige
vormgeving.
In het nieuwe 'Blood Red' (2004,) geregisseerd door naamgenoot Christian Molina, revancheert Jacinto Molina aka Paul Naschy zich op jaren van pijnlijke vergetelheid met een eigen scenario waarin hij zichzelf portretteert als de oude, verbitterde acteur Pablo Thevenet. Hij is verwikkeld in de bekende misère van de werkeloze diva. Waar andere acteurs de vernederingen van goedkope schnabbels zouden laten voor wat het is, accepteert Pablo Thevenet een baantje als sinistere figurant in een decadente seksclub. Hij tekent daarvoor een contract, opgesteld in een voor hem onbekende taal. Prompt zien we hem een rits acteurs en regisseurs afmaken met een assortiment aan Japanse messen. Het mag niet verbazen dat de baas van de nachtclub Lucifer zelf is en zo is de film vergeven van de clichés. Dat geeft niets, want waar het hier om gaat is het humoristische venijn maar ook een zekere psychedelische opbouw die doet denken aan oude Italiaanse slashers. Naschy's scenario behelst verder de wereld van de bizarre snuff-film en een vreemde liefhebberij van de hoofdpersoon waarbij een levende muis en een condoom betrokken zijn. De combinatie van klassieke horrorelementen met deze moderne grofheid pakt redelijk goed uit, hoewel een toefje meer gore geen kwaad had gedaan.
De ironische opzet van 'Blood Red' staat in schril contrast met de vermakelijke ernst van Naschy's vroege horrorfilms, die vaak zwaar leunden op de horrortraditie van Universal. Wie wil genieten van Naschy's oude wapenfeiten, kan op het festival terecht bij 'Werewolf's Shadow' uit 1971 (dinsdag 14-6 18:00 Cinerama 2) en bij 'Operation Terror' uit 1970 (woensdag 15-6 18:15 Cinerama 2). ‘Blood Red’ draait verder nog op dinsdag 14-6 om 22:00 in Cinerama 1. Voorafgaand aan de film draait de originele trailer van Naschy's 'The Curse of the Werewolf', zodat u in de juiste sfeer kunt komen.
In het nieuwe 'Blood Red' (2004,) geregisseerd door naamgenoot Christian Molina, revancheert Jacinto Molina aka Paul Naschy zich op jaren van pijnlijke vergetelheid met een eigen scenario waarin hij zichzelf portretteert als de oude, verbitterde acteur Pablo Thevenet. Hij is verwikkeld in de bekende misère van de werkeloze diva. Waar andere acteurs de vernederingen van goedkope schnabbels zouden laten voor wat het is, accepteert Pablo Thevenet een baantje als sinistere figurant in een decadente seksclub. Hij tekent daarvoor een contract, opgesteld in een voor hem onbekende taal. Prompt zien we hem een rits acteurs en regisseurs afmaken met een assortiment aan Japanse messen. Het mag niet verbazen dat de baas van de nachtclub Lucifer zelf is en zo is de film vergeven van de clichés. Dat geeft niets, want waar het hier om gaat is het humoristische venijn maar ook een zekere psychedelische opbouw die doet denken aan oude Italiaanse slashers. Naschy's scenario behelst verder de wereld van de bizarre snuff-film en een vreemde liefhebberij van de hoofdpersoon waarbij een levende muis en een condoom betrokken zijn. De combinatie van klassieke horrorelementen met deze moderne grofheid pakt redelijk goed uit, hoewel een toefje meer gore geen kwaad had gedaan.
De ironische opzet van 'Blood Red' staat in schril contrast met de vermakelijke ernst van Naschy's vroege horrorfilms, die vaak zwaar leunden op de horrortraditie van Universal. Wie wil genieten van Naschy's oude wapenfeiten, kan op het festival terecht bij 'Werewolf's Shadow' uit 1971 (dinsdag 14-6 18:00 Cinerama 2) en bij 'Operation Terror' uit 1970 (woensdag 15-6 18:15 Cinerama 2). ‘Blood Red’ draait verder nog op dinsdag 14-6 om 22:00 in Cinerama 1. Voorafgaand aan de film draait de originele trailer van Naschy's 'The Curse of the Werewolf', zodat u in de juiste sfeer kunt komen.
James Wan
09-06-2005 20:15 Filmmuseum Cinerama 1
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel
bewezen is’.
Deze keer: Een se-rie-moor-de-naars-film! Kon u niet iets originelers
bedenken, meneer Wan?
De toets: Een seriemoordenaarsfilm, inderdaad, maar wat voor één! De eerste kneiter van het festival is binnen, en getuige de publiekswaardering tot nu toe (een gemiddeld cijfer van 8,48, gevolgd door ‘The Machinist’ met 8,15) ben ik niet de enige die daar zo over denkt. Technisch gesproken is de kwade genius uit deze film geen seriemoordenaar: hij zet zjin slachtoffers tegen elkaar op of zorgt er op een andere manier voor dat ze zelfmoord plegen. Maar dat is inderdaad alleen een technisch detail: wie zijn slachtoffers alleen een kans op overleven geeft als ze zich door een haag van duizenden scheermesjes naar de vrijheid weten te werken, houdt er nogal discutable normen en waarden op na.
De film opent met een ruimte waarin zich twee mannen bevinden, de nieuwste slachtoffers van onze vriend de maniak. Eén van hen krijgt de opdracht de ander binnen een bepaalde tijd te vermoorden, zoniet, dan zal de moordenaar diens vrouw en kind ombrengen. Dat vermoorden van de celgenoot wordt nog knap lastig, want de twee mannen zijn elk buiten elkaars bereik vastgeketend. Maar de moordenaar is geen onmens, en voorziet de heren van een zaag. Die is alleen niet bedoeld om de ketenen mee door te zagen...
Australier James Wan weet in zijn tweede film zijn publiek handig te manipuleren door middel van flasbacks, omdraaiing van rollen en enkele valse aanwijzingen. En niemand, maar dan ook niemand is voorbereid op de twist aan het einde, die als een mokerslag aankomt. ‘Saw’ is qua vorm en inhoud een eerbetoon aan de giallo-films van Dario Argento, met als opvallendste verwijzing de enge-pop-op-een-fietsje, die volgens de festivalcatalogus uit ‘Profondo Rosso’ komt, maar volgens mij uit ‘The Cat o’ Nine Tails’ geleend is. Of heeft u, beste lezer, een idee?
De toets: Een seriemoordenaarsfilm, inderdaad, maar wat voor één! De eerste kneiter van het festival is binnen, en getuige de publiekswaardering tot nu toe (een gemiddeld cijfer van 8,48, gevolgd door ‘The Machinist’ met 8,15) ben ik niet de enige die daar zo over denkt. Technisch gesproken is de kwade genius uit deze film geen seriemoordenaar: hij zet zjin slachtoffers tegen elkaar op of zorgt er op een andere manier voor dat ze zelfmoord plegen. Maar dat is inderdaad alleen een technisch detail: wie zijn slachtoffers alleen een kans op overleven geeft als ze zich door een haag van duizenden scheermesjes naar de vrijheid weten te werken, houdt er nogal discutable normen en waarden op na.
De film opent met een ruimte waarin zich twee mannen bevinden, de nieuwste slachtoffers van onze vriend de maniak. Eén van hen krijgt de opdracht de ander binnen een bepaalde tijd te vermoorden, zoniet, dan zal de moordenaar diens vrouw en kind ombrengen. Dat vermoorden van de celgenoot wordt nog knap lastig, want de twee mannen zijn elk buiten elkaars bereik vastgeketend. Maar de moordenaar is geen onmens, en voorziet de heren van een zaag. Die is alleen niet bedoeld om de ketenen mee door te zagen...
Australier James Wan weet in zijn tweede film zijn publiek handig te manipuleren door middel van flasbacks, omdraaiing van rollen en enkele valse aanwijzingen. En niemand, maar dan ook niemand is voorbereid op de twist aan het einde, die als een mokerslag aankomt. ‘Saw’ is qua vorm en inhoud een eerbetoon aan de giallo-films van Dario Argento, met als opvallendste verwijzing de enge-pop-op-een-fietsje, die volgens de festivalcatalogus uit ‘Profondo Rosso’ komt, maar volgens mij uit ‘The Cat o’ Nine Tails’ geleend is. Of heeft u, beste lezer, een idee?
Lucile Hadzihalilovic
Gezien: International Film Festival Rotterdam 2005
Twee dagen voor de opening werd bekend dat de film ‘Nuit Noire’
van Olivier Smolders door de producent werd teruggetrokken om hem op het
festival van Locarno zijn premiere te laten beleven. Dat is flauw,
onsympathiek en zeer onloyaal. En onverstandig, want zo maak je geen
festivalvrienden. Dus werde de de organisatie genoodzaakt een vervangende
film te programmeren, ook Waals, en vaak in één adem genoemd
met ‘Calvaire’, al verschillen de films als dag en nacht.
Uw recensent zag de film al tijdens het International Film Festival
Rotterdam, daartoe aangespoord door een zeer gewaardeerde collega.
Sindsdien kijk ik een beetje uit met het advies van zeer gewaardeerde
collega’s. Mijn advies: ruil uw kaartje voor ‘Nuit Noire’
in voor ‘Calvaire’. Hieronder de recensie zoals die
oorspronkelijk op 1 februari van dit jaar op deze site verscheen.
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel bewezen is’. Wanneer de festivalcatalogus* spreekt van ‘elementen van een psychologische thriller en een vleugje horror, zijn dat doorgaans valse voorwendselen om de genreliefhebber de zaal in te lokken.
De toets: Hoewel de film intrigerend begint - klein meisje staat op uit doodskist en wordt verwelkomd door andere meisjes in haar nieuwe leefwereld, die bestaat uit een soort kostschool in een sprookjesachtig park, omringd door een grote muur - krijgen we algauw een stortvloed van metaforen voor de kiezen waar de kijker u tegen zegt. Want van symboliek zagen de Fransen, al dan niet import, flinke planken. Uiteraard staat de geheimzinnige school met haar rigide regels en mytische directrice symbool voor de ontwikkeling die een meisje doormaakt naar een jonge vrouw, waarbij afwijken van het pad de vreselijkste gevolgen heeft. Maar hebben wij hier te maken met de visie van de door mannen gedomineerde maatschappij op hoe opgroeiende vrouwen zich dienen te gedragen, of met de visie van de regisseuse zelf, of met de verbeelding van de permanente onzekerheid die de jonge meisjes op weg naar hun volwassenwording beleven? Het enige dat zeker is, is dat de immer fraai gefilmde Degas-meisjes in verschillende stadia van ontkleding worden onderworpen aan één-op-één-symboliek als [rode roos = ongesteldheid] en [balletdansje in vlinderpak = ontpoppen tot jonge vrouw]. Wanneer die jonge vrouwen dan eindelijk de wijde wereld in mogen, belanden zij in een fontein met zeker vijf jaar oudere adolescenten, waarbij het shot van de viriel spuitende waterstraal minutenlang gerekt wordt. Subtiel is anders. En dat ‘vleugje horror’? Dat was vrees ik inderdaad een tikje overdreven.
* de catalogus van Rotterdam, niet die van Amsterdam
'Innocence' is te zien op zondag 12-06 om 22:00 en op woensdag 15-06 om 20:00 in Filmmuseum Cinerama 2
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel bewezen is’. Wanneer de festivalcatalogus* spreekt van ‘elementen van een psychologische thriller en een vleugje horror, zijn dat doorgaans valse voorwendselen om de genreliefhebber de zaal in te lokken.
De toets: Hoewel de film intrigerend begint - klein meisje staat op uit doodskist en wordt verwelkomd door andere meisjes in haar nieuwe leefwereld, die bestaat uit een soort kostschool in een sprookjesachtig park, omringd door een grote muur - krijgen we algauw een stortvloed van metaforen voor de kiezen waar de kijker u tegen zegt. Want van symboliek zagen de Fransen, al dan niet import, flinke planken. Uiteraard staat de geheimzinnige school met haar rigide regels en mytische directrice symbool voor de ontwikkeling die een meisje doormaakt naar een jonge vrouw, waarbij afwijken van het pad de vreselijkste gevolgen heeft. Maar hebben wij hier te maken met de visie van de door mannen gedomineerde maatschappij op hoe opgroeiende vrouwen zich dienen te gedragen, of met de visie van de regisseuse zelf, of met de verbeelding van de permanente onzekerheid die de jonge meisjes op weg naar hun volwassenwording beleven? Het enige dat zeker is, is dat de immer fraai gefilmde Degas-meisjes in verschillende stadia van ontkleding worden onderworpen aan één-op-één-symboliek als [rode roos = ongesteldheid] en [balletdansje in vlinderpak = ontpoppen tot jonge vrouw]. Wanneer die jonge vrouwen dan eindelijk de wijde wereld in mogen, belanden zij in een fontein met zeker vijf jaar oudere adolescenten, waarbij het shot van de viriel spuitende waterstraal minutenlang gerekt wordt. Subtiel is anders. En dat ‘vleugje horror’? Dat was vrees ik inderdaad een tikje overdreven.
* de catalogus van Rotterdam, niet die van Amsterdam
'Innocence' is te zien op zondag 12-06 om 22:00 en op woensdag 15-06 om 20:00 in Filmmuseum Cinerama 2
Nochnoy Dozor
08-06-2005 20:00 Filmmuseum Cinerama 1
Stelling: ‘een film is in beginsel slecht, tot het tegendeel
bewezen is’.
Deze keer: Het Russissche ‘Night Watch’ is door Quentin
Tarantino uitgeroepen tot de nieuwe ‘Lord Of The Rings’. Eerst
zien en dan geloven. Don’t believe the hypesky!
De toets: Het is nog een hele tour om met de trein vanuit Rotterdam Centraal in Amsterdam Centraal te geraken, althans binnen de tijd die daar officieel voor staat. Blijkbaar is de NS er nog steeds niet in geslaagd om alle rotzooi van het spoor te ruimen na het treinongeluk van afgelopen maandag, dus woensdagavond vanaf Schiphol met de boemel naar CS en met ruim een half uur vertraging en de hakken over de sloot in Cinerama, halverwege de openingsspeech van festivaldirecteur Jan Doense maar mooi op tijd voor de uitreiking van de Lifetime Achievement Award aan animatie-kneiter Ray Harryhausen. Na de uitreiking van de award en vóór de vertoning van de langverwachte Russische hype nam de gelauwerde veteraan de kuierlatten. Wat wil je, de hoogbejaarde Amerikaan heeft dan ook de Koude Oorlog in volle glorie meegemaakt.
‘Nightwatch’ vertelt het verhaal over de strijd tussen Goed en Kwaad, en doet dat op Russisch-theatrale wijze, gegoten in een jasje dat sterk leentjebuur speelt bij films als ‘The Matrix’ en ‘Blade’. Dat leverde in Rusland een blockbuster op, maar aan de andere kant van Europa kijkt men daar toch enigszins anders tegenaan. Wat ‘Nightwatch’ ons voor zich inneemt is de aanwezigheid van humor (hee broertjes Wachowski!) en enkele originele invallen, zoals de opgezette-uil-verandert-in-bevallige-assistente (hee Harry Potter!). Maar eigenlijk hebben we verder alles al vaker en beter gezien, van het Helms Deep-achtige openingsshot tot de spastische fotografie in de actiescenes, een truukje waartoe regisseurs die moeite hebben met gevechtschoreografie steeds vaker een toevlucht lijken te nemen. En als je voor de derde keer de motorkap van een met veel geweld startende auto van binnen ziet, dan treedt er vermoeidheid op bij de kijker. Er zijn weliswaar slechtere openingsfilms denkbaar, maar ook betere. En eigenlijk kwam ik natuurlijk voor de openingsspeech van Mr. Horror, die een betere promotor is voor zijn festival dan welke openingsfilm ook.
'Nightwatch' is nog te zien op zaterdag 11-6 om 15:30 in Filmmuseum Cinerama 1.
De toets: Het is nog een hele tour om met de trein vanuit Rotterdam Centraal in Amsterdam Centraal te geraken, althans binnen de tijd die daar officieel voor staat. Blijkbaar is de NS er nog steeds niet in geslaagd om alle rotzooi van het spoor te ruimen na het treinongeluk van afgelopen maandag, dus woensdagavond vanaf Schiphol met de boemel naar CS en met ruim een half uur vertraging en de hakken over de sloot in Cinerama, halverwege de openingsspeech van festivaldirecteur Jan Doense maar mooi op tijd voor de uitreiking van de Lifetime Achievement Award aan animatie-kneiter Ray Harryhausen. Na de uitreiking van de award en vóór de vertoning van de langverwachte Russische hype nam de gelauwerde veteraan de kuierlatten. Wat wil je, de hoogbejaarde Amerikaan heeft dan ook de Koude Oorlog in volle glorie meegemaakt.
‘Nightwatch’ vertelt het verhaal over de strijd tussen Goed en Kwaad, en doet dat op Russisch-theatrale wijze, gegoten in een jasje dat sterk leentjebuur speelt bij films als ‘The Matrix’ en ‘Blade’. Dat leverde in Rusland een blockbuster op, maar aan de andere kant van Europa kijkt men daar toch enigszins anders tegenaan. Wat ‘Nightwatch’ ons voor zich inneemt is de aanwezigheid van humor (hee broertjes Wachowski!) en enkele originele invallen, zoals de opgezette-uil-verandert-in-bevallige-assistente (hee Harry Potter!). Maar eigenlijk hebben we verder alles al vaker en beter gezien, van het Helms Deep-achtige openingsshot tot de spastische fotografie in de actiescenes, een truukje waartoe regisseurs die moeite hebben met gevechtschoreografie steeds vaker een toevlucht lijken te nemen. En als je voor de derde keer de motorkap van een met veel geweld startende auto van binnen ziet, dan treedt er vermoeidheid op bij de kijker. Er zijn weliswaar slechtere openingsfilms denkbaar, maar ook betere. En eigenlijk kwam ik natuurlijk voor de openingsspeech van Mr. Horror, die een betere promotor is voor zijn festival dan welke openingsfilm ook.
'Nightwatch' is nog te zien op zaterdag 11-6 om 15:30 in Filmmuseum Cinerama 1.