Bas de Koning
Fonetyka – Ciechowski
*****
Fonetyka records / Universal Music Polska
De Poolse band Fonetyka heeft de afgelopen jaren naam voor zichzelf gemaakt door gedichten van Poolse dichters Wojaczek en Bursa op muziek te zetten. Opvallend is dat de platen een onmiskenbaar eigen geluid en stijl delen. Knap, want beide dichters hebben weinig met elkaar te maken, tenzij de wat existentialistische kijk op de wereld. Voor plaat nummer drie haalde de band verrassend genoeg inspiratie bij songschrijver Grzegorz Ciechowski. Poolse lezers zullen hem als de zanger van Republika herkennen. Naast de band bleek Ciekowski er ook een leven als dichter op na te houden – een talent waar hij zich tot aan zijn plotselinge dood in 2001 op toelegde. Zijn gedichten kenmerken zich door pijn, bitter sarcasme en een tragisch verlangen naar begrip. Daar kon Fonetyka wel wat mee. De band nam Ciekowski’s minimale stijl als uitgangspunt en voorzag die van betoverende motieven met de nadruk op gitaar en drums. Het geeft het gevoel dat woord en melodie vanachter een zacht zwart gordijn een stiekem spel spelen. Het is het talent van deze band dat ze van de wisselwerking tussen poëzie en popmuziek geen loodzware toestand maken, maar juist puntig en fris klinken. Al drie platen lang weten ze te boeien met dit spel van tekst en muziek, waarbij hun eigen alternatieve muziekstijl leidend blijft. Als je geen Pools verstaat maar wel van kwaliteitspop-rock houdt is Fonetyka meer dan de moeite waard.
Bas de Koning
Damien Jurado & Richard Swift – Other People’s Songs: Volume 1
*****
Secretly Canadian / Konkurrent
Terwijl Jurado op dit moment midden in zijn akoestische solo-toer zit met de Maraqopa trilogie – volgend jaar komt hij in verschillende zalen weer langs – brengt zijn platenlabel dit zes jaar oude project uit. In 2010 doken hij en labelgenoot Richard Swift de studio in om voor hun plezier negen persoonlijke favorieten op te nemen. Toentertijd werd het hele project als gratis download aangeboden, maar blijkbaar was de tijd rijp om een opgepoetste versie op een andere drager uit te brengen. De selectie is soms wat te makkelijk en soms zeer verrassend. Met cultnamen uit de jaren zestig zoals Bill Fay en Link Cromwell is het makkelijk scoren. Bovendien ligt het idioom van de psychfolk dicht tegen de muzikale habitat van beide heren aan. Verrassender wordt het als Jurado met hoge falsetstem ineens Sweetness van de debuutplaat van Yes inzet. De heren hebben nog meer guilty pleasures in petto. Van jaren vijftig doowop combo The Fleetwoods wordt Outside my window onder handen genomen en van John Denver Follow Me. Daarna krijgen we ook nog een folky versie van Radioactivity van Kraftwerk voorgeschoteld. Het knappe is dat ze de liedjes een arrangement in hun eigen stijl hebben gegeven, waardoor de plaat als een consistent geheel klinkt. Het mag dan muziek van anderen zijn, op de setlist van Damiens of Richards reguliere werk zouden deze nummers niet misstaan. Het is vooral een mooie en persoonlijke ode aan hun muzikale herinneringen en smaakt naar een volume 2.
Bas de Koning
Niagara – Hyperocean
*****
(Monotreme / Konkurrent)
Het Italiaanse duo Niagara (niet te verwarren met de Franse popband uit de jaren 80) grijpt terug naar de IDM van twintig jaar geleden: Intelligent Dance Music. Ik vermoed dat David Tomat en Gabriele Ottino de platen van Autechre, Plaid, Black Dog, Speedy J en Aphex Twin grijs hebben gedraaid. Met Hyperocean proberen ze hun eigen antwoord te geven op al deze invloeden. En het moet gezegd worden, ze hebben goed opgelet. In elf aaneengeschakelde composities combineren ze duistere electronische psychedelica met vloeiende arrangementen, stuiterende beats en langzaam opbouwende anti-ritmes. Was op hun eerste plaat Don’t Take it Personally uit 2014 de clash tussen natuur en techniek het thema, ditmaal draait het allemaal om water. Vloeiend is het inderdaad, maar de kracht van IDM is juist dat de muziek heel langzaam onder je huid kruipt. Soms door slechts flarden van geluiden heel langzaam tegen elkaar te leggen tot zich ineens een structuur ontvouwt.

Met minimale middelen het maximale bereiken. Die kunst heeft dit duo nog niet helemaal in de vingers, hoewel er dappere pogingen waar te nemen zijn, zeker tegen het einde van de plaat. Afsluiter Alfa 11 bewijst dat ze best begrijpen wat de bedoeling is. Het nummer schuift en schuurt meedogenloos voort. Langzaam en dreigend bouwt het op, laag voor laag. Een nummer dat je knoeperhard moet draaien met het licht uit. Sinister en spookachtig kruipt het uit de diepte van je boxen omhoog om je nachtmerries te bezorgen. David en Gabrielle kunnen het wel, alleen nog niet een plaat lang. Beluister een track in de Soundcloud.
Bas de Koning
Ben Abraham – Sirens
*****
(Secretly canadian / Konkurrent)
Ben Abraham heeft negen jaar gewerkt aan zijn debuutplaat Sirens en eerlijk gezegd is het de vraag of dat verstandig was. Een beetje meer urgentie had de plaat aanzienlijk minder laidback gemaakt denk ik. Muzikaal is het allemaal erg soft en veel gitaargetokkel, zacht getik op de drums, een synthesizerriedeltje ertussen en een blokfluitje erbij. Halverwege komt Sara Bareilles, die ooit een hitje had met Love Song, ook nog even langs. De suikerzoete folk romantiek is leuk voor een zwoele zomeravond op het strand of een winteravond bij het haardvuur, maar het had allemaal wel wat minder gemiddeld gekund.

Dertien ballades wordt op den duur wel wat veel en langdradig. De meeste liedjes gaan natuurlijk over de dames en de liefde. Je ziet Ben helemaal zitten met een zwijmelende dame aan zijn zij. Ze kijken elkaar diep in de ogen en Ben zet weer een liedje in, natuurlijk speciaal voor haar. “She is my skin/holding my body/covering my bones” zingt hij haar toe en welke dame wil dat nou niet horen? Gelukkig is Ben gezegend met een mooie stem wat veel goed maakt. Hij heeft qua stemgeluid eenzelfde timbre als Peter Gabriel. Beetje klaaglijk, een mooie snik en zacht brons van kleur. Helaas beschikt hij niet over hetzelfde talent om spannende wereldse muziek te maken. Eerder schaart hij zich bij troubadours als David Gray of Jack Johnson. Ook van die degelijke artiesten die best een warme sound brengen maar vreselijk saai zijn. Bekijk een fragment op Youtube.
Bas de Koning
Yeasayer – Amen & Goodbye
*****
(Mute / PIAS)
Yeasayer maakt het de fans niet makkelijk. Vier jaar na Fragrant World keren de vaandeldragers van de New Weird America-beweging terug met misschien wel de meest concessieloze plaat die ze tot nu hebben gemaakt. De ijle samenzang en hoge falset stemmen geven het geheel een pastoraal sfeertje. Gelet op de titels van de plaat is dat precies wat het trio uit Brooklyn voor ogen had. Met Bijbelse verwijzingen naar Kain, Uma, de dode zee rollen en profetieën. Muzikaal wordt de atmosferische opbouw van hun muziek verder uitgediept, maar dat maakt het er niet gemakkelijker op om de muziek van Yeasayer tot je te nemen.

Het is geen geheim dat sinds zanger Chris Keating meezong op Simian’s Mobile Disco’s Audacity of Huge de twee bands veel inspiratie uit elkaar putten. In die zin is Amen & Goodbye een directe verwijzing naar Simian’s debuut Chemistry is what we are uit 2001. Maar waar die plaat wist te prikkelen en te intrigeren slaat Yeasayer de plank een beetje mis met deze vierde leg. Amen & Goodbye vereist wel heel veel concentratie om hem echt te kunnen waarderen. Dan ontvouwt zich weliswaar een met finesse gemaakte plaat, maar je hebt gewoon niet altijd zin om met je ogen dicht en een koptelefoon op je af te sluiten. En dat is vrees ik de enige manier waarop deze plaat echt tot zijn recht komt. Misschien heeft de band gewoon te lang na zitten denken en zitten schaven aan deze plaat en zijn ze zo ietwat in hun eigen navel weggezonken. Bekijk de single I Am Chemistry op Youtube.
Alex van Bergen Bravenboer
The Prettiots - Funs Cool
*****
(Rough Trade / De Konkurrent)
Het is iets van alle tijden: Jonge vrouwen die zingen over typische jongemeisjesproblematiek zoals zogenaamde dreamboys, uitgaan en oude schoolvriendjes. In de meeste gevallen zijn dit cynische boze meiden die de schuld volledig bij de ander (lees: man) leggen en zichzelf perfect vinden. Dat levert kreten op als fuck this, fuck that en ander gezeur. In het geval van The Prettiots zijn de onderwerpen gelijk, maar is de sfeer gemoedelijk, berustend en lieflijk van toon.

Vanaf opener 18 Wheeler is het duidelijk dat het New Yorkse duo van zorgvuldig opgebouwde liedjes houdt waarin vooral zangeres Kaspashauser excelleert met haar heldere meisjesachtige stem en ukelele. Geen ingewikkelde arrangementen en multi-instrumentele begeleiding, maar heerlijk simpel zonder dat het te voorspelbaar en klef wordt. Het aanstekelijke Dreamboy is ook een goed voorbeeld waarin hun simplistische aanpak goed uit de verf komt. Daarnaast lijken de meiden een goed ontwikkelde smaak te hebben, afgaande op hun geslaagde bewerkingen van Skulls (Misfits)en Me and little Andy (Dolly Parton).

The Prettiots hebben met Funs Cool een uitstekend debuut afgeleverd. Laten we hopen dat er genoeg liefhebbers zijn die dit werkje op waarde weten te schatten, want het zal doodzonde zijn wanneer het onbeluisterd en onbemind in de vergetelheid terecht komt. Kortom, beste Zone-lezer, klik op een liedje. Of beter nog, koop het gewoon.

Sandra de Haan
The Magnetic North – Prospect of Skelmersdale
*****
(Full Time Hobby – De Konkurrent)
The Magnetic North is de Londense gelegenheidsband van Erland Cooper, Simon Tong (van The Verve en Blur) en zangeres/ componiste Hannah Peel. Prospect of Skelmersdale is hun tweede plaat, dus kun je het eigenlijk geen gelegenheidsband meer noemen. Ze maken orkestrale pop met samenzang, strijkers, drums, bas, fluiten en piano. Hun eerste plaat was een ode aan de Orkney eilanden, omdat Cooper daar vandaan komt. Deze plaat vertelt het verhaal van een andere plek die tot de verbeelding spreekt: het stadje Skelmersdale in West Lancashire. Het werd in 1961 als nieuwe stad opgezet. In de jaren 80 werd het stadje de officiële hoofdstad van de Transcendente Mediatatie beweging omdat het zo handig in het midden van Engeland lag. Het stadje trok allerlei mensen aan die niet alleen op zoek waren naar een vreedzaam leven, maar ook de ambitie hadden om die vrede over de wijde omtrek te verspreiden. Al na twintig jaar raakte het stadje al in verval.

De liedjes zijn geïnspireerd op de levens van deze idealistische mensen. De zacht gezongen teksten met flink wat galm zijn wel wat lastig te volgen, maar ook als je daar het meeste van mist valt er veel te genieten. Peel’s arrangementen zijn erg sfeervol, al is de zang wat aan de zoete kant. Passages met veel instrumenten worden met subtielere open stukken afgewisseld. Al is het geheel wel een beetje eenvormig, is er valt weinig aan te merken op deze muzikale documentaire. Af en toe komen er geluidsopnamen langs; gedocumenteerde herinneringen van ex-inwoners en nieuwsberichten waarin men de ‘new town’ aanprijst. Fans van bands als Belle & Sebastian en Bon Iver zouden hem zeker even moeten proberen. Beluister Signs in de Soundcloud. De plaat komt 18 maart uit.

Alex van Bergen Bravenboer
Diiv – Is The Is Are
*****
(Captured Tracks/Konkurrent)
De fans weten het zeker; DIIV (spreek uit als dive op z’n Engels) is een New Yorkse band die voorbestemd is voor muzikale roem. De overmatig getalenteerde Zachary Cole Smith heeft de looks, het charisma en lijkt het patent te hebben op de perfecte indie-song. Hevig beïnvloed door de Engelse shoegaze van circa 25 jaar geleden was het debuut Oshin uit 2012, het bewijs dat het genre nog niet verdwenen was.

Na dit veelbelovende debuut werd het echter angstvallig stil. Onverwachte verhalen verschenen in de media. Smith zou aan de drugs zijn, opgepakt zijn door de politie, in een afkick-kliniek zitten en noem het allemaal maar op. Het begon er erg op te lijken dat DIIV een te vroege dood was gestorven. Verrassenderwijs lijkt Smith zich te hebben herpakt, want na vier jaar is daar dan eindelijk de langverwachte opvolger Is The Is Are en blijkt dat Smith en zijn maatjes niets aan klasse hebben ingeboet.

Opener Out Of Mind klinkt meteen al reuze vertrouwd. Veel echo, rustige zang en catchy Cure-achtig gitaarspel. Het wel erg Engels klinkende Under The Sun had twintig jaar geleden geschreven kunnen zijn, het dromerige Valentine blijft in je kop rond zoemen en Take Your Time heeft een heerlijke lome melodie. Baanbrekend is het geenszins, maar wel erg lekker.

Helaas is niet alles even goed. Zo maakt DIIV zich te veel schuldig aan niet ter zake doende muzikale opvullertjes. Bovendien lijkt de band iets te graag een hit te willen scoren. Dat resulteert ietwat saaie, brave songs waarmee DIIV wellicht de hoop heeft dat een groter publiek de band gaat omarmen. De singles Dopamine en Bent (Roi's Song) zijn daar goede voorbeelden van. Erg jammer, want het hijgerige Blue Boredom (met Smith’s vriendin Sky Ferreira), het krijsende Mire (Grant's Song) en de nonchalant gezongen geweldige afsluiter Waste of Breath tonen het ware DIIV. Laten we afwachten wat de toekomst gaat brengen. Vooralsnog heeft DIIV met Is The Is Are een uitstekende plaat gemaakt.
Bas de Koning
Aafke Romeijn – Je Doet Je Best Maar
*****
(V2 records / V2)
Popmuziek en de Nederlandse taal hebben een moeizame relatie. Dat ligt wellicht niet zozeer aan de taal, maar meer aan wat de muzikanten er mee doen. Het ritme van het Nederlands leent zich blijkbaar niet zo makkelijk voor frisse popliedjes, tenzij je er een reggae beat onder zet. Het wordt of tamelijk pretentieus of juist erg kleinkunst. Gelukkig laten vooral de dames de laatste jaren horen dat het wel kan. Eefje de Visser, Ellen ten Damme, Roosbeef enzovoort. Aafke Romeijn mag zich met gerust hart bij deze amazones van de Nederlandse pop aansluiten. In 2013 liet Chin Ind Rest al horen wat Romeijn kan. Mooie teksten, leuke vondsten en vooral creatief gebruik van geluiden en synthesizers. De plaat bleef enigszins onopgemerkt, alhoewel haar intieme cover van Huilend Naar de Club (van de Jeugd van Tegenwoordig) een klein culthitje werd.

Terug naar het heden, want haar nieuwe plaat laat horen dat Aafke meer in haar mars heeft. Wat gebleven is, is het ietwat zwarte sarcastische randje in de teksten. Goed voorbeeld en hoogtepunt is Man Met Een Agenda. Vanuit het perspectief van een politicus wordt subtiel het besluit gehekeld om Syrië te gaan bombarderen. Maar ook XOXO over de dunne lijn tussen sex en verkrachting, Hulp is Onderweg over eenzaamheid en M/V over vrouwendiscriminatie (of zou het over transgenders gaan?) laten die laag zien. De geestige afsluiter Afstandbediening kun je tenslotte beluisteren als een trap naar hersenloze pulp TV, met Lingo-rijmpjes als refrein. Een verbetering is dat de productie niet te glad is, maar een bijpassend ongepolijst en schurend randje heeft. In de verte doet Je Doet Je Best Maar denken aan zowel het Utrechtse punk collectief Braak als Bram Vermeulen & de Toekomst, die begin jaren tachtig dezelfde scheidslijn tussen maatschappijkritiek en popmuziek bewandelden. Beluister een compilatie van fragmenten op YouTube.
Sandra de Haan
Yndi Halda – Under Summer
*****
(Big Scary Monsters – Bertus)
Yndi Halda is een Britse postrockband. Hun eerste plaat Enjoy Eternal Bliss klonk nog geheel elektrisch, maar op deze tweede plaat hebben de vijf mannen ook akoestische instrumenten ingezet. De basis van bas-gitaar-drums is aangevuld met o.a. piano, viool en cello. Het recept is als volgt: heel subtiel met gitaargepingel of viool en fluisterzang beginnen en dan laag over laag instrumenten opstapelen tot het stuk in een bombastiche orkestrale storm eindigt. Hee, waar hebben we dat eerder gehoord? Under Summer bestaat uit slechts vier hele lange nummers en klinkt enorm jaren 90. Postrock is net zoals grunge verbonden aan dat tijdperk. Postrock die klinkt als 2016 lijkt onmogelijk.

De zachte zang verzuipt steevast in de mix en de teksten zijn dus amper te volgen. De oeverloos voortkabbelende, onduidelijke composities houden de aandacht maar moeilijk vast. Alles is knap bedacht, mooi opgenomen en kundig gespeeld, maar dat is niet genoeg. Yndi Halda is oud Noors voor iets als 'geniet van de eeuwige gelukzaligheid'. Fijn voor hen natuurlijk dat ze er zo van genieten, maar deze toch vrij oubollige en topzware plaat kon mij niet boeien. Maar als je een groot fan bent van Sigur Rós, Godspeed You Black Emperor, Explosions in The Sky en Mogwai (waar ze mee vergeleken worden) zul je hier wellicht heel anders over denken. Beluister Golden Threads From The Sun in de Soundcloud. De plaat komt in maart uit.
Bas de Koning
Black Mountain – IV
*****
(Jagjaguwar / Konkurrent)
De hoes is al een ode aan het roemruchte ontwerpbureau Hipgnosis, waar iedere zichzelf respecterende progrock en symfo band in de jaren zeventig gebruik van maakte. Een vreemde, dreigende fotocollage van een Engelse tuin in vlammen met de albumtitel subtiel weggewerkt in de staart van een landende Concorde. U begrijpt, het is groot, groter, grootst voor het Canadese Black Mountain. De band was nog voornemens om de plaat Our Strongest Material to Date te noemen, maar dat ging zelfs dit vijftal iets te ver. Goed, nummer vier dus. Een fraaie optelsom van één, twee en drie zou je gerust kunnen stellen. Alles komt weer voorbij: powerrifs, samenzang, psychedelica, lang uitgesponnen nummers, knorrende orgels en pompeuze songtitels.

Toch staat de band nog steeds open voor vernieuwing, al is het slechts subtiel. Opener Mothers of the Sun is zo’n voorbeeld. Niet de gitaren, maar een monotone drone van synthesizers heeft hier de hoofdrol. Eigenlijk was het een probeersel van toetsenist en bandleider Jeremy Schmidt voor zijn project Sinoia Caves, maar nu mocht het hier de plaat aftrappen. Het laat ook horen dat op IV zangeres Amber Webber een veel grotere rol heeft gekregen. Ze ontpopt zich als een ware Grace Slick met een klagerig stemgeluid. Het misstaat bepaald niet. Vooral op het prachtig epische Line Them All Up drijft de bevende vibrato van Webber, de uitwaaierende orkestrale begeleiding en de subtiel dreigende percussie de muziek naar ijle hoogten. De band ziet deze vierde leg als een persoonlijke ode aan bands als Amon Düül 2, King Crimson en Funkadelic, met hun eigen Maggot Brain aan het einde, getiteld Space in Bakersfield. Het resultaat is indrukwekkend en misschien inderdaad wel het sterkste materiaal dat ze tot op heden hebben opgenomen. Beluister twee tracks op de Pitchfork site.

Sandra de Haan
Charlie Hilton - Palana
*****
(Captured Tracks / De Konkurrent)
Singer-songschrijfster Charlie Hilton uit Portland heeft los van haar bandje Blouse een eerste soloplaat gemaakt. Palana brengt u zwoele electropop. De psychedelische retrosound wijkt niet heel erg af van wat ze met Blouse deed. Ze zegt beïnvloed te zijn door Nico, maar haar wat slaperige en toch heldere stem (met veel galm erop) doet vooral heel erg denken aan Trish Keenan, de zangeres van het Britse Broadcast, die helaas enkele jaren geleden overleed. Hilton heeft een fijne stem, maar is wat minder toonvast dan Keenan.

De electropopliedjes met synthesizers, beats, elektrische piano en strijkers hebben een lekkere sfeer, maar echt beklijven doen ze ook weer niet. Met alleen een goeie sound kom je er niet. Bij een volgende plaat hoop ik dat ze er een getalenteerde componist bij betrekt. Dan kan het best nog wat gaan worden. Het geheel is geproduceerd door Jacob Portrait van Unknown Mortal Orchestra. Beluister 100 million in de Soundcloud. Een van de beste nummers is de single Pony, te horen op YouTube.
Sandra de Haan
Marry Waterson & David A Jaycock - Two Wolves
*****
(One Little Indian / De Konkurrent)
De singer-songwriter Marry Waterson komt uit een zeer muzikale familie uit Yorkshire. Ze debuteerde al in 1977 en nam diverse platen op met familieleden. Ze staat met beide voeten stevig in de Britse folktraditie met zangmelodieën die af en toe doen denken aan Sandy Denny. Erg vernieuwend is deze plaat niet, maar wel erg goed. De begeleiding is sober en kraakhelder opgenomen; akoestische gitaar, elektrische piano en soms een viool of cello. Haar wendbare zachte stem beweegt zich vrij om de akkoorden heen en kiest vaak de minder voor de hand liggende noten. De stem wordt hier en daar gedubbeld, maar niet te vaak gelukkig (dat is gauw een trucje). De virtuoze fingerpicking-techniek van Jaycock is een genot om naar te luisteren.

Voorheen speelde ze vaak met haar broer Oliver Knight, maar hij besloot even een tijdje iets anders te gaan doen. Omdat ze zelf geen instrumenten bespeelt, zocht ze een nieuwe partner om liedjes mee te schrijven. Dat werd 'Cornish hermit and underground psychedelic freak-ball’ gitarist-toetsenist David A Jaycock. Het melancholieke titelnummer Two Wolves springt er echt uit. Maar qua sfeer is het gelukkig niet allemaal zo droevig. Two Wolves is dromerig van sfeer en een werkelijk prachtige samenwerking geworden, waarmee de Nederlandse folkfans toch makkelijk veroverd zouden moeten kunnen worden. Ook een tip voor fans van Edith Frost, Nick Drake en Joan Shelley. Naast muziek maken is ze ook actief als beeldhouwer en maker van muziekvideo's. Sing Me Into Your Tune is te horen in de Soundcloud.
Sandra de Haan
Lubomyr Melnyk - Rivers and Streams
*****
(Erased Tapes / De Konkurrent)
Lubomyr Melnyk is een unieke pianist-componist uit Oekraïne. Hij wordt wel de snelste concertpianist ter wereld genoemd. Zijn continuous piano music is wat men wel een an acquired taste noemt. Geen gemakkelijke muziek. Hij is van 1947 en is in de jaren 70 sterk beïnvloed door de minimalistische stroming. Dat heeft zijn verdere ontwikkeling als pionier bepaald. Hij gebruikt naast complexe patronen bijvoorbeeld ook boventonen. Rivers and Streams bevat lange ononderbroken schijnbaar richtingloze stukken met vrij weinig dynamiek of variatie in tempo. Af en toe neemt hij even gas terug, maar nooit lang. Het is razendknap om die snelheid zo lang foutloos vol te houden (al zou een foutje waarschijnlijk alleen de specialisten opvallen). Hij heeft decennia gewerkt aan de perfectionering van deze techniek.

Zijn werk is als een rivier die de luisteraar in een soort trance moet brengen. Hij draagt deze plaat ook op aan water, dat hij ziet als een van de grootste wonderen in het universum, zeldzaam en beeldschoon. Dit is modern klassiek met spierballen. Een soort Nils Frahm on speed. Elke track heeft een begeleidend tekstje meegekregen, vol natuurlyriek. Het eerste stuk is te horen in de Soundcloud. Parasol: “the gentle fall of water drops from a humble waterfall stream create a steady harmonic rhythm on the roof of my umbrella”. Naast piano hoor je op sommige stukken ook iets dat klinkt als een bamboefluit, wat het een Japans tintje geeft. Innovatief of niet, je moet van goede huize komen om de hele plaat in één keer tot je te kunnen nemen. De plaat is zijn tweede op het label Erased Tapes.
*****
(FatCat 130701 - De Konkurrent)
Deze Franse pianiste-componiste verdient met haar debuut Like Water Through The Sand zeker een plaats in de top tien van dit jaar. Kamermuziek die schijnbaar simpel in elkaar zit met piano, sobere strijkarrangementen (met veel traag gestreken cello), aangevuld met elektronica en synthesizers. Want het is niet voor niets uitgegeven door 130701, het post-klassieke, akoestische sub-label van FatCat Records. Ze combineert haar klassieke achtergrond met een experimentele houding, maar zonder dat het 'moeilijke muziek' wordt. De stukken zijn smaakvol en harmonieus, ideaal voor in de huiskamer.

Het is een heel toegankelijke en afwisselende plaat. De ene keer meer popachtig, dan weer wat abstractere ambient. Herhalende patronen spelen vaak een grote rol. Op Hands Closed Together en het vrolijke The Sum Of Our Flaws hoor je alleen piano. Cotidal Lines had met alleen een melancholieke viool en cello ook op een plaat van Rachel's kunnen staan. Like Water Through The Sand zou als filmmuziek goed werken. Levienaise-Farrouch heeft al voor diverse films muziek geschreven. Ook maakte ze een soundscape in opdracht van het Victoria & Albert Museum. Alle elf tracks zijn nu te horen in de Soundcloud. Fans van Nils Frahm, Ólafur Arnalds en Michael Price zouden hem zeker even moeten proberen. Had FatCat haar niet ontdekt, dan had ze ongetwijfeld bij Erased Tapes onderdak gevonden.

Sandra de Haan
Barbara Morgenstern - Doppelstern
*****
(Monika Enterprise)
De Berlijnse singer-songschrijver Barbara Morgenstern maakte een paar zeer sterke platen vanaf haar debuut in 1998 (vernoemd naar haar favoriete synthesizer Vermona ET 6-1) tot pakweg 2005. Hoogtepunt was wat mij betreft Nichts Muss in 2003. Daarna viel ze helaas steeds meer in herhaling. Piano, zacht gezongen persoonlijke teksten, oude synthesizers en allerhande bliepjes en beats. Knappe elektropopliedjes, maar met iets te vaak dezelfde soort melodietjes en ritmes. Haar negende album Sweet Silence was zelfs zo saai dat ik hem maar een keer of twee heb gedraaid.

Misschien had ze zelf ook behoefte aan wat verandering van spijs. Doppelstern verrast met een hele rij artiesten, die zijn ingevlogen om mee te zingen of spelen. En niet de minste: Lucretia Dalt, Julia Kent, Gudrun Gut, Hauschka, Tonia Reeh, Jacaszek, Corey Dargel en natuurlijk Robert Lippok, waar ze al menige plaat mee opnam. De plaat begint meteen met de beste track, Was Du Nicht Siehst, die met de electrobeats van T. Raumschmiere is opgebouwd. Hij is te horen in de Soundcloud. Ook het voor de radio zeer geschikte poppy Übermorgen met Justus Köhnke staat in de Soundcloud.
Sandra de Haan
An evening with Olafur Arnalds and Nils Frahm
*****
(Erased Tapes / De Konkurrent)
Olafur Arnalds en Nils Frahm brachten menig avondje samen door, experimenterend met piano, elektronica en andere geluidsbronnen. De ene keer in Berlijn, dan weer in Reykjavik. Improviseren doen ze al jaren, live op het podium, maar ook in de studio. Uit hun muzikale vriendschap is nu een dubbel cd voortgekomen. De eerste cd van ruim een uur bevat een selectie uit de studio opnames van de afgelopen paar jaar. Een album kun je het niet noemen, zo wordt op de hoes toegelicht. Het is meer een collage van studio experimenten. De tweede cd bevat stukken die ze na een dagje werken aan een video ongepland improviseerden. Deze nachtelijke opnames van totaal acht uur bevielen hen zo goed, dat ze besloten een aantal fragmenten (totaal 40 minuten) zonder verdere editing toe te voegen als extra cd.

Het zachte richtingloze pianogepingel van Frahm doet me steevast bijna in slaap sukkelen. Zijn solo platen vind ik daarom meestal saaie modern klassieke liftmuziek. Het wordt pas interessant als elektronica en andere instrumenten extra lagen toevoegen, of hij dat nu zelf doet of iemand anders. Precies dat is op deze plaat heel goed gelukt. De stukken zijn heel gevarieerd en spannend. Je hoort een ouderwets traporgel, xylofoon, melodica, digitale beats en Anne Müller speelt op één track cello. Sommige stukjes doen wel wat aan Biosphere denken. Ambient, modern klassieke soundscapes, hoe je het ook noemen wilt, het is een bijzonder fraai werkstuk geworden en een must voor de Erased Tapes-fan. Bekijk de video van de live improvisatie Trance Friendz. De tracks Four, Life Story en Wide Open zijn te horen in de Soundcloud.

Sandra de Haan
Julia Kent - Asperities
*****
(Leaf / De Konkurrent)
De Canadese celliste Julia Kent komt 30 oktober met haar vierde soloplaat. Ze is actief buiten het klassieke circuit en speelde onder andere in Antony and the Johnsons. Ook Asperities is geen 'klassieke' plaat, maar staat eveneens ver weg van de pop-wereld. Kent speelt hier vooral lange noten, omlijst door subtiel gebruik van elektronica. De cello produceert met het trage strijken een soort 'drone'. Soms laag over laag, bewerkt met galm, zijn dat negen 'ambient' stukken geworden die bijna naadloos in elkaar overgaan. Als filmmuziek zou het bijzonder goed werken. Erg mooi allemaal, maar wat een begrafenismuziek. Niet opzetten als je een slechte dag hebt.

De verstilde sfeer van Asperities lijkt in niets op de band Rasputina, waar ze tot 1999 deel van uitmaakte. Dit humorvolle folkrocktrio van zingende cellistes vond ik destijds erg leuk. Dat de Julia Kent van deze band dezelfde persoon is als de solo-artieste anno 2015, dat had ik niet snel geraden. Leve Wikipedia, onuitputtelijke bron van bijzondere weetjes. Dat ze een veelzijdig artieste is, kun je wel een understatement noemen. Voor fans van Pieter Nooten en A Winged Victory For The Sullen (of andere neo-klassieke acts op het label Erased Tapes) is dit zeker een tip. Beluister alvast Invitation To The Voyage op haar website.

Sandra de Haan
Rival Consoles - Howl
*****
(Erased Tapes / De Konkurrent)
De electrobeats van Ryan Lee West, beter bekend als Rival Consoles, lijken een vreemde eend in de bijt bij Erased Tapes. Dat label heeft immers vooral neo-klassieke acts in zijn stal (goed, behalve beatmakers Kiasmos dan). Toch was West ooit de eerste artiest die bij het label onderdak vond, toen nog onder de naam Aparatec. De 29-jarige Brit heeft een heel persoonlijk geluid ontwikkeld, warm en donker, gruizig en mysterieus. De openingstrack Howl heeft wel iets weg van Thom Yorke's solowerk. De ijle, wiebelende klanken doen in de rustige passages soms wat aan Boards of Canada denken. Synthesizerklanken, gerinkel en geratel, laagjes ruis en echo's, laag op laag gestapeld en dan weer afgebroken tot een enkele toon. De warme, organische sfeer komt vast voort uit het feit dat hij ook akoestische instrumenten gebruikt, zonder dat ze als gitaren en piano's herkenbaar zijn.

Golven van geluid rollen met veel dynamiek en drama de speakers uit, maar zonder bombastisch te worden. De plaat duurt helaas maar 41 minuten. Dan nog maar een keer. En vervolgens als een speer die andere zeven platen opsnorren die hij hiervoor heeft gemaakt. En, guess what, die klinken ook behoorlijk goed. Howl gaat zeker in de top 5 van 2015 eindigen. Hij komt 16 oktober uit. Het is een korte bespreking geworden, maar er is nu eenmaal een maximum aan bijvoeglijke naamwoorden die een mens verdragen kan.
Sandra de Haan
Peaches - Rub
*****
(I U She Music - Bertus)
Peaches heeft wat je noemt 'attitude'. Men neme: politiek, sexualiteit, feminisme en een flinke portie schuttingtaal. De Canadese electropunk artieste heeft zichzelf met deze aanpak met een handvol albums en provocatieve shows goed in de kijker gespeeld. Zes jaar hebben de fans moeten wachten op deze nieuwe elf tracks. De middelen zijn eenvoudig: teksten in hip hop-stijl met technobeats, soms wat zang. Helaas is het muzikaal allemaal nogal gewoontjes. Zoveel durf als ze in haar teksten laat zien, zo weinig lef zit er in de composities. Het zal een kwestie van smaak zijn (een beetje een dooddoener, maar goed). Misschien mag de muziek niet teveel aandacht opeisen zodat haar onverbloemde aanklachten en scheldpartijen er beter uitspringen? Bij mij werkt het in ieder geval niet zo. Het bonkt allemaal te eentonig door, waardoor de aandacht al snel verslapt. Wat ook jammer is: humor of enige zelfrelativering heb ik nergens kunnen bespeuren (of heb ik wat gemist?). De foto op de hoes (links) spreekt wat dat betreft boekdelen.

De bescheiden bijrollen van twee guest stars kunnen daar weinig aan veranderen. In opener Close Up praatzingt Kim Gordon mee en in het slotnummer I Mean Something horen we Feist. Dat ze het album op haar eigen label I U She Music uitbrengt is logisch; in het door mannen gedomineerde muziekwereldje staat ze natuurlijk liever zelf aan het roer. Hij komt 25 september uit. Rub is leuk voor de fans van stoerewijventechno, maar doe mij maar de net zo zelfverzekerde hiphoppende vrouwen van TheeSatisfaction. Vooral hun debuut is erg goed: Awe Naturale. Bekijk de video van Close Up op YouTube, toch het beste nummer van Peaches.