Veel bekende koppen uit de Nederlandse stripwereld waren vrijdag 26 februari aanwezig in de Der Aa-Kerk te Groningen om stripmaker Jan Kruis te eren. Kruis kreeg daar de eerste Marten Toonderprijs uitgereikt voor zijn gehele oeuvre.
De Marten Toonderprijs, vernoemd naar de in 2005 overleden stripgrootheid, is een nieuwe oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst (BKVB), speciaal in het leven geroepen om een Nederlandse stripmaker te eren die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan de stripcultuur. De jury, bestaande uit cartoonist Peter van Straaten, Henk Kraima, directeur van de stichting CPNB en Meta Knol, directeur van Museum de Lakenhal te Leiden, was van mening dat Kruis 'een onvervreemdbare bijdrage heeft geleverd aan het Nederlands Cultureel erfgoed. Iedereen kent immers de Rode Kater. De onderwerpen die Jan Kruis in Jan, Jans en de kinderen aansneed waren eveneens heel Nederlands. Jan Kruis hield Nederland een spiegel voor.'
De Marten Toonderprijs bestaat uit een bedrag van 25.000 euro en een speciaal album waarin zo'n tachtig striptekenaars en scenaristen een hommage brengen aan Kruis en zijn creaties.
De stripmaker is natuurlijk het bekendst van de familiestrip Jan Jans en de Kinderen. Daarnaast maakt hij ook andere beeldverhalen, tekende hij als freelancer reclamewerk en schildert hij verdienstelijk portretten. Kruis legde enkele bekende Nederlanders vast op het canvas zoals Mies Bouwman, Simon Carmiggelt, Peter van Straaten en de Oranjes, maar ook het gezin Kruis, dat tevens model stond voor de strip over de familie Tromp.
Vlak voor de officiële uitreiking sprak ik met de laureaat. Kruis liet weten dat hij niet had verwacht dat hij de eerste winnaar van de Marten Toonderprijs zou zijn. 'Ik was erbij toen Plasterk bekendmaakte dat de prijs er zou komen, maar ik had geen idee dat de eer mij te beurt zou vallen. In een moment van hoogmoed laat je dat misschien in je gedachten voorbijgaan, iedereen mag immers dromen.'
Kruis tekende de avonturen van de familie Tromp vanaf 1970 voor de Libelle en stopte in 1999 met de wekelijkse strip. Een team van stripmakers van Studio Jan Kruis maakt de familiestrip tegenwoordig. Mist Kruis zijn creaties niet? 'Jawel, maar ik heb ook een hoop ander werk. Daarnaast heb ik nog Jan Jan-strips gemaakt voor de Leprastichting, en daarvoor enkele leuke, lange reizen gemaakt. Daarna ben ik met Woutertje Pieterse begonnen. In september komt daar het tweede deel van uit. En dat vind ik ook weer een hele gebeurtenis.' Kruis deed twee jaar over het tweede Pieterse-album, een bewerking van Multatuli's klassieker.
Was de koek niet ook een beetje op met Jan Jans?
'Nou, dat heb ik al vanaf het begin gedacht. Maar op een gegeven moment
ging Joop Wiggers (de uitgever van Jan Jans en de Kinderen,
red.) met pensioen en de techniek begon te veranderen. Ik was inmiddels
ook al 65 en wilde nog wel eens wat anders gaan doen.' Kruis ging onder
andere weer verder met portretschilderen. 'In het maken van portretten
heb ik altijd erg veel schik gehad. Ik ben Woutertje aan het voltooien
en deze uitreiking moet even achter de rug. Dan ga ik mijn bureau opruimen
en eens even nadenken wat ik dan weer ga doen. Ik wil nog wat portretten
gaan maken en zo.'
Ben je tevreden met wat Studio Jan Kruis met je geesteskinderen gedaan heeft? 'Ik zeg altijd dat ik er afscheid van genomen heb, ze zijn als het ware geëmigreerd en met de Marten Toonderprijs stonden ze na tien jaar weer bij me op stoep. Na zo'n tijd verandert iedereen een beetje en zij ook. Toch was het weer een plezierig weerzien.'
Het programma vrijdagmiddag in de Der Aa-Kerk bestond uit een introductie van de burgemeester van Groningen, die eigenlijk geen strips leest, behalve die van Jan Kruis natuurlijk (ja,ja) en een toespraak van Lex ter Braak, directeur van het Fonds BKVB, die nog eens benadrukte dat het hier niet om een staatsprijs ging, maar dat de prijs voor stripmakers past in het rijtje van oeuvreprijzen voor beeldende kunst, vormgeving en architectuur. De middag werd opgeluisterd met een optreden van Els Kruis en haar koor Tourdion en een vertoning van de korte film van John Croezen over Jan Kruis.
Na de officiele plechtigheden begaven de genodigden zich naar het Stripmuseum om de nieuwe tentoonstelling te openen die Frans Le Roux over het oeuvre van Jan Kruis samenstelde. De tentoonstelling Het Theater van Jan Kruis is te zien tot 5 september.
Volgens het scenario had Ronald Plasterk de prijs aan Kruis moeten overhandigen, maar die is minister af sinds de zoveelste val van een Kabinet Balkenende vorige week. 'Hij heeft me vanochtend nog gebeld,' vertelde stripintendant Gert Jan Pos, 'en hij zei dat hij Jan Kruis een geweldige winnaar vond. Hij zei dat prijzen een winnaar eren maar dat sommige winnaars een prijs eren. En dat laatste is bij Jan Kruis het geval.'
Stripmaker Jean-Marc van Tol was zeer in zijn nopjes met de uitreiking van de eerste Marten Toonderprijs : 'Op een bepaalde manier is het een droom die uitkomt voor mij. Ik heb de prijs een paar jaar geleden al bedacht, en die droom is nu dus de waarheid geworden. Ik ben er heel blij mee. Ook dat we op zo'n locatie als deze er met deze prijs wat meer status aan de strip wordt geven.'
Het is ook niet niks, zo'n oeuvreprijs voor een Nederlandse stripmaker. Natuurlijk kent Nederland sinds 1974 de Stripschapprijs, maar die bestaat voornamelijk uit een warme handdruk en een eervolle vermelding. De Marten Toonderprijs moet het stripmakervak meer prestige geven. Dat het een serieuze prijs is moet onder andere blijken uit het bedrag van 25.000 euro dat erbij hoort. 'Dat geeft die prijs toch meer lading,' zegt Pos. 'Als je in Frankrijk de Prix Concours wint, dan krijg je maar een klein bedrag, maar met die prijs wordt je boek meteen een besteller. Met heel veel prijzen is dat niet het geval. Als er dan een flink bedrag bij hoort, wordt dat toch op de een of andere manier serieuzer genomen.'Pos voegde toe dat Kruis een goede eerste winnaar is voor de Marten Toonderprijs. 'Iedereen weet nu dat die prijs bestaat. En hij is aan een echte stripmaker gegeven. Een tekenaar van een traditionele strip.'
Zo'n oeuvreprijs roept de vraag op of er ook niet een prijs moeten komen om jong talent te stimuleren. Van Tol zat daar ook aan te denken: 'Het probleem is natuurlijk dat de Stripschapprijs ook een oeuvreprijs is. Dan krijg je het verwijt dat de winnaars van die prijs bijna op volgorde de Marten Toonderprijs gaan winnen. Uiteraard vind ik dat mensen die aan het einde van hun carrière zitten zo'n geldbedrag verdienen, maar eigenlijk zouden we een prijs met een hoog geldbedrag ook moeten geven aan een jong talent dat het beste boek heeft gemaakt. Misschien kan dat ook wel.' Wellicht hoeven we niet lang op zo'n aanmoedigingsprijs te wachten: 'Daar zijn we wel mee bezig,' zegt Pos. Maar meer wilde hij daar nog niet over zeggen.