Gerrit, je hebt gelijk
Kroon op het imposante oeuvre van een jonge dichter
"Dit is geen boek dat prijzen wint. Het is een bange idioot, een ernstig
kind dat moet getroost, een lief dat ligt te blozen in uw handen, een
charmant abuis. Dit boek wil met u mee naar huis", zegt het guitige
fotootje van Ingmar Heytze op de achterflap. 'Alle goeds' is een verzameling
van de drie eerder verschenen bundels 'Aan de bruid', 'De allesvreter'
en 'Sta op en wankel', met speciaal voor de gelegenheid een twaalftal
gedichten in de vorm van een poste restante. Een bundeling van zijn
oeuvre, ondanks zijn jonge leeftijd maar dankzij de uitverkochte status
van zijn bundels. Het was niemand minder dan Gerrit Komrij die Heytze
bejubelde als zijn opvolger. Heytze schrijft met het gemak van een
natuurtalent en doet dat bovendien met een achteloosheid die het ware
talent kenmerkt, aldus Komrij. Het is natuurlijk veilig om de mening
van de Dichter des Vaderlands te omarmen, maar ik moet toegeven dat
hij gelijk heeft. Heytze, die zichzelf eerder een entertainer noemt
dan dichter, heeft een geweldig gevoel voor voordrachtspoëzie met als
ongekend pluspunt dat het ook op schrift overeind blijft. Als je de
Utrechter ooit live hebt horen voordragen, dan lees je de gedichten
niet zelden hardop om het genietbare dat in zijn verzen schuilgaat
naar buiten te laten komen. Heytze die voorleest is als Heytze die
iets vertelt; aan het einde van zijn verhaaltje heb je het verstaan
en begrepen. Zijn werk is te karakteriseren als scherp en speels, waarbij
het ene uit het andere voortkomt en vice versa. Concreet: de verzen
lezen als eenvoudige maar fraai gecomponeerde zinnen die bij tweede
lezing hun ware betekenis tonen. Soms diepgaand en allesomvattend,
soms direct en anekdotisch: "Voorzichtige zelfmoordpoging: Twee Rennies
/ en een kopje kruidenthee". Heytze heeft zich niet bewezen met 'Alle
goeds', dat deed hij al met zijn vroegere bundels. Het is slechts een
kroon op het imposante oeuvre van iemand die verdomme nog niet eens
zeventig is, maar pas 31. (Stefan Nieuwenhuis)