Lelijke eendjes worden groot
Annie M.G. Schmidt gebiografeerd
Sommige schrijvers verdienen een biografie omdat ze een boeiend leven
achter de rug hebben, andere omdat de lezers van hun werk nieuwsgierig
zijn naar de persoon erachter. Annie M.G. Schmidt valt onmiskenbaar
in die laatste categorie. Daarom is het een beetje jammer dat haar
biografe Annejet van der Zijl, met verwijzing naar eerdere publicaties,
heeft gekozen voor een klassieke levensbeschrijving waarin het werk
niet meer dan vluchtig wordt aangeroerd. Maar dat is meteen ook het
enige dat je zou kunnen afdingen op deze goed geschreven en zorgvuldig
gedocumenteerde biografie. Van der Zijl vertelt het verhaal van de
Zeeuwse domineesdochter, die in het dorp waar ze opgroeide een buitenbeentje
was, met een dominante moeder en een zwijgzame vader: een ongelukkig
huwelijk dat door de dochter achteraf steevast te rooskleurig werd
afgeschilderd. Van jongs af aan voelde ze het intense verlangen erbij
te horen, bij de andere mensen die in haar ogen wél normaal waren.
Het was de drijfveer achter haar grootste successen zoals De familie
Doorsnee en Ja Zuster Nee Zuster. Haar onzekerheid, die
aan het einde van haar leven omsloeg in valse bescheidenheid, is de
rode draad in Van der Zijls biografie en daarmee de belangrijkste verbinding
tussen leven en werk. Van die twee is het werk ongetwijfeld het interessants,
hoewel je je kunt afvragen of haar liedjes ook zulke evergreens waren
geworden als ze door een minder virtuoze componist dan Harry Bannink
op muziek waren gezet. Behalve door haar werk voor radio en televisie
en haar musical was Annie M.G. Schmidt natuurlijk vooral beroemd om
haar gedichten en verhalen, waarmee meer dan één generatie
Nederlandse
kinderen is opgegroeid. In 1988 kreeg ze de Hans Christian Andersen-prijs
voor jeugdliteratuur. Bij de uitreiking daarvan zei ze dat ze van een
lelijk eendje was uitgegroeid tot een lelijke oude zwaan. 'Maar niettemin
een zwaan.' (Pieter van Oudheusden)