Geslaagd plopkraak-popalbum
Huwelijk tussen onderkoelde zang en electronische spanning
Ik zoek nog even naar een mooie aanleiding om te vertellen dat de derde
cd van Barbara Morgenstern goed genoeg goed is om te deugen voor een
groter publiek. De lijst van gevierde muzikanten die haar terzijde
staan op Nichts Muss is imposant, maar als we de cd slechts daarop
beoordelen zouden we Barbara tekort doen. Stefan Betke (vader van het
~scape-label, Pole) is de producer, de Lippok-broertjes van To Rococo
Rot vingeren in de pap, alsmede Stefan Schneider (van Kreidler) en
Thomas Fehlmann (o.a. The Orb). Geen Melkert-baners, om het zo te zeggen.
Het resultaat is een dikke acht. Lekkere voel, bij tijd en wijle fraaie plopkraak-electro, geen obligate voicedecoders en liedjes die hard van buiten zijn, en zacht van binnen. Lief, nooit edgy; het klinkt zoals siroop glijdt en daar is niks mis mee. Het album leunt op twee gedachten. Enerzijds is het eigentijds poppy dus met een portie electronica- en anderzijds is het een beter geslaagd huwelijk tussen de onderkoelde zang van Morgenstern met de electronische spanningsvelden van eerdergenoemde artiesten. Dergelijke stijlbreuken zijn niet altijd even geslaagd, maar in het geval van Nichts Muss op zn minst een gunstige toevalstreffer. Als ik al niet eerder had gezegd dat deze plaat een dikke acht verdient, dan zou ik er nu nog een zin aan kunnen wijden. Het zal de wereld niet schokken (daarom geen tien), het zal er niet voor zorgen dat de cd niet meer is aan te slepen (daarom geen negen), maar die acht is terecht. Helaas is Nichts Muss zo Duits als Currywurst mit Senf, dus het zal allemaal wel meevallen met de verkoop in Nederland. Hier worden toch voornamelijk Engelstalige dingetjes verkocht. Een zonde, want zo is er alleen een gelukkige kern van muziekliefhebbers die kennis neemt van deze gewoon goeie popplaat. Wees daarbij! (Stefan Nieuwenhuis)
Het resultaat is een dikke acht. Lekkere voel, bij tijd en wijle fraaie plopkraak-electro, geen obligate voicedecoders en liedjes die hard van buiten zijn, en zacht van binnen. Lief, nooit edgy; het klinkt zoals siroop glijdt en daar is niks mis mee. Het album leunt op twee gedachten. Enerzijds is het eigentijds poppy dus met een portie electronica- en anderzijds is het een beter geslaagd huwelijk tussen de onderkoelde zang van Morgenstern met de electronische spanningsvelden van eerdergenoemde artiesten. Dergelijke stijlbreuken zijn niet altijd even geslaagd, maar in het geval van Nichts Muss op zn minst een gunstige toevalstreffer. Als ik al niet eerder had gezegd dat deze plaat een dikke acht verdient, dan zou ik er nu nog een zin aan kunnen wijden. Het zal de wereld niet schokken (daarom geen tien), het zal er niet voor zorgen dat de cd niet meer is aan te slepen (daarom geen negen), maar die acht is terecht. Helaas is Nichts Muss zo Duits als Currywurst mit Senf, dus het zal allemaal wel meevallen met de verkoop in Nederland. Hier worden toch voornamelijk Engelstalige dingetjes verkocht. Een zonde, want zo is er alleen een gelukkige kern van muziekliefhebbers die kennis neemt van deze gewoon goeie popplaat. Wees daarbij! (Stefan Nieuwenhuis)