Levendig, kleurrijk en vakkundig
Vlaams striptalent verzameld in kwartaalblad
In de elfde editie van het kwartaalblad Ink vindt u een verzameling
verhalen
van bijna twintig jonge Vlaamse stripauteurs. Ink is puur strip. Afgezien
van een kort redactioneel en een advertentie van de eigen uitgeverij
wordt u
om de oren geslagen met het ene kleurige, vakkundig gemaakte beeldverhaal
na
het andere. Ink is eigenlijk ook puur beeld: veel verhalen zijn prettig
voor
het oog, maar blijven qua scenario hangen in pseudo-filosofische of
existentialistische vaagheid. En daar moet je van houden om het te kunnen
waarderen. De elfde Ink begint goed, met verbazingwekkend absurdisme van
Olivier Schrauwen. 'Macho Man' is een prachtig in nostalgische stijl
uitgewerkte strip, waarin elk kader een verhaal op zich lijkt te verbergen.
Verderop in deze Ink komt u Kim Duchateau en Paul de Bie tegen, namen die
bekend zijn bij de lezers van Zone 5300. Het feuilleton 'De
Mythomaan' van Bram Devens is een reden om Ink ook de volgende keer aan te
schaffen. In een tekenstijl die slechts bestemd lijkt voor cartoons weet
Devens een spannend en naar eigen zeggen autobiografisch misdaadverhaal te
vertellen. Hoogtepunt wordt echter gevormd door een stel drie-pagina-strips
van Stijn Gisquière. Net als Devens gebruikt deze auteur cartoonachtige
figuurtjes, weinig tekst en slechts enkele kleuren per verhaal. Met deze
beperkte middelen weet Gisquière zeer levendige beelden te creëren
om zijn
heldere miniverhaaltjes mee weer te geven. De 80 pagina's van deze Ink
werden verder gevuld door Ilah, Gilles Vranckx, Sandra van den Bremt, Tyl
Destoop, Bouwen van Belle, Pepijn Berghout & Stephen St. Laurent, Conz,
Randall, Joris Snaet en Geertrui, die ook de illustratie op de
geplastificeerd kartonnen cover voor haar rekening nam. Om de uitgever te
citeren: 'Lees, kijk, ruik en tast toe'. (Marinus de Ruiter)