Covers met coupe soleil
Stijlvolle tweede plaat van Depeche Mode-componist
Martin Gore kennen we allemaal als 'die blonde van Depeche Mode. Bovendien
is hij de man die sinds 1980 het overgrote deel van de catalogus van
de synthesizergroep bij elkaar heeft geschreven. Opmerkelijk dus dat
de songschrijver nu pas zijn tweede soloplaat uitbrengt. En nog opmerkelijker
dat beide soloplaten bestaan uit louter liedjes van anderen. Dat het
Gore niet aan zelfspot ontbreekt blijkt wel uit het feit dat hij beide
albums Counterfeit ('vervalsing') heeft genoemd. Counterfeit 1 stamt
uit 1989 en bestaat uit covers van o.a. Tuxedomoon, The Sparks, Durutti
Column en The Comsat Angels. Muziek die dicht aanligt tegen de stijl
van het eigen werk van Gore. Misschien dat daarom de eerste Counterfeit
niet kan tippen aan het originele materiaal. Veertien jaar later stoot
Gore
zich niet nogmaals aan dezelfde steen en komt met een aanmerkelijk
meer verrassende keuze. Bob Dylan, David Essex, John Lennon en
Iggy Pop zijn niet direct namen die je met de elektronische muziek
van Gore vergelijkt. Daarom pakt deze set covers misschien wel veel
beter uit. Vaak heeft hij schijnbaar alleen de tekst en de lijn van
de melodie genomen. Muzikaal ligt de plaat juist in het verlengde van
de bliepjes en piepjes van Depeches laatste Exciter. Door twee stijlen
samen te voegen geeft hij in de meeste gevallen een heel eigen signatuur
aan de liedjes. Juist het nummer wat het dichtst bij Gores eigen stijl
ligt, 'By This River' van Eno/Moebius/Roedelius, is gelijk ook het
minste nummer op de plaat. Hoogtepunt is 'I Cast A Lonesome Shadow',
origineel van Hank Thompson & the Brazos Valley Boys, een somber, desolaat,
maar prachtig nummer. Zelf vindt Gore de versie van Nick Cave's 'Loverman'
erg geslaagd, recentelijk ook al uitgebracht door nota bene Metallica
(op Garage Inc.). Zo zie je maar, smaken verschillen. Maar verder een
stijlvol plaatje, bravo. (Bas de Koning)