Sculder & Mully
American Splendor
American Splendor, VS/2003
Regie: Shari Springer Berman & Robert Pulcini. Met: Paul Giamatti, Hope Davis, Judha Friedlander, Harvey Pekar.

De Amerikaanse stripauteur Harvey Pekar is hier nog niet zo bekend als bijvoorbeeld zijn collega’s Robert Crumb of Daniel Clowes, maar daar zou vanf 1 juli a.s. wel eens verandering in kunnen komen met American Splendor, de verfilming van Pekars eigen leven. Net zoals in zijn strips, die eerst en vooral over Pekar zelf gaan, wordt het onderwerp niet gespaard. Pekar, achivaris in een ziekenhuis, obsessief platenverzamelaar (uiteraard!), beroepsloser, pechvogel in de liefde en tobber met de gezondheid, beschikt over een goed gevoel voor humor en een flinke dosis zelfrelativering (uitroep van Pekar voor de spiegel: “Now there’s a reliable disappointment!”). Die eigenschappen komen goed van pas wanneer hij besluit zijn worstelingen met het leven, in navolging van dat van vriend en mentor Crumb, om te zetten in stripverhalen die hij door anderen laat tekenen. Zijn serie ‘American Splendor’ slaat aan bij het publiek en Pekar schopt het zelfs tot vaste gast bij David Letterman (hilarisch is zijn laatste optreden, waarin hij tekeer gaat tegen de corrupte televisiecultuur).
Shari Springer Berman en Robert Pulcini leverden met ‘American Splendor’ een klein meesterwerk af, waarin de scheidslijn tussen filmwerkelijkheid en de realiteit, analoog aan de strips, een dunne is; regelmatig neemt de echte Harvey Pekar het over van de film-Pekar (gespeeld door de fantastische Paul Giamatti), en blijkt über-nerd Toby Radloff in het echt een nog hopelozer geval te zijn dan zijn film-alter ego (Judha Friedlander). Ondertussen ondergaat Hope Davis, toch al niet de archetypische Hollywood-schoonheid, als Pekars muizige vrouw Joyce een metamorfose die Cameron Diaz in ‘Being John Malkovich’ alsnog regelrecht tot beauty queen bombardeert. Er wordt voordurend met tijdslagen gespeeld en er komt ook animatie aan te pas, maar alles grijpt naadloos in elkaar. Hoewel er veel te lachen om Pekar en zijn soms bizarre collega’s, komen ook serieuze zaken aan de orde als ‘Our Cancer Year’, een periode waarin, de titel zegt het al, Pekar de dood recht in de ogen keek. ‘American Splendor’ is de stripverfilming die alle andere naar huis stuurt. Wij zeggen: GO!!!
Dat doet ons er aan denken: welke Nederlandse regisseur durft het aan om de strips van Barbara Stok of Gerrie Hondius eens als onderwerp van een film te kiezen?

Seventeen!
In Zone 5300 #4 van 2003 berichtten we al over de prachtige korte animatiefilm ‘Seventeen’ van Hisko Hulsing (broer van): een psychedelisch meesterwerkje dat het resultaat is van vier jaar toewijding en noeste arbeid. Niet alleen deed Hulsing praktisch alle animatie zelf, hij schilderde ook de decors en componeerde ook de filmmuziek, hetgeen hem al enkele eervolle vermeldingen op internationale festivals opleverde. Nu is de film, over een dakbedekker die verliefd wordt op een meisje, dat bij nader inzien niet is wie ze lijkt te zijn, eindelijk in de bioscopen te zien als voorfilm bij ‘American Splendor’. Twee kneiters voor de prijs van één dus, en wel in de volgende theaters: Cinecenter (Amsterdam), Lantaren/Venster (Rotterdam), ‘t Hoogt (Utrecht) en Filmhuis Den Haag.