Prediker worden of toch maar tekenaar
Meest persoonlijke gevoelens blijven onderbelicht in knap gemaakt,
lijvig levensverhaal
Met het bijna 600 (!) pagina's tellende Een deken van sneeuw
heeft de nog behoorlijk jonge Craig Thompson (1975) een heus magnum
opus afgeleverd. Het is een openhartige autobiografie over zijn eerste
grote liefde, verteld met een souplesse die aan Will Eisner doet denken
en getekend in een aantrekkelijke stijl, die een feilloos gevoel voor
zwart-wit compositie en een effectvolle lijnvoering toont. Een groot
succes: men heeft het in de VS al over de belangrijkste graphic novel
van dit decennium en ook in Europa is men laaiend enthousiast.
Thompson groeit op in een streng religieus dorp in de bijna eeuwige sneeuw van Wisconsin. Deze lange vertelling gaat in essentie over vier dingen: Thompsons relatie met zijn jongere broer Phil, God, zijn vriendin-op-afstand Raina en met de tekenkunst. Het is een universeel aansprekend verhaal over liefde en volwassen worden. De stripwereld biedt meer dan genoeg platte seks en dan is de tedere romantiek van Thompson een ware verademing, jazeker.
En toch mis ik iets in deze lijvige autobiografie over de meest persoonlijke gevoelens. Thompson wordt nooit kwaad. Niet op de rednecks die hem, het magerste jongetje van de klas, elkaar slaan. Niet op de kerk, die hem een Maarten 't Hart-achtige jeugd vol onderdrukte seksualiteit oplegt en hem hindert in zijn kunstenaarschap (op de kunstacademie word je toch maar homo, jongen). De lezer krijgt veel te zien van de gecompliceerde gezinssituatie waarin Raina verkeert: haar ouders liggen in een scheiding en een deel van de zorg voor twee geestelijk gehandicapte pleegkinderen komt nu op Raina neer. Zijzelf blijft een geïdealiseerde, engelachtige verschijning. Rainas vader komt in zijn kleine bijrol voor mij meer uit de verf: de prille liefde van zijn dochter doet hem des te meer het einde van zijn eigen relatie beseffen. Tja, het zal wel vloeken in de kerk zijn, omdat Thompson ontegenzeggelijk een begaafd verteller en tekenaar is, maar Een deken van sneeuw blijft voor mij te veel een schouwspel dat vooral Goed Gemaakt is. Dat zal ook wel iets te maken hebben met mijn agnostische achtergrond waardoor ik dus niets van Thompsons religieuze worsteling begrijp: hij twijfelt lang of hij tekenaar wil worden of prediker. Om een vergelijking te maken: Jeffrey Browns Unlikely deed mij méér. Brown komt net als Thompson uit de stal van TopShelf en heeft het eveneens over zijn eerste grote liefde en hoe die uitdooft, maar in een meer ongepolijste stijl, woordoor de lezer hem juist meer op de huid zit. Een deken van sneeuw is een goede strip, maar ik sluit hem zogezegd niet in mijn hart, terwijl dat gezien het onderwerp wel zou moeten. Ergens kan ik het niet nalaten te denken: Zu viele Noten, Herr Mozart.
Thompson groeit op in een streng religieus dorp in de bijna eeuwige sneeuw van Wisconsin. Deze lange vertelling gaat in essentie over vier dingen: Thompsons relatie met zijn jongere broer Phil, God, zijn vriendin-op-afstand Raina en met de tekenkunst. Het is een universeel aansprekend verhaal over liefde en volwassen worden. De stripwereld biedt meer dan genoeg platte seks en dan is de tedere romantiek van Thompson een ware verademing, jazeker.
En toch mis ik iets in deze lijvige autobiografie over de meest persoonlijke gevoelens. Thompson wordt nooit kwaad. Niet op de rednecks die hem, het magerste jongetje van de klas, elkaar slaan. Niet op de kerk, die hem een Maarten 't Hart-achtige jeugd vol onderdrukte seksualiteit oplegt en hem hindert in zijn kunstenaarschap (op de kunstacademie word je toch maar homo, jongen). De lezer krijgt veel te zien van de gecompliceerde gezinssituatie waarin Raina verkeert: haar ouders liggen in een scheiding en een deel van de zorg voor twee geestelijk gehandicapte pleegkinderen komt nu op Raina neer. Zijzelf blijft een geïdealiseerde, engelachtige verschijning. Rainas vader komt in zijn kleine bijrol voor mij meer uit de verf: de prille liefde van zijn dochter doet hem des te meer het einde van zijn eigen relatie beseffen. Tja, het zal wel vloeken in de kerk zijn, omdat Thompson ontegenzeggelijk een begaafd verteller en tekenaar is, maar Een deken van sneeuw blijft voor mij te veel een schouwspel dat vooral Goed Gemaakt is. Dat zal ook wel iets te maken hebben met mijn agnostische achtergrond waardoor ik dus niets van Thompsons religieuze worsteling begrijp: hij twijfelt lang of hij tekenaar wil worden of prediker. Om een vergelijking te maken: Jeffrey Browns Unlikely deed mij méér. Brown komt net als Thompson uit de stal van TopShelf en heeft het eveneens over zijn eerste grote liefde en hoe die uitdooft, maar in een meer ongepolijste stijl, woordoor de lezer hem juist meer op de huid zit. Een deken van sneeuw is een goede strip, maar ik sluit hem zogezegd niet in mijn hart, terwijl dat gezien het onderwerp wel zou moeten. Ergens kan ik het niet nalaten te denken: Zu viele Noten, Herr Mozart.