tekst: Tonio van Vugt / beeld: Tonio van Vugt
Madness: Yesterday's tunes
Op dinsdag 19 juli speelde de legendarische skaband Madness voor het eerst sinds 20 jaar weer in Nederland. Zone 5300 zette zonnebril en pork pie hat op het hoofd, toog erheen en doet verslag…
‘Poewèèèèèèèèèèèèp!!!’
‘Poewèèèèèèèèèèèèp!!!’

Dinsdagavond 19 juli, een stijf uitverkochte Melkweg. Na 20 jaar staat de legendarische Britse band Madness weer op onze vaderlandse planken. De Nutty Boys van toen zijn inmiddels Nutty Middle Aged Men, maar de opwinding die onder het publiek heerst en de pork pie hats en zonnebrillen die er hier en daar bovenuit steken, geven het gevoel alsof we ons midden in de Britse ska-revival van begin jaren ’80 bevinden. Als de band opkomt, zeven man sterk en met drie extra blazers, volgt dan ook een uitzinnig applaus.
De tijd is niet voor ieder bandlid even vriendelijk geweest. Saxophonist Lee ‘Kix’ Thompson en bassist Mark Bedford hebben geen enkele haar meer op hun hoofd – skinheads tegen wil en dank – en zanger/danser Cathal Smyth, in de begindagen bekend als Chas Smash, draagt een pondje meer onder zijn grijze pak; er worden iets meer pauzes tussen de malle danspassen ingelast, en de onvermijdeljke groeven in zijn gezicht gaan verborgen achter de karakteristieke zonnebril. Toetsenist en muzikaal genie Mike Barson, grijze kuif, verschuilt zich in een donker hoekje achter zijn keyboards. Drummer Daniel ‘Woody’ Woodgate is nog wel steeds dat jongetje van vroeger, en zanger Graham McPherson, u mag hem ook Suggs noemen, heeft nog steeds de motoriek van een spastische mimespeler. Thompson speelt nog altijd de clown, die tussen de langgerekte saxofoonnoten door de tijd neemt om een handtasje uit het publiek te stelen, of om zich tijdens een dreigende ‘poewèèèèèèèèèèèèp’ over de mensen vóór mij heen te buigen, om eens een goede blik te kunnen werpen op het t-shirt dat ik draag met daarop het logo van Stiff, het label waar het voor Madness allemaal begon.
Alleen Chrissie Boy, maar u mag hem ook Chris Foreman noemen, is er niet bij. Een anonieme gitarist vult de lege plek op die de man die 29 jaar geleden Madness mede-oprichtte, heeft achtergelaten.
Niet dat het veel verschil maakt; als de eerste songs, covers van oude skanummers zoals die ook op het nieuwe album ‘The Dangermen Sessions’ te vinden zijn, worden gespeeld met die uit duizenden herkenbare heavy heavy monstersound, is de menigte in De Melkweg vol overgave. Desmond Dekkers ‘Ah It Mek’ en de Peter Tosh/Shawn Elliot-klassieker ‘Shame And Scandal’, het zijn de songs die Madness heeft gemaakt tot wat ze nu zijn, en het zijn fijne opwarmers voor de Madness-kneiters die zo dadelijk gaan komen. Alleen, die komen dus niet.

Wat bezielt een band, die met zijn eigen liedjes het gezicht van de Britse popmuziek mede heeft bepaald en de missing link genoemd mag worden tussen The Kinks en bands als Blur, om een hele avond bijna alleen maar covers te spelen? Elk afzonderlijk bandlid heeft als componist alleen al minstens één toptienhit geschreven, meer dan 20 in totaal in de periode tussen 1979 en 1986. Ter opfrissing van uw geheugen: ‘My Girl’, ‘Embarrassment’, ‘Baggy Trousers’, ‘Shut Up’, ‘Grey Day’, ‘Yesterday's Men’, ‘House Of Fun’, van energieke skastampers tot doorwrochte soulpopjuweeltjes, ze komen allemaal uit de koker van Suggs & Co. En ze worden vanavond geen van allen gespeeld. Dus ook niet ‘Our House’, waar Cathal Smyth en Chris Foreman in 1983 een Ivor Novello voor mochten ontvangen; het is een song afkomstig van het complexe en ambitieuze album ‘The Rise And Fall’, niets minder dan Madness’ eigen ‘Sgt. Peppers’. Laat staan dat we een noot horen van hun schandelijk genegeerde comback-album ‘Wonderful’ uit 1999.
Madness als ordinaire coverband, dat wringt. Het als een gevierd schrijver die uit andermans werk voorleest, hoe mooi ’ie dat ook doet. Al hadden we het kunnen weten. Woodgate’s drumstel is bedrukt met het logo van The Dangermen, en vlak voor het concert worden de letters D-A-N-G-E-R-M-E-N aan Barsons keyboard bevestigd. Dat de band geaficheerd is als Madness, moeten we vergeten, we kijken vanavond naar hun alter ego. “You’re fucking UB40!”, roept iemand in het publiek, hoewel niemand zó diep kan zinken, dus zeker Madness niet. Maar ondanks een sublieme skaversie van The Supremes’ ‘You Keep Me Hanging On’ en een wonderwel geslaagde reggaeficatie van ‘Lola’ van The Kinks, is De Melkweg pas echt te klein wanneer ‘The Prince’, ‘Nightboat To Cairo’ en ‘One Step Beyond’ inzetten. En hoewel die laatste natuurlijk óók een cover is van Prince Buster, is het er wel één die tot het Madness-canon behoort.

Het is dapper van Madness dat ze het publiek niet exact geven wat het wil, want niets is zo genant als een oldies-band die keer op keer hun grootste hits uitpoepen. En het is ook leuk dat Madness teruggaat naar hun roots van Jamaicaanse ska en reggae uit de jaren ’60. Maar daarbij vergeten ze dat de roots van het publiek elders liggen: bij Madness.
Het is 20 jaar geleden dat Madness voor het laatst in Nederland optrad. Laten we hopen dat we niet weer zo lang hoeven te wachten. En dat we dan iets meer krijgen van waar we tevergeefs naar uitkeken. Zodat we niet met een grijns, maar met een bréde grijns de nacht ingaan.

Madness – ‘The Dangermen Sessions’ verschijnt op 1 augustus bij V2 Records .