Pieter van Oudheusden
De mensch Vaandrager
Uitvoerige biografie van legendarische Rotterdamse schrijver, junkie en ruziemaker levert een tragisch en aangrijpend beeld op
De mensch Vaandrager
Menno Schenke – Vaan, het bewogen leven van C.B. Vaandrager
Uitgever: De Bezige Bij
Prijs: € 35,00
Toen Cornelis Bastiaan Vaandrager in 1992 overleed, was hij een al bijna vergeten schrijver. Zijn laatste twee dichtbundels waren nauwelijks verkocht, laat staan gelezen. Eerder was zijn beide prozaboeken ‘De reus van Rotterdam’ (1971) en ‘De Hef’ (1975) eenzelfde lot beschoren. Ze brachten Vaandrager niets op behalve een solide reputatie als cultschrijver. In de stad stond hij bekend als achterdochtige junkie en gewelddadige ruziezoeker. Wie Vaandrager zag aankomen, ging hem liever uit de weg. Zijn teksten werden steeds warriger, geschreven in een eigen fonetisch ‘Rotturdams’ en vol particuliere toespelingen die alleen nog te volgen waren voor een almaar krimpende inner circle.
In de jaren na zijn dood, toen de persoon Vaandrager de schrijver niet langer in de weg stond, herontdekte een nieuwe generatie schrijvers en lezers zijn werk: de uitgebeende, droogkomische en scherp geobserveerde gedichten, zijn prozadebuut ‘Leve Joop Massaker’, jarenlang een van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse literatuur, en natuurlijk de bovengenoemde collageromans uit de jaren zeventig. In tegenstelling tot het gros van zijn tijdgenoten blijkt de schrijver Vaandrager nog altijd springlevend en zeer leesbaar te zijn. Die postume come-back wordt nu bevestigd door de verschijning van een dikke biografie, ‘Vaan, het bewogen bestaan van C.B. Vaandrage’r, door Algemeen Dagblad-journalist Menno Schenke. De biograaf sprak met een groot aantal tijdgenoten en ooggetuigen (daarbij opvallend afwezig: J.A. Deelder) en gaf zijn boek als motto: “Schrijf uw bevindingen zo nauwkeurig mogelijk op”, een citaat van Vaandrager uit 1966.
‘Vaan’ is prettig geschreven, onopgesmukt en wars van misplaatste diepzinnigheid, maar lijdt ’n beetje aan een bekend biografeneuvel: de misvatting dat meer informatie ook meer inzicht betekent. Er had hier en daar best wat dood hout gekapt kunnen worden: herhalingen (zo lezen we tot drie keer toe dat Vaandrager in zijn tijd als copywriter zijn kostuums bij House of England kocht), al te flauwe anecdotes en niet ter zake doende uitwijdingen, zoals drie pagina’s met Duitse vertalingen van Vaandragers gedichten – wie zit daar in vredesnaam op te wachten?
Schenke heeft, indachtig zijn motto, alles zo getrouw mogelijk opgeschreven. Vooral in het begin, wanneer het gaat over de lange aanloop tot Vaandragers literaire carrière, is dat niet altijd even boeiend, maar in het tweede deel van het boek levert het een tragisch en aangrijpend verhaal op. Als Vaandrager een slachtoffer was, dan toch in de eerste plaats van zichzelf, van zijn gevoelens van onmacht en onzekerheid, en van zijn ziekelijke jaloezie op anderen, die het succes hadden waarop hij recht meende te hebben. Eerst Jan Cremer, later J.A. Deelder.
Schenkes noterende stijl heeft als gevolg dat je als lezer weliswaar veel over Vaandrager te weten komt, maar slechts een beperkt inzicht in diens bewogen bestaan verwerft. De biograaf blijft buitenstaander, een te rechtvaardigen en misschien zelfs verstandige keus, maar daardoor is het voor de lezer moeilijk is om sympathie voor zijn onderwerp op te brengen. Dat komt eigenlijk pas aan het einde van het boek, wanneer Schenke het in memoriam van Hans Sleutelaar aanhaalt, de vriend die Vaandrager beter dan wie ook heeft gekend:
‘Zijn ongeluk was, dat een heldere, gewetensvolle geest als de zijne door het leven moest met een in zijn eigen ogen verachtelijk krakater. Ware het anders geweest, hij had misschien een minder rampzalig leven gekend, maar zeker had hij niet zo waar, zo bijtend en met zo’n brute kracht geschreven als hij heeft gedaan.’