Sandra de Haan
Grommend en krijsend
Indrukwekkend vierde album van vrouwelijke Tom Waits
Grommend en krijsend

Sandy Dillon – Pull The Strings
(One Little Indian/Bertus)
Als Tom Waits een vrouw was geweest, had hij waarschijnlijk geklonken als... Sandy Dillon. De Amerikaanse maakt rauwe bluesrock in de traditie van Janis Joplin, Johnny Dowd en Patti Smith. Ze is in Europa nauwelijks bekend. Toch is dit al haar vierde plaat op One Little Indian. Het eerste nummer Pull The Strings doet meteen het ergste vrezen voor haar stembanden: die lijken al grommend en krijsend flink kapot gezongen, maar dat blijkt gelukkig mee te vallen. Ook ingehouden melancholieke liedjes komen voorbij, waarin ze helderder en ook beter verstaanbaar zingt, al is dat wel consequent charmant vals en hees. Dillon begeleidt zichzelf op harmonium, goedkope orgels en elektrische piano. Voeg daaraan toe een dobro, klarinet, zingende zaag, banjo, percussie, diverse snaarinstrumenten uit verre oorden en je hebt een nogal ongewone bluesplaat. De sfeer kan gerust gekweld genoemd worden (ze verloor onlangs haar levensgezel/gitarist), maar deze dame heeft zo veel vecht- en levenslust, die zingt zich er wel doorheen. Ze wordt bijgestaand door Ralph Carney (de saxofonist van Tom Waits) en de zanger Robert Love (Alabama 3). David Coulter, producer van Waits’ plaat The Black Rider, deed ook hier de productie. Vooral de grote variatie in sfeer en instrumentatie maakt dit een erg fijne plaat. Over My Head had met zo’n freaky saxofoonsolo en mondharmonica niet misstaan op een Beefheart-plaat. Even later klinkt ze weer breekbaar als in een tranentrekker van PJ Harvey. Een erg intieme plaat en een indrukwekkende prestatie.