Duitsers aan tafel
Kluut ter Weijden: "Goedenavond dames en heren, welkom bij deze nieuwe
aflevering van Duitsers aan tafel, het programma waarin wij
de duitsers van de afgelopen week en die van de komende week met ons
panel doornemen. Dat panel, dames en heren, bestaat deze week uit de
hoofdredacteur van Duitsers International, Johan Snor; journalist
en columnist Hugo Kwak; en de hoofdredacteur van het literaire duitserblad
Harde Eieren, Henk Zwaan. Heren welkom. Afgelopen dinsdag bereikte
ons het bericht dat de trek van gierduitsers op volle toeren zou zijn.
Wat hebben jullie daar van gemerkt?"
Johan Snor: "Vrij weinig. Ik ben niet zo onder de indruk van die gierduitsertrek. Elk jaar wordt er weer veel ophef over gemaakt, maar het valt altijd tegen."
Hugo Kwak: "De gierduitser is een relict uit de tijd dat mannen nog op vurige paarden streden om de in hooi en modder te consumeren gunsten van de dochter van de dorpsdokter. Een hopeloos verouderd concept."
Henk Zwaan: "Nou, ik zag eergisteren nog een drietal overvliegen, en ik vind dat toch altijd wel iets hebben..."
Hugo Kwak: "Iets hebben? Wat dan? Een boer met een eikenhouten kop en een met stalmest besmeurde overall, dat heeft grandeur, maar zo'n ranke juffer als de gierduitser, daar lachen ze om waar ik vandaan kom."
Johan Snor: "Waar jij vandaan komt lachen ze om alles wat niet in directe verbinding staat met het frietkot."
Kluut ter Weijden: "De toon is gezet, dames en heren, en we zijn nog maar net begonnen! Vrijdag lazen we in de krant dat er in ons land nog steeds pestduitsers voorkomen. Is dat niet wat laat, Henk?"
Henk Zwaan: "Ja natuurlijk is dat laat, maar wat zou dat? Elke pestduitser in ons land is er weer één, en wanneer ze hier zijn maakt mij geen pest uit."
Johan Snor: "Nou, mij anders wél! Die pestduitsers zijn duurbetaalde jongens, daar mag je wel enige discipline van verwachten, voor dat geld."
Hugo Kwak: "Een pestduitser in mei is hetzelfde als paaseieren met kerst. Ik vind het ronduit een gotspe dat ze hier nu nog zijn. Zodra de narcissen hun tere roomgele kronen vertonen moet het afgelopen zijn met de pestduitsers in dit land. Het wordt tijd dat de Duitserwacht ingrijpt, maar wanneer dat gebeurt breekt de hel uit zijn voegen, want dan zullen de slapjanussen van de Duitserzorg het regeerpluche ruiken en een coup plegen, de gekste capriolen ten gevolge hebbend. Drieteenstrandduitsers broedend in Drenthe bijvoorbeeld." Johan Snor: "Of paaseieren met kerst."
Hugo Kwak: "De almachtige Heer van het luchtruim sta ons bij."
Henk Zwaan: "Haa! Je slaat weer lekker door Hugo. Pestduitsers zijn prachtige duitsers, die wil ik elke week wel zien. Voor dergelijke duitsers gaan de mensen het veld in, laten we blij zijn dat ze hier willen komen."
Kluut ter Weijden: "Goed heren, genoeg hierover. Mag ik jullie commentaar op het feit dat gisteren boven Haren, dat ligt in Groningen dames en heren, een Noordse pijlstormduitser waargenomen is? In één woord graag."
Hugo Kwak: "Onmogelijk."
Johan Snor: "Kul."
Henk Zwaan: "Door de Raadhuispleiners zeker?"
bontewas@planet.nl
Johan Snor: "Vrij weinig. Ik ben niet zo onder de indruk van die gierduitsertrek. Elk jaar wordt er weer veel ophef over gemaakt, maar het valt altijd tegen."
Hugo Kwak: "De gierduitser is een relict uit de tijd dat mannen nog op vurige paarden streden om de in hooi en modder te consumeren gunsten van de dochter van de dorpsdokter. Een hopeloos verouderd concept."
Henk Zwaan: "Nou, ik zag eergisteren nog een drietal overvliegen, en ik vind dat toch altijd wel iets hebben..."
Hugo Kwak: "Iets hebben? Wat dan? Een boer met een eikenhouten kop en een met stalmest besmeurde overall, dat heeft grandeur, maar zo'n ranke juffer als de gierduitser, daar lachen ze om waar ik vandaan kom."
Johan Snor: "Waar jij vandaan komt lachen ze om alles wat niet in directe verbinding staat met het frietkot."
Kluut ter Weijden: "De toon is gezet, dames en heren, en we zijn nog maar net begonnen! Vrijdag lazen we in de krant dat er in ons land nog steeds pestduitsers voorkomen. Is dat niet wat laat, Henk?"
Henk Zwaan: "Ja natuurlijk is dat laat, maar wat zou dat? Elke pestduitser in ons land is er weer één, en wanneer ze hier zijn maakt mij geen pest uit."
Johan Snor: "Nou, mij anders wél! Die pestduitsers zijn duurbetaalde jongens, daar mag je wel enige discipline van verwachten, voor dat geld."
Hugo Kwak: "Een pestduitser in mei is hetzelfde als paaseieren met kerst. Ik vind het ronduit een gotspe dat ze hier nu nog zijn. Zodra de narcissen hun tere roomgele kronen vertonen moet het afgelopen zijn met de pestduitsers in dit land. Het wordt tijd dat de Duitserwacht ingrijpt, maar wanneer dat gebeurt breekt de hel uit zijn voegen, want dan zullen de slapjanussen van de Duitserzorg het regeerpluche ruiken en een coup plegen, de gekste capriolen ten gevolge hebbend. Drieteenstrandduitsers broedend in Drenthe bijvoorbeeld." Johan Snor: "Of paaseieren met kerst."
Hugo Kwak: "De almachtige Heer van het luchtruim sta ons bij."
Henk Zwaan: "Haa! Je slaat weer lekker door Hugo. Pestduitsers zijn prachtige duitsers, die wil ik elke week wel zien. Voor dergelijke duitsers gaan de mensen het veld in, laten we blij zijn dat ze hier willen komen."
Kluut ter Weijden: "Goed heren, genoeg hierover. Mag ik jullie commentaar op het feit dat gisteren boven Haren, dat ligt in Groningen dames en heren, een Noordse pijlstormduitser waargenomen is? In één woord graag."
Hugo Kwak: "Onmogelijk."
Johan Snor: "Kul."
Henk Zwaan: "Door de Raadhuispleiners zeker?"
bontewas@planet.nl