Biemans Concern
Biemans ontmoet Michiel de Jong
michiel de jong portret
Na deze stukjes jaren op een 386 te hebben ingetikt en op een flopje door de brievenbus van de Zone gegooid te hebben, doe ik het nu met Word 8.0 en kan ik het e-mailen. Ik heb zelfs een site: http://www.concern.demon.nl Tegen de tijd dat dit interview verschijnt zal-ie omvangrijk en geweldig zijn, maar nu loop ik er nog mee te sukkelen.
Voor het eerst ben ik zelf te laat voor het interview, een kwartiertje. Michiel zit er niet mee, maar het excuus van mijn computer (mijn site deed het plots niet meer en weer wel - enzovoort) zegt Michiel niet veel. Hij heeft niets met computers, doet alles met de hand en fax. De tekentafel is zijn altaar, hij verdient zijn geld met striptekenen. Hij tekent andermans scenario´s en assisteert andere tekenaars met het zg. ´inkten´: het met penseel in zwart overtrekken van de potloodlijnen, voorwaar geen simpele klus. Het heeft hem jaren gekost om het onder de knie te krijgen. En nu kan hij het zo goed dat-ie zijn eigen schetsen eigenlijk niet meer door iemand anders kan laten inkten, hij vertrouwt ze het niet meer toe.
Ik ben bij Michiel terechtgekomen via Milan Hulsing. Ze kennen elkaar van de kunstacademie en maken sindsdien af ten toe samen strips (als het werk het toelaat). Michiel lijkt, in tegenstelling tot Milan, meer op mij: een gewone enthousiaste jongen van het platteland. Maar er woonde bij hem in de buurt wel een kunstenaar die op zolder een enorme hoeveelheid oude strips had. Michiel heeft daar menig uurtje doorgebracht met Robbedoes, oftewel de ´feel good´-strip, waarin slecht slecht is en goed goed: nooit ironisch, maar wel grappig op een joviale manier. Voor zijn werk maakt hij nu precies dat type strip, een jongensachtige avonturenstrip: De Familie Sloterdijk , een strip voor tien- tot veertienjarigen in het blad Hello You. Pa is prive-detective, maar zijn kinderen lossen natuurlijk alles op. Een aan deze tijd aangepaste strip - hij gebruikt de Ikea-gids voor de meubels - maar met die onmiskenbare jaren ´50-tevredenheid; wiens vader is tegenwoordig nog prive-detective en plaatst een bord in de tuin waarop dit staat aangegeven?
Michiel geniet van dit sfeertje, het is een sprookjeswereld. Daarnaast weet hij natuurlijk ook de typische Zone-strip waarin het altijd uit de hand loopt, en vaak nog smerig ook, te waarderen. Deze twee werelden komen bij elkaar in de strip Invitation to Romance (verzonnen in de kroeg met Milan): twee aardige mensen blijken getrouwd met monsters. Op de eerste drie pagina´s lijkt alles nog in orde, daarna wordt het smerig: braken en een enorme pik. We raken wat aan het filosoferen over het feit dat brave mensen wellicht ruige strips maken om zich af te reageren, en dat de brave strips gemaakt worden om een beetje weg te dromen; het leven is tenslotte al erg genoeg. Striptekenaars willen juist een schijnwereld scheppen, in plaats van te melden ´kijk eens, hoe erg het is´. Dat weten we wel. Alas, we komen er niet uit. Dan is daar nog het probleem van zijn goede techniek: "Ik kan niet zomaar wat doen". Het dilemma van de ontwikkeling: je kan meer, maar ook minder. Als je eenmaal iets geleerd hebt kan je het niet meer vergeten. Michiel is ook erg afhankelijk van het scenario dat hij krijgt aangeleverd. Als hij het niet ziet zitten, wordt het werken aan de strip een verzoeking.
We leven niet meer in de jaren ´50 en strips zijn niet meer ´the big thing´. Er is zoveel: multimedia, de informatie verdubbelt zich inmiddels elk jaar en dit wordt steeds erger. Als ik Michiel vraag waar hij van droomt, zegt hij breed lachend: "Een eigen album". Dromen is mooi, het geeft het leven kleur, en eigenlijk doet het er niet toe of dat album er ooit komt. Want zolang het er nog niet is kan je erover blijven fantaseren en schittert het als een ster aan het firmament van het dagelijks bestaan.
Dit artikel komt uit het archief van het blad Zone 5300. Het verscheen eerder in Zone 5300 nummer 6, december 1998.